Verhalen voor in schuilkelders

(wilde gladiolen en klaprozen)

Eigenlijk waren de Griekse goden van de Olympos een stelletje verwende Russische oligarchen, die meenden alles te kunnen doen met hun onbeperkte macht. De mythologie staat bol van verhalen over hoe ze straffen uitdeelden. Beloningen kwamen er maar zelden. Hun verliefdheden waren vermaard, hun jaloezie regelmatig met fatale afloop. Het is maar goed dat ze nooit aan landjepik deden, in ieder geval tevreden met hun paleizen op de Olympos, anders zou je ze nog met Poetin kunnen vergelijken. Ze heersten over leven en vooral over dood. Wanneer ze een tikje medelijden hadden – en dat hadden ze best wel vaak – vulden ze de hemel met in sterren veranderde dode zielen of kleurden de velden met in planten veranderde mensen. 

Het Griekse woord voor lente, anixi, betekent openen, openstaan voor een nieuw jaar, nieuwe oogsten, nieuwe kansen. Maar eigenlijk is de lente meer een herdenkingstijd voor al die ongelukkige nimfen, halfgoden of gewone mensen die een liefdesdrama met de dood moesten bekopen. Volgens de Griekse mythologie zijn veel bloemen ontstaan uit tranen trekkende gebeurtenissen, regelmatig veroorzaakt door die vermaledijde Griekse goden.

Zo had Apollo een oogje op de bevallige nimf Paeonia, waarna een nijdige Afrodite haar zonder pardon veranderde in een blozende pioenroos. Ook Apollo’s verhouding met de mooie jongeling Hyakinthos liep slecht af, dit vanwege de jaloerse westenwind Zephyros die tijdens een spelletje discuswerpen de schijf uit zijn koers blies en met een fatale klap tegen Hyakinthos’ hoofd terecht liet komen. Het bloed dat toen op de aarde vloeide, veranderde in hyacinten. 

De beeldschone Narcissos brak heel wat harten, ook dat van de nimf Echo, waarop de god van de wraak, Nemesis, Narcissos in een meertje naar zijn spiegelbeeld liet kijken, waarop hij terstond verliefd werd op zichzelf en niet meer van de oever weg was te slaan. Tot hij in een narcis veranderde.

De eigenzinnige orchideeën zijn de metamorfose van Orchis, zoon van een nimf en een sater. Op een feest randde hij een priesteres aan en werd als straf in vele stukken verscheurd door honden.

Volgens weer een andere mythe ontstonden de anemonen, toen Aphrodite huilde, gebogen over het lijk van haar geliefde Adonis die door een beer was toegetakeld. Uit haar tranen die rijkelijk op de grond drupten, ontsproten bloedrode anemonen. En zo kunnen we nog wel even doorgaan: de goden veranderden een ontroostbare Phillis in een amandelboom, omdat ze dacht dat haar kersverse echtgenoot niet terugkwam van een reisje naar Athene. Toen hij uiteindelijk toch terugkwam en zijn Phyllis in een boom veranderd zag, huilde hij tranen met tuiten, waarop de amandelboom in een schitterende bloei schoot. 

Demeter creëerde de klaproos om te kunnen slapen, nadat haar dochter haar had verlaten om naar de onderwereld te gaan. Deze godin schiep ook de gladiool met zwaardvormige bladeren om een niet in goden gelovende en slechte man te straffen, die haar favoriete weiland niet wilde verlaten. Ze gaf hem voortdurende honger, waardoor de man al zijn geld moest besteden aan eten en uiteindelijk zijn dochter verkocht voor meer geld, waarop de dochter wegvluchtte en Demeter haar veranderde in een gladiool. Deze puntige bloemen werden later het overwinningssymbool van de Romeinse gladiatoren. 

Tulpen komen niet uit Amsterdam maar uit het oude Perzië, mochten we een Perzisch sprookje geloven. Farhad, een eenvoudige werkman, werd verliefd op prinses Shirin. Haar vader dacht er echter niet over om haar hand aan zo’n man te geven. Hij gaf Farhad opdracht een tunnel te graven in keihard gesteente, en tot verbazing van iedereen, inclusief de koning, slaagde hij daar in. Maar nog wilde hij Farhad niet zijn dochter schenken en vertelde hem dat Shirin was gestorven, waarop Farhad – gek van liefdesverdriet – zich van het leven beroofde. Shirin wilde hem echter nog één keer zien en toen ze haar dode geliefde zag, sloeg ook zij de hand aan zichzelf. Uit het samengestroomde bloed ontstonden knalrode tulpen. 

Naar de beelden te oordelen heeft de lente de Oekraïne nog niet bereikt. Er is alleen Rusland dat als een gevaarlijke ijsbeer aan de randen van het land knaagt, terwijl de niet gevluchte bevolking een veilig heenkomen in kelders en metrotunnels heeft gevonden. Misschien kunnen daar de verhalen over de bloemen worden verteld. En wanneer de honger voor de deur staat, weten oude oma’s misschien nog wel hoe je van de natuur kunt eten, indien er in de verwoeste steden nog repen groen over zijn. De goden waren geen lieverdjes, maar nu zijn we overgeleverd aan het soort barbaren als Poetin, wiens naam nooit ofte nimmer zal worden verbonden aan onderhoudende verhalen over bloemen, bomen en sterren.