Honingzoet

Lesvos heeft naast olijfolie en geitenkaas nog veel meer te bieden: het eiland druipt bijvoorbeeld van de honing. Vraag je iemand waar je goeie honing kan kopen, dan hebben ze allemaal een ander adresje. Ieder dorp zijn eigen imker, lijkt het wel, en bij welke lokale verkoper je ook aanklopt, hun honing smaakt als een godenspijs. 

Ik las ergens dat de belangrijkste nectarleverancier op Lesvos monnikspeper is (Vitex agnus-castus). In combinatie met andere bloemen geeft dat lente- en zomerhoning van diepzoete, wilde bloemennectar. Er zijn echter nog veel meer smaken: winterhoning van honingdauw, tintelende tijmhoning, lichtvoetige heidehoning en eigenzinnige, ietwat bittere kastanjehoning. Ik werd zelfs aangenaam verrast met een potje eikenhoning, grof en niet te zoet. En een potje met honing van de aardbeiboom (Arbutus unedo) die door zijn bitterheid opviel. Ik aarzelde even deze te proeven, want hopelijk heeft de imker zijn korven niet in het gebied van de gele rododendrons gezet, waar ook aardbeibomen groeien. Honing van die zoet geurende bloemen is namelijk giftig. Daar kwamen rond 400 v.Chr. de soldaten van het leger van Xenofoon achter, toen ze in Trebizonde hun buiken rond aten met dat spul. Gelukkig was de vijand niet in de buurt toen ze al kotsend en halfdood in de bosjes lagen, anders hadden ze dagen later nooit verder kunnen trekken.

Zo’n honderdtien imkers van over het gehele eiland zijn aangesloten bij de coöperatie voor bijenhouders (Lesvos honey), met zo’n 10.000 bijenkorven Maar er zijn er ook die zelfstandig opereren, zoals het honinghuisjevan Pavlis bij Kalloni, Andonis Georgiou in Sigri of Melostagma in Skalochori. Er zijn heel wat bijen voor nodig, want één theelepel honing is het levenswerk van 12 bijen! 

Ook elders in Griekenland kun je van lokale honing smullen. Dankzij een grote variëteit aan bloemen en bomen produceert het godenland misschien wel de beste honing van de wereld. Het heeft bovendien de meeste bijenkorven per vierkante meter in Europa en wordt beschouwd als de wieg van de imkerij. 

De eerste honingbij was Melissa, die begon als kleine, kogelronde nimf met piepkleine vleugeltjes. Toen Zeus in het huwelijk trad met Hera, stapelden de cadeaus zich op. Melissa bracht een een bescheiden schoteltje honing. Zeus en Hera hadden nog nooit zoiets goddelijks geproefd en vroegen Melissa of ze een wens had. Melissa had last van dieren die haar honing kwamen stelen. Dus vroeg ze een wapen om haar productie te kunnen verdedigen. Zeus werd pissig, want ze vroeg naar iets wat geweld kon oproepen, een taboe op huwelijksfeesten. Hij gaf Melissa weliswaar een heel bijenvolk van wie zij de koningin moest zijn, maar ze werd ook uitgerust met een stevige angel, die – wanneer ze hem zou gebruiken – haar eigen doodvonnis zou tekenen. Zo kwam het dat de damesbijen zijn uitgerust met een angel, en wanneer het echt niet anders gaat, kunnen ze harakiri plegen door iemand te steken.

Vroeger geloofden de Grieken, dat de honing uit de hemel kwam druppelen en dat de bijen de taak hadden deze ‘hemeldruppels’ te verzamelen. Soms werden ze er ook op uitgestuurd om bij slapende mensen een druppel honing op de lippen te laten vallen, waarna uit hun mond de mooiste verhalen, liedjes of gedichten ontsproten. Dat schreef tenminste Pausanias over de muzikant Pindaros. Maar ook dichters zoals Homeros en Sappho worden ervan verdacht door bijen te zijn gekust, met honing op hun lippen. 

Geen wonder dat honingdrank (nectar) het favoriete drankje van de Olympische goden was. Nu weten we echter wel beter: bijen verzamelen nectar van bloemen. Of ze oogsten een vloeistof van blad- en schildluizen, witte vliegen en bepaalde schimmelsoorten. Die houden vrolijke zuippartijen met plantensap, en de suikers die ze niet kunnen verteren, scheiden ze af als een soort nectar: honingdauw (hè jakkes, dat klinkt als luizenpis!). Waarna nectar en luizenpis in bijenkorven in honing wordt omgetoverd. 

De honing wordt in potten gedaan en onder andere gebruikt om baklava mee te maken (filodeeg met noten en honing), loukoumades (kleine, gefrituurde deegballen zwemmend in een honingsiroop) of melomakarones met de kerst (zoet gekruide honingkoekjes). Of hij wordt in allerhande schoonheidscrèmes verwerkt, zoals producten van Apis Fabricca (Mandamados). 

Wanneer ik mijn honingnachtcrème opbreng, deels dus geproduceerd door luizen, zal ik eens nadenken over de rol van die akelige kleine loeders, wier hoofdtaak het is mijn rozen op te peuzelen. Dat ze meewerken aan het maken van een godenspijs, doet ze wel een beetje in mijn achting stijgen. Hoewel dat niet voldoende reden is om komende zomer te stoppen met ze te vernietigen.