Van papegaaivis tot zebravis

(papegaaivis, foto: internet)

Er is in de zomer aan jaarlijks terugkerende, succesvolle festivals geen gebrek op Lesvos. Naast de kleine, lokale feestjes die draaien om de patroonheilige van een kerkje, dorp of klooster, heb je in Molyvos in augustus ook nog het Arion Gitaar Festival* en het Molyvos International Music Festival** dat zich steeds meer uitbreidt naar de rest van het eiland. Lesvorianen houden van muziek en lallen – na wat glaasjes op – massaal mee met overbekende Griekse nummers, voordat ze de dansvloer opspringen. Maar eerst moet hun ziel tevreden gesteld worden met eten. 

De Griekse keuken is simpel en vers en smaakt eerlijk en hemels, zoals te proeven viel tijdens het onlangs gehouden, succesvolle Lesvos Food Fest, dat sinds 2017 elk jaar in juli plaatsvindt. Dit jaar fabriceerde Molyvos onder andere straathapjes, zoals de beroemde Spaanse boquerones fritos (gefrituurde anjovis, in ‘t Grieks gavros tiganitos) en imam op een stokje. Pètra had voedsel gemaakt rondom een traditionele bruiloft, waarop muziek en dans een vrolijke boventoon voerden, en Stipsi presenteerde allerlei gerechten met olijfolie. In Skala Kallonis kon je leren hoe je gezouten sardientjes moet eten (sardelles pastès), uiteraard met een plens ouzo, en in Mytilini legden specialisten culinaire eigenschappen uit van onder andere natuurlijke smaakmakers. Als ouzo-hoofdstad deelde Plomari wat van zijn ouzo-geheimen, Polichnitos had zoete en zoute hapjes met kaas- en andere zuivelproducten, en Erèsos legde het accent op stroop (vrasma geheten) die traditioneel van vijgen of druiven wordt gemaakt en waarmee voornamelijk gebak wordt gezoet.

Dan moet het Sardientjes Festival van Skala Kallonis nog komen***, vooral een schranspartij waarbij duizenden visjes op de grill zullen belanden en wederom fors met ouzo zal worden gesproeid. Sardientjes uit de Golf van Kalloni staan hoog op de Griekse culinaire ladder – ze zijn vet en vol smaak – wat uiteraard gevierd moet worden. 

Elk voorjaar wacht ik vol spanning op de eerste sardientjes, vis die in het winterseizoen niet wordt gegeten. Ook eet ik graag wat grotere vissen met wit vlees. Soms denk je dat je alle vissoorten die in de Egeïsche zee ronddartelen, geproefd hebt. Restaurants weten je echter telkens weer te verrassen met vissen die je nog nooit op je bord hebt gezien, zoals gisteren toen een ober ons skaros aanraadde, een vis die niet altijd te krijgen is; de vis was makkelijk te beschrijven: een papegaaivis, die alle kleuren van de regenboog kan hebben. Niet dat je die kleuren nog terugvindt, nadat de vis eenmaal op de grill heeft gelegen, net zomin als het papegaaienmondje (het kenmerk van deze vis) wat dan niet meer echt zichtbaar is. Daarmee knaagt hij onder andere algen van het koraal af, en het kalkrijke koraal wat meekomt en niet te verteren is, komt er later als fijn wit zand weer uit! Zo kan een papegaaivis wel 250 gram zand per dag uitpoepen, wat uiteindelijk maagdelijk witte stranden oplevert. Geen gek idee voor Lesvos om papegaaivissen te gaan kweken: kiezelstranden zijn hier in de meerderheid en wat meer witte zandstranden zouden vast en zeker meer volk trekken. 

Het is jammer om je tanden in een vis te zetten, die niet alleen beeldschoon is maar ook nog eens heel nuttig. Daar denk je echter niet aan, wanneer je met een knorrende buik de ober aanhoort die meldt wat er die dag aan vis te krijgen is. Hij zou van de vis niet de schoonheid moeten roemen maar alleen de lekkere smaak prijzen. Want stel je voor dat hij over elke vis uitgebreid gaat vertellen?! Bijvoorbeeld dat een zeekat of sepia (soepia) zich in allerlei kleuren kan hullen om onzichtbaar te worden, wanneer er op hem gejaagd wordt. En wanneer deze inktvisachtige verliefd is, hult hij zich in zebra-print. Of hij kan de bruine tandbaars (rofos) aanprijzen als een smakelijke knuffelvis, vanwege zijn dikke zoenlippen. Misschien dat de ober zijn neus ophaalt, wanneer hij de groezelige maar uiterst smakelijke zeeduivel (peskandritsa) beschrijft die zich het liefst in de vette modder op de zeebodem verschuilt. Of wanneer hij je uitlegt, dat de gevaarlijk uitziende stekels van de rode schorpioenvis (skorpino) weliswaar niet giftig zijn maar je gemeen kunnen prikken. Of wanneer hij ruwe haai (galeos) aanbiedt, waarbij hij vergeet te vermelden dat deze soort geen mensen eet maar een lieverdje onder de haaien is, zoals eigenlijk de meeste soorten van deze gevreesde vissenfamilie. 

Nee, het is maar goed dat er niet ook nog een vissenfestival is waarop al die smakelijke doch soms fraaie of vervaarlijk uitziende vissen geëtaleerd worden. Dan zou ik misschien wel stoppen met vis eten. En die verorberde papegaaivis zal ik zeker niet snel vergeten: niet vanwege de smaak die mals en zoet was, maar om zijn kleurrijke verschijning en zandproductie.

* Arion Gitaar Festival (1 – 7 augustus)

** Molyvos International Music Festival (11 – 19 augustus)

*** Sardientjes Festival Skala Kallonis (31 juli)