Send me a postcard, darling

(Foto: Tower House van Stèlios Kouniaris)

Vroeger, toen de televisie nog niet bestond en je als kind nog geen kranten las, waren ansichtkaarten de eerste plaatjes van een verre exotische wereld die je kreeg te zien: Spaanse danseressen (met stoffen rokjes!), een ezel met een strooien hoed op, berggezichten met azuurblauwe meren, of een mannetje in Lapse klederdracht. Tegenwoordig blijven brievenbussen angstvallig leeg en zijn ansichtkaarten verzamelobjecten geworden. 

De schilder Theophilos Chatzimichaïl (Theophilos) werd rond 1870 in Varia (bij Mytilini) geboren. Hij was dé schilder van Lesvos, ook al bracht hij niet zijn hele leven op Lesvos door. Naast zijn kunstenaarsbestaan werkte hij als portier voor het Griekse consulaat in Smyrna, als herder in Pilion en deed hij allerhande klusjes in Volos. Na zo’n 30 jaar in andere contreien te hebben geleefd, zocht hij zijn eiland weer op en stierf ongeveer 5 jaar later (1934).

Hij was een vreemde vogel, die regelmatig op de hak werd genomen. Hij adoreerde geschiedenis en paradeerde het liefst als een fiere Alexander de Grote, een bont geklede krijger uit het oude Macedonische leger of als een stoere held uit de onafhankelijkheidsoorlog begin negentiende eeuw rond.

Voor de kost maakte hij schilderijen en theaterdecors, maar was ook niet te beroerd om in ruil voor een maaltijd een cafémuur op te vrolijken. Het kleurrijkste feit dat over hem wordt verteld, is dat hij enige tijd in de holle boom van een café in Karini (Lesvos) woonde.

Veel van zijn schilderingen zijn met de tijd vergaan. Naar aanleiding van een tentoonstelling van zijn weinig overgebleven werk in het Benaki Museum te Athene is er een discussie losgebarsten over de vraag of Theophilos wel de warrige, eigenzinnige kunstenaar was, zoals hij vaak wordt beschreven: zo simpel als zijn schilderkunst.

In de tijd dat Theophilos leefde waren ansichtkaarten al in de mode. Op foto’s en ansichtkaarten uit die tijd stonden veelal dezelfde onderwerpen die ook Theophilos schilderde: mensen in traditionele of oude klederdracht, rustieke tafereeltjes van herders of meisjes op het platteland en landschappen met dorpen op de achtergrond. Maria Moschoe, kunsthistorica uit Athene, vraagt zich in een artikel in de Athens Plus van 1 oktober 2010 af, of de mensen zich niet vergissen en Theophilos juist heel goed bij de pinken was en schilderde wat de mensen in die tijd graag wilden zien.

En wat zou Theophilos geschilderd hebben, mocht hij een eeuw later hebben geleefd? Zou hij auto’s hebben neergezet op de wegen, of zou hij juist landschappen hebben gekozen waarin geen vooruitgang te zien is? Zou hij toeristen als onderwerp hebben genomen, die veelal in schamele kleding door de straatjes van Molyvos en Pètra sjouwen, of in cementstof gehulde Albanese arbeiders op bouwplaatsen? 

De hedendaagse Theophilos van Molyvos, Stèlios Kouniaris, storen het bloot en de auto’s van onze moderne maatschappij niet. Op zijn kleurrijke schilderijen ontdek je auto’s en in badpak zonnende toeristen. Ze zijn niet prominent aanwezig, maar de tekenen van de moderne tijd, net als rondzwervende honden en katten, zijn deel geworden van zijn werk.

Zowel het werk van Theophilos als dat van Stèlios Kouniaris geven een kleurrijke kijk op het Griekse leven, een fraaie souvenir om mee naar huis te nemen. Voor het werk van Theophilos moet je het doen met ansichtkaarten, tenzij je een echte kunstverzamelaar bent en er een lieve duit voor over hebt om in het bezit te komen van een echte Theophilos. Het werk van Stèlios Kouniaris is nog te betalen, hoewel ook hij stapeltjes ansichtkaarten van zijn werk heeft liggen in zijn atelier. Wie durft er nog een ansichtkaart te versturen?