Een ode aan Apollo

Zonsondergang Skamnioudi

Ik hou van het winterlicht hier op het eiland. Vooral de baai van Kalloni kent uitzonderlijke lichtvariaties en is beslist de meest fotogenieke plek van het eiland. Maar ook elders kunnen zeegezichten heel verleidelijk zijn, zoals in Vatera wanneer woedende schuimkoppen uit een groene zee rollen, de stranden belagen en helwit afsteken tegen donkere luchten in de verte. Of wanneer felle zonnestralen tussen de grijze wolken door de Lesvoriaanse Olympos in het zonnetje zetten, of verre rotspunten aan de westkust in mysterieus licht hullen. Wolken zijn net toverlantaarns die met het licht spelen.

Het eiland heeft eindelijk wat serieuze regendagen gekregen, en tijdens een van die dagen – toen er een regenpauze was ingelast – dreven de wolken zó laag over het eiland dat je ze in de bergen niet kon vermijden en zomaar het wolkendek inreed. Mist op een Nederlandse snelweg is niet prettig, maar de wegen hier op het eiland zijn rustig en zo kun je van een mistige omgeving in de bergen echt genieten: het creëert een sprookjesland waarin de bomen lijken te zweven en roze, bloeiende amandelbomen één worden met de wolken. 

Tijdens wolkeloze zomers zie je regelmatig grote groepen toeristen op strategische plekken staan om de zon in de zee te zien zakken. Die zouden eigenlijk ’s winters moeten komen: dat is de tijd dat je regelmatig zeer dramatische zonsondergangen te zien krijgt, waarbij knaloranje licht als oplaaiend vuur naar de hemel grijpt, waar de wolken knalrood kunnen kleuren en dit licht het eiland in een magische gloed zet. Een kleurige regenboog is er niets bij. 

Wolken kunnen adembenemende vormen aannemen. Dat wist ook Zeus, die de wolk Nephele creëerde, naar het evenbeeld van zijn vrouw Hera. Hera had zich beklaagd over Koning Ixion die haar probeerde te verleiden. Toen Zeus de op Hera lijkende wolk het luchtruim injoeg, randde koning Ixion de wolk aan, en de mythe gaat dat zo de centauren (wezens die half mens, half paard zijn) werden geboren.

Een andere mythe over deze wolkennimf Nephele verhaalt over hoe ze een prachtig paleis zag. Ze kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen, steeg van haar wolk en kwam zo koning Athamas tegen. Beiden werden verliefd, trouwden en kregen twee kinderen: Phrixos en Elli. Maar Nephele kreeg steeds meer heimwee naar haar leven in de wolken en verliet op een goeie dag man en kinderen. Athamas hertrouwde met een door Thebe verstoten prinses, Ino, die zodra ze eigen kinderen kreeg, Phrixos en Elli steeds meer begon te haten. Toen Athamas Phrixos als zijn troonopvolger aanwees, ontketende Ino een hongersnood en kocht het orakel van Delphi om, zodat het orakel de koning aanraadde Phrixos op te offeren om een einde aan de hongersnood te maken.

Bij deze droeve plechtigheid kwam Nephele als de weerlicht terug om haar beide kinderen te redden: ze zette Phrixos en Elli op een gouden ram die hen door de lucht naar Colchis zou brengen, waar ze als koningskinderen zouden worden ontvangen. Tijdens slecht weer viel Elli echter van de ram: zo ontstond de naam Hellespont (de zeestraat tussen de zee van Marmara en de Egeïsche zee), ook wel Dardanellen genoemd. Phrixos bereikte Colchis, waar hij de ram aan Zeus offerde en de gouden vacht aan de koning gaf: het zogenaamde gulden vlies, dat de koning veel rijkdom en macht bracht, hetzelfde gouden vlies dat Jason later met zijn argonauten zou komen halen.

Apollo was een van de Olympische goden en had uiteenlopende taken (en namen): hij was de baas van het orakel van Delphi, hij zorgde voor muziek, poëzie en genezing, maar kon ook pesten over de aarde uitstrooien. En hij was de god van het licht en de zon. Ook op Lesvos was hij geen onbekende. Een mythe vertelt dat toen Orpheus’ hoofd op Lesvos aanspoelde nabij Andissa, het naar een tempel van Apollo werd gebracht, waar het een populair orakel werd. Of deze tempel bij Andissa stond, weet ik niet. Er zijn op het eiland (bij mijn weten) maar twee tempels bekend die voor Apollo waren opgericht: eentje bij Klopedi (de restanten kunnen nog bezocht worden) en eentje op de Lepetimnos (is alleen bekend uit oude geschriften). 

Het was een goede plek voor een tempel voor Apollo op deze berg: vanaf de top kijk je over het gehele noorden van het eiland uit, tot diep in Turkije en ver over zee (tijdens heldere dagen kun je zelfs de berg Athos zien), en de zonsondergangen zijn er adembenemend. Ik kan me voorstellen dat Apollo zelfs nu nog vanaf deze hoogste berg van het eiland (de Olympos is net 1 meter lager) met de wolken speelt voor hun lichteffecten: hij laat hun schaduwen langzaam over de berghellingen scheren, hij krult ze behaaglijk over zijn bergtop heen, laat ze een vrolijke rondedans rondom de berg maken, hij geeft ze stoom om imposante bloemkolen te creëren of jaagt ze als vluchtige nimfen door de lucht, hij geeft ze een inktzwarte kleur om aan te kondigen dat ze water gaan spuien, geeft ze rode, gele en oranje explosieve kleuren wanneer de zon ondergaat of laat ze helwit in kleine formaties langs de hemel schuiven. 

De weinige toeristen die het wagen om tijdens de winter een bezoek aan het eiland te brengen, raken verslaafd aan de Lesvoriaanse winters. En ze hebben gelijk: in de winter is het eiland overgeleverd aan de goden, met alle pracht en praal die goden nu eenmaal met zich mee brengen.