De natuurlijke hotspot van Griekenland

(Jeep safari)

Griekenland is het land van de azuurblauwe zee, stralend blauwe lucht, goudgele stranden en witte tempels. De toeristen trokken vroeger van de ene archeologische schat naar de andere bezienswaardigheid uit lang vervlogen tijden. Toen brak de periode aan dat eilandhoppen razend populair werd en er met de rugzak zoveel mogelijk eilanden werden aangedaan: hoe meer oudheidkundige trekpleisters het eiland had, hoe meer toeristen er kwamen. Vervolgens kwamen de toeristen die vlucht plus hotel boekten, niet gingen rondreizen en het gros van hun vakantietijd op de stranden doorbrachten. Tegenwoordig heb je steeds meer toeristen die hun tijd niet altijd op het strand willen verdoen, maar weer wat actiever willen worden en de natuur willen verkennen.

Lesvos heeft geen wereldberoemde oudheidkundige schatten, dus hier kwam het toerisme maar langzaam en laat op gang. Misschien heeft het derde grootste eiland van Griekenland daarom geen uitgestrekte hotelcomplexen en werd het niet uitgeleverd aan een explosie van uitbaters die kustlijnen en dorpen in enkele jaren veranderden in zogenaamde toeristenparadijzen. Lesvos is nog grotendeels wat het was: een natuurparadijs. Natuurlijk zijn alle zonaanbidders welkom: het eiland kent tal van paradijselijke, kleine verlaten strandjes en een geringer aantal grotere stranden, zoals in Pètra, Vatera, Skala Kalloni, Skala Erèsoe en Melinda, mét tavernes aan het strand. Dus het biedt genoeg strandvertier. 

Lesvos is hét Griekse eiland voor vogelspotters en staat vooral bekend om zijn wilde bloemen en het versteende woud, maar wordt nu pas echt ontdekt door een groter publiek van wandelaars. Het eiland kent nog een deel van het oude wegenstelsel, bestaande uit oude paden: monopatia, smalle paden waarover ooit de ezels sjokten (soms doen ze dat nog steeds) en de wat bredere en met grove stenen geplaveide kalderimia. Sommige zijn verdwenen, soms onder een verharde weg, maar veel delen slingeren zich nog steeds door stille velden en ruisende bossen, langs kleine kerkjes en oude dorpen, dwars door een adembenemende natuur. 

Zoals overal in Griekenland zijn ook hier op Lesvos de ezels ingeruild voor auto’s en veel wegen geasfalteerd (of nieuwe wegen aangelegd). Die asfaltwoede is een beetje bekoeld, dus gelukkig blijft een aantal populaire wandelwegen – zoals die van Eftaloe naar Skala Sykaminia – het domein van de wandelaar en een enkele boer met zijn pick-upje (en wat toeristen die het huurauto-verbod op onverharde wegen van hun verhuurders in de wind slaan en toch maar proberen die prachtige wegen onveilig te maken). De meeste dorpen zijn tegenwoordig bereikbaar over asfalt, ook al raken enkele van die wegen behoorlijk in verval en zou je ze weer kunnen classificeren als onverhard. Lekker rondtoeren op het eiland is een aangename bezigheid, daar het verkeer miniem is, en veel weggebruikers gedragen zich daar dan ook naar: kuddes schapen, loslopende koeien en ezels, bestuurders die midden op de weg stoppen om wat te keuvelen met een bestuurder uit tegengestelde richting en vogelspotters met al hun apparatuur zijn – net zoals de kuilen in de weg – obstakels waarop je bedacht moet zijn wanneer je hier gemoedelijk over de wegen cruist. 

De mooiste gebieden zijn echter niet ontsloten door asfaltwegen en alleen bereikbaar voor wandelaars en terreinwagens. Wil je de echte wildernis in en ben je niet gewend uren te lopen, dan zul je een jeep moeten huren of op safari moeten gaan. Het risico op verdwalen is groot in de Lesvoriaanse ‘jungle’, dus een gids is geen overbodige luxe. Bovendien weet een gids het beste wat de mooiste wegen zijn, zodat je wilde paarden kunt zien, naar verborgen kapelletjes klauteren, een waterval bewonderen of in het voorjaar de fragiele, zoete geur van de gele rododendrons ontdekken. Je weet nooit wat je verder nog tegenkomt, maar jeepsafari’s zijn altijd een waar avontuur. 

De traditionele boottochten, een dag naar het versteende woud en andere bustochtjes prijken nog steeds hoog op de excursielijsten van alle toeristenbureaus. Maar er komt steeds meer vertier bij: het nieuwe toeristenbureau Pandora Travel (van de Nederlandse Sigrid van der Zee) biedt naast safari’s en wandelingen nu ook kajakken, zeilen, duiken, abseilen, een waterval beklimmen of een orchideeënexpeditie aan. Voor de mensen die al moe worden bij het denken aan al die activiteiten, is er ook coaching met paarden, ezeltochten, sterrenkijken en een fotografie-, mozaïek- of kookcursus. Op speciale dagen is er Grieks genieten met Boer Willem (bekend van het tv-programma Boer zoekt vrouw, seizoen 2012), waar Willem komt uitleggen hoe de Grieken zo riant van het land kunnen leven. 

Het is duidelijk dat hele dagen liggen braden onder de zon uit de mode is en dat de nieuwste toeristische trend naar de natuur wijst: te voet of per auto de natuur verkennen, buiten sporten, creatief zijn met natuur en leren wat voor eetbaars de natuur biedt. Voor ouders die hun kinderen wat meer vertrouwd met de natuur willen maken, is er bovendien de mogelijkheid voor een gezinsvakantie op de miniboerderij, waar je met de familie in een comfortabele safaritent kunt verblijven bij een Griekse boer en zijn kinderen. 

Decennia lang was Lesvos niet bepaald de hotspot voor vakantiegangers: het had geen archeologische trekpunten van belang, het bevond zich niet op de route van de massa’s eilandhoppers en er lagen geen grote hotels aan het strand. Maar nu de natuurvakanties in opmars zijn, wordt dit nog niet door het toerisme ingenomen eiland de natuurlijke hotspot van Griekenland.