De dag dat Maria stierf

(Sümela klooster, Trabson. Foto: internet)

Eeuwen voordat Jezus werd geboren bestonden Griekenland en Turkije nog niet. In deze gebieden vond je toen vorstendommen met namen als Beoetië, Achaia, Lydia of Troje. Of Frygië, een staat midden in het huidige Turkije. Koning Midas, met de ezelsoren, regeerde ooit dit oeroude staatje. Daar heerste ook de Moeder der goden: Cybele, tevens godin van de wildernis, dieren en bergen. Ze werd vaak afgebeeld in gezelschap van leeuwen, die de wagen trokken waarmee ze de wereld bereisde. 

Het was een pittige, wilde tante die van dansen, muziek en feesten hield. Het verhaal gaat dat toen haar geliefde Attis zijn liefde niet meer beantwoord zag door Cybele, hij zichzelf castreerde en overleed. Mannen die als priester Cybele wilden dienen, castreerden zich tijdens meerdaagse feesten waarop rijkelijk alcohol vloeide en hallucinerende drugs erin gingen als broodjes kaas.

Vanaf de zevende eeuw v.Chr. was Cybele gevreesd en geliefd in de Helleense gebieden, maar ze werd nooit uitgenodigd op de Olympos. Ze moest het als ‘buitenlandse’ godin doen met een altaar hier en een altaar daar. Zoals op Lesvos: een altaar in het kasteel van Mytilini en een plek in Mesa (bij Aya Paraskevi), waar ze de grote tempel deelde met Zeus en Dionysos. Er zullen vast meer plekken zijn geweest waar je een offer voor Cybele kon brengen, want er zijn genoeg beeldjes van haar gevonden op Lesvos en in geheel Griekenland.

Ze vond echter meer erkenning bij de Romeinen die dol waren op deze Grote Moeder en haar onder andere eerden als beschermgodin van de steden. Zo dobberde Cybele samen met de Romeinen de voorchristelijke tijd in, haar laatste jaren. Sommige wetenschappers zien Cybele als voorgangster van de heilige Maria. Deze onbevlekt ontvangen maagd was dan wel niet de moeder aller goden, maar wel van Gods zoon Jezus. Geen wilde dame, eerder een preutse, bedeesde maagd. Ik zie haar niet snel achter musici aan huppelen en wild in de rondte springen. Laat dat dansen maar aan de Grieken over op 15 augustus. Dan viert de orthodoxe kerk dat Maria is ingeslapen (volgens de katholieke kerk steeg ze die dag ten hemel). In Griekenland is dit Maria-feest na Pasen het grootste religieuze feest van het jaar. 

Maria stierf ergens tussen 36 en 50 n.Chr. in Jeruzalem of in Efeze, waarmee we weer terug naar Turkije gaan, want Efeze ligt niet ver van waar ooit Frygië zich uitstrekte. In de islam is Maria bekend onder haar Armeense naam Maryam, maar ze is daar lang niet zo populair. Toch zal er in Turkije ook de nodige drukte ontstaan op 15 augustus. Allereerst bij het sterfhuis van Maria, dat dankzij het visioen van een Duitse non die nog nooit haar heimat had verlaten, in 1881 werd ontdekt op de Nachtengalenberg, niet ver van Efeze. Het huis van de maagd Maria trekt nu stromen pelgrims uit alle hoeken van de wereld.

Een tweede, druk bezochte Turkse bedevaartplek is het Mariaklooster Sümela in Trabzon. Het is een indrukwekkend complex dat op 1200 meter hoogte tegen de rotswand van een berg is geplakt. Het klooster stamt uit de derde eeuw, toen twee monniken uit Athene het bouwden als onderdak voor een Maria-icoon. Na diverse restauraties door de eeuwen heen staan de machtige muren nog steeds te stralen in het magnifieke natuurgebied. In 2010 mocht er van de Turkse regering sinds lang geleden weer een mis worden opgedragen ter ere van het inslapen van Maria op 15 augustus.

Het merendeel van de staatjes uit Anatolië, zoals Frygië, ging later over in Helleense landen. Rond de vijfde eeuw sprak het merendeel van de bevolking in Klein-Azië Grieks en had het een christelijke godsdienst, de Grieks-Byzantijnse. Vanaf de elfde eeuw drongen echter steeds meer Turkse nomadenvolkeren het machtige Byzantium binnen en raakten er slaags met Grieken, waarna dit keizerrijk in de 14de eeuw het stokje overdroeg aan het Ottomaanse rijk. Een eeuw geleden wisten opstandelingen die macht te breken en ontstond het hedendaagse Turkije. 

De huidige Sultan meent dat de aan de Turkse kust grenzende Griekse eilanden bij Turkije horen. Maar wanneer je alleen al de geschiedenis bekijkt van Cybele en Maria, lijkt het er meer op dat West-Turkije juist een vrij lange Helleense achtergrond heeft. Laat de Sultan daar maar eens bij stilstaan, wanneer ook in Turkije op 15 augustus duizenden pelgrims Maria opzoeken.