Wilde groente tijd

Dit jaar begint het orthodoxe vasten een week nadat de ramadan van start ging: 18 maart. Dan kauwen de katholieken allang op een houtje, want hun vasten begon dit jaar al op 14 februari. Voor de katholieken en de orthodoxen geldt dat de vastentijd meer dan 40 dagen voor Pasen begint. Alleen berekenen de orthodoxen de paasdagen volgens de Juliaanse kalender en de niet-orthodoxen vieren Pasen volgens de Gregoriaanse kalender, zodat binnen beide geloofsovertuigingen Pasen slechts eens in de vier jaar op dezelfde dag valt. Ook de moslims hanteren voor de ramadan een andere kalender: zij gaan in de negende maand van de islamitische kalender 30 dagen vasten, wat volgens de Gregoriaanse kalender telkens weer een andere periode kan zijn.

Moslims mogen in de ramadan van zonsopgang tot zonsondergang niets eten. Vastende katholieken zouden 40 dagen sober moeten eten, geen alcohol drinken en geen vlees eten op de vrijdagen en op aswoensdag. Orthodoxen mogen in de 40 dagen durende vasten niets eten wat bloed bevat, dus geen vlees of vis.

Vastenkost

Ik ben katholiek opgevoed en moest als kind ook vasten. Je kreeg een vastentrommeltje waarin al het snoep verdween dat je kreeg. Dat blik mocht je pas op zondag openen, in sommige families zelfs pas aan het einde van de vastentijd. Dan begon het smullen tot je er buikpijn van kreeg, ook al waren dropveters samengeklonterd met kaneelkussens, toverballen en zakjes zwart-wit. Ik vraag me af of er nog vastentrommels bestaan en hoeveel katholieken zich nog aan de vastenregels houden.

In Griekenland is de vastenperiode (Sarakosti) een serieuzere aangelegenheid, ook al gaan de scherpe randjes er ook hier steeds meer vanaf. Voordat de vasten ingaat, is er een week waarin nog even volop vlees naar binnen wordt geschrokt en pakt men stevig uit met carnaval. Schone Maandag (Kathara Deftera) is de eerste dag van de vasten, wat vreemd genoeg ook een feestelijke dag is: vliegers kiezen het luchtruim en de picknickmanden worden van stal gehaald. Hoewel er tegenwoordig niet meer zo vaak een deken over het gras wordt gespreid als tafelkleed: de restaurants draaien die dag topuren en de overvolle tafels doen niet echt aan vasten denken. Vooral de schelpdieren zijn deze dag niet aan te slepen, net zoals tarama (viskuitsalade), bonen, tzatziki, geroosterd brood en bergen salades.

Chorta

De vasten is dé tijd voor de wilde groenten: agria chorta. Eigenlijk begint de chortatijd al in januari, wanneer alles wat groen is zich uit de aarde wurmt. Dan zie je mensen met een mes in de ene hand en een plastic zak in de andere door de velden en bergen schuifelen, op jacht naar jonge chortabladeren. Populair zijn onder andere radikia (paardenbloem – Taraxacum officinale) en vlita (kleine majer – Amaranthus blitum) dat voor de oude Grieken symbool stond voor onsterfelijkheid. Grieken houden niet van brandnetelsoep, maar smullen dan weer wel van zwarte nachtschade (Solanum nigrum) waarvan wordt gezegd dat de plant en de bessen giftig kunnen zijn, afhankelijk van de soort. Dit is echter een graag geziene groente in diverse wereldkeukens. Onder de naam stifnos wordt het in Griekenland – zoals de meeste chorta – gekookt en geserveerd als salade, of verwerkt in groententaarten (pites lachanikon). Een riante scheut olijfolie zorgt ervoor dat alle gezonde stoffen van wilde groenten beter worden opgenomen, zoals antioxidanten en de vele mineralen, waaronder calcium, ijzer, magnesium, natrium en kalium. Een paar druppels citroen versterken de smaak. 

Vroeger zag je zó veel groepen chortazoekers door de landschappen grazen, dat je je afvroeg of er überhaupt nog wel wat groen zou overblijven. Maar tegenwoordig beperken chortazoekers zich tijdens de lente steeds vaker tot sparangia (wilde asperges – Asparagus acutifolius). Gelukkig zijn er nog steeds – en zeker in de vastentijd – genoeg tavernes met chorta op het menu en die komt echt niet van de supermarkt maar waarschijnlijk van oma, die er gewapend met een mes op uit wordt gestuurd om wat zakken te vullen.

Gazastrook

De aarde op Lesvos lijkt onuitputtelijk en blijft maar planten omhoog stuwen. Het jonge groen doet deze dagen zelfs pijn aan de ogen, dit in tegenstelling tot de grauwheid in de Gazastrook. Ramadan of niet, ook daar dwalen mensen nu massaal door het stoffige landschap, op zoek naar wat voor een groen sprietje dan ook, om er een armetierig soepje van te trekken. Niks geen uitbundig groen landschap vol eetbare planten: in Gaza groeien alleen honger en wanhoop.