Monumenten van Lesvos

Lesvos is gezegend met wel elf miljoen olijfbomen. Talloze idyllische landweggetjes strekken zich uit tussen tijdloze, verborgen olijfgaarden. De fraaie kronkels van oude stammen en het spel van zilvergroene blaadjes met het zonlicht zijn net zo adembenemend als spectaculaire zonsondergangen.

Laatst maakte ik een wandeling door olijfgaarden bij de Golf van Jèra en was verbaasd, dat er zoveel dikke olijfbomen stonden te wiegen in een zuchtje zeewind. Dikker dan vier man hand in hand eromheen.

Een boer vertelde dat sommige wel 500 jaar oud waren. Er zijn meer van zulke joekels op het eiland, en telkens ontdek ik nog meer exemplaren die de slachting hebben overleefd van de Grote Koude in 1850. Toen, in januari, zorgde een dagenlange vrieskou – die begon met een plotselinge temperatuursdaling van plus 10C naar minus 8C – dat het nieuw aangemaakte sap in de bomen terstond bevroor, wat het leven kostte aan het merendeel van de olijfbomen op het eiland.

Verschillende landen claimen de oudste olijfboom te hebben. Zo staan er duizenden jaren oude bomen in Israël, Malta, Kroatië, Portugal en Italië. De oudste Griekse olijfboom staat op Kreta, in Voeves, en wetenschappers schatten zijn leeftijd tussen 3000 en 5000 jaar oud. Dat is vele malen ouder dan Methusalem!

Volgens de Griekse mythologie stond de allereerste olijfboom in de Griekse hoofdstad, op de Akropolis. Nu resten er nog enkel verhalen over hoe sterk hij was. De godin Athene schonk de boom aan de hoofdstad van Attica, die de boom verkoos boven de zoutwaterbron die de zeegod Poseidon er had geslagen. Zo kreeg deze stad de naam Athene en groeide de olijfboom uit tot een symbool voor vrede, welvaart, herrijzenis en hoop.

Poseidon, kennelijk een slechte verliezer, liet een woedende bliksemschicht neerdalen op Athene’s olijfboom, die vervolgens verbrandde. Maar de volgende dag verscheen er al een lichtgroene loot die de boom nieuw leven gaf: herrijzenis. De boom ging in 480 v.Chr. wederom in vlammen op, toen de Perzische koning Xerxes Athene in de as legde. Ook toen kwamen nieuwe loten al vrij snel op. Hoe de boom tenslotte is gesneuveld, weet ik niet. Nu staat er een relatief nieuwe boom te wiebelen op de heilige plek naast het Erechtheion.

Een olijfboom schenkt naast olijven en olie ook brandhout, dat zó sterk is dat je er leeuwen mee kunt neerslaan. Tenminste, zo verhaalt de mythe over Herakles die twee leeuwen vloerde met een knuppel van olijfhout, waarna hij ze met zijn blote handen wurgde. Eerst de leeuw van Kithairon, en veel later de Nemeïsche leeuw die hij moest doden als een van de twaalf straftaken die hij kreeg opgelegd door de koning van Mycene, nadat Herakles in een vlaag van waanzin zijn eigen kinderen had vermoord. Overigens, olijven worden niet met olijfhout uit de boom geslagen, maar met stokken (debla’s) van kastanjehout, een houtsoort nog harder dan die van de olijfboom.

De kleinere en buigzame olijftakjes zijn goed voor gevlochten kronen om Olympische winnaars mee te huldigen. Eén simpel takje biedt al de mogelijkheid om vrede te stichten. De oudste afbeeldingen van vredestakjes zijn in Egypte gevonden, stammend uit een tijd lang voordat de Grieken met dit symbool aan de haal gingen. Het olijftakje is op menige oude Griekse munt afgebeeld.

Nu liggen deze symbolische takjes massaal bijeengeraapt in de olijfgaarden. De oogst is in volle gang en overal hoor je het klepperdeklep van de stokken waarmee de bomen worden leeg geslagen. Het oogsten gaat al eeuwenlang hetzelfde op het eiland, ook al schudden sommigen tegenwoordig de bomen leeg met een elektrische debla. Grotere machines – die over de velden denderen – komen niet in aanmerking voor de oogst op het eiland, omdat veel bomen zich verschuilen op afgelegen en moeilijk te bereiken plekken of op onmogelijk steile hellingen. Duizenden terrassen (pezzoulas) zijn er gebouwd om de olijfbomen een plek te geven, en evenzovele steunmuurtjes, opgetrokken uit natuursteen. De uitvinding van de auto – en dan vooral het ‘bakkie’ waarin het gros van de Griekse boeren rijdt – zal voor de meeste olijfplukkers een geschenk uit de hemel zijn geweest: de zakken waarin olijven worden vervoerd, wegen zo’n 60 kg die voorheen een ezel of muilpaard naar de pers moest sjokken. Vroeger werd de ezel zelfs ingezet om de olijven te persen en liepen ze eeuwenlange rondjes om enorme maalstenen draaiende te houden. Nu zie je hoogstens nog wat ezels de zakken van de terrassen afdragen naar een klaarstaand bakkie.

Lesvos telt ongeveer 122 bomen per inwoner (in heel Griekenland is dat 9,5, in Spanje 5,4 en in Italië 3,0), maar er zijn slechts weinig grote olijfboeren. Er moet hard gewerkt worden om het vloeibare goud te verkrijgen, zoals Homeros olijfolie ooit noemde: 3 tot 5 kilo olijven geven 1 liter olie die dit jaar 1,80 tot 2,10 euro oplevert, naar gelang de kwaliteit. Ook al kun je er niet een heel jaar van leven, voor veel mensen is het een welkome aanvulling op hun vaak krappe inkomen. Sinds de crisis zie je dan ook dat steeds meer verwaarloosde olijfgaarden worden opgeknapt.

In 500 v.Chr. schreef Herodotos dat olijfbomen zó heilig zijn, dat alleen maagden en eunuchen ze aan mochten raken. Dat moet toen een vrolijk spektakel zijn geweest tijdens het oogsten! Antieke bomen hebben heel wat verhalen te vertellen, als ze konden spreken. Die honderden jaren oude bomen, zouden net zoals de versteende bomen op de monumentenlijst moeten staan.