Klimaatverandering

Het is voor het eerst dat ik het gevoel heb dat Lesvos ook meedoet met de opwarming van de aarde. Voorgaande jaren hadden we best koude, lange winters en geen oververhitte zomers. Afgelopen zomer was er zelfs geen noemenswaardige hittegolf, waar Griekse zomers toch om bekend staan. Augustus was zelfs koel te noemen, met een niet aflatende noordenwind die de zee ijskoud hield aan de noordkant van het eiland. Griekse zwoele avonden waren daar ver te zoeken.

Het beviel de zomer wel zo cool te zijn, maar nu weet-ie van geen wijken. De temperatuur komt enkel ’s avonds wel eens onder de 20oC en stoere mensen zwemmen nog steeds dagelijks in het inmiddels aangenaam lauwe zeewater. Elk nat en stormachtig front dat de Zuid-Europese landen teistert en een poging doet het eiland te bereiken, wordt netjes doorverwezen naar andere gebieden. Hoe de weerberichten ook hun best doen fikse buien naar het eiland te praten, je ziet ze statig langszeilen, op wat enkele eigenwijze wolkjes na die het eiland van nét genoeg water voorzien om te voorkomen dat planten, bomen en slakken klachten hebben.

Er kleven echter nadelen aan deze eindeloos lange nazomer. Insecten worden deze maanden gruwelijk oud voor hun doen en zoemen nog rond alsof het hartje zomer is. Ik heb zelfs medelijden met de eenzame, dikke hommel die nog naarstig op zoek is naar nectar. Ik zie mensen – kennelijk super aantrekkelijk voor vampiers – forse gevechten leveren met luid zoemende, bloeddorstige muggen. Ze houden er joekels van rode bulten aan over. Veteranenmuggen zijn kennelijk nog vervelender dan de gewone zomermug.

Het zijn niet de enige steek-plaaggeesten die nog rondspoken. Ook de olijven worden geterroriseerd door vliegend wild: de beruchte olijfvlieg (Dacus oleae of Bactrocera oleae), in de volksmond dakos genoemd. Vorig jaar hielp deze grootste vijand van de olijven zowat de helft van de oogst naar de filistijnen. Dit jaar jubelde men over de komende overvloedige oogst: takken hingen zó vol met olijven dat ze een vrolijke buiging naar de aarde maakten. De bomen hadden een prima winter gehad, met een overvloed aan water, en de dakos hielden zich koest. Tot deze extreem lange nazomer. Dakos kunnen – naargelang het weer – wel 3 tot 5 keer per seizoen eitjes leggen, wat ze deze warme herfst een recordaantal aan kroost heeft opgeleverd, die een kwalitatieve oogst in gevaar brengen.

Dakos vrouwtjes proberen hun eieren in een olijf te deponeren, wat de nodige rottigheid geeft en waardoor de kwaliteit hard hollend achteruit gaat. De meeste vruchten vallen weerloos en vroegtijdig uit de boom en de olijven die met een jaap van een gat nog in de boom hangen, kunnen een olie van hoge kwaliteit (die je zo als ’n borrel naar binnen slaat) wel schudden: wat ervan overblijft, is een lampenolie-kwaliteit die uiteraard veel minder geld opbrengt. Vooral op Kreta hebben de dakos dit zonnige najaar dusdanig huisgehouden, dat de olijfboeren er wederom geen dikke portemonnee aan overhouden.

Uiteraard wordt er geklaagd over klimaatsverandering, ook al heb ik de laatste jaren niet echt toenames van regen, wind of warmte geconstateerd op het eiland. Sterker nog, er zijn vrienden die hier al tientallen jaren komen en de mond vol hebben van de goede oude tijd, toen het merendeel van de winterdagen ronduit zomers waren. Ik zou bijna zeggen dat Lesvos niet opwarmt, maar juist afkoelt, wat weliswaar ook onder klimaatsverandering valt.

Het lijkt dus wel alsof Lesvos in een soort luwte van de klimaatsverandering ligt. Het enige waar het eiland echt onder lijdt, zijn de vluchtelingenstromen en Europa dat zich het lot van zowel die vluchtelingen als de verarmde Grieken niet aantrekt. Dat valt niet onder klimaatsverandering, maar onder de verhuftering van de maatschappij. Griekenland voert geen Zwarte-Pieten-oorlog maar discussies over hoeveel vluchtelingen het land aankan, waarbij hooligans en andere harde schreeuwers het volk opjutten tot anti-vluchtelingen-acties. Op het vasteland hakken ze elektriciteitspalen om die een vluchtelingenkamp voorzien van elektriciteit, organiseren ze een barbecue met varkensvlees naast een kamp of houden bussen tegen met vluchtelingen die naar een nieuw kamp komen.

Het groepje actievoerders dat anti-vluchtelingen is, is relatief klein op Lesvos. Er steken juist steeds meer initiatieven de kop op om vluchtelingen een draaglijk bestaan te geven, terwijl ze onder barre omstandigheden eindeloos wachten om door de administratieve molen te mogen. Het lijkt erop dat het eigenzinnige Lesvos lak heeft aan zowel klimaatsverandering als aan de verhuftering van de maatschappij.