Een boze buurman

Op dit moment heeft iedereen de lente in zijn hoofd en overal wordt gezwabberd, geveegd, geverfd, gemaaid, gesnoeid en gepoetst: Lesvos kachelt naar een nieuw seizoen vol verrassingen. Wederom is er iemand die een bootverbinding tussen Pètra en Turkije heeft aangekondigd (er is momenteel alleen een regelmatige oversteek tussen Mytilini en Turkije). Dat is al zó vaak gebeurd, dat iedereen nu stiekem denkt: “eerst zien, dan geloven”. Bovendien komt die zo gewilde veerdienst helemaal niet zo goed uit: Nederlanders en Duitsers zijn niet echt meer welkom aan de andere kant van de Egeïsche plas, en dat de Turkse ‘sultan’ ook ruzie zoekt met het eiland, blijkt uit dagelijkse schendingen van het Griekse luchtruim door Turkse straaljagers, met als grootste provocatie een Turkse helikopter die gisteren zonder toestemming enkele minuten boven Mytilini vloog.

De Grieken – indien ze geen connectie hebben met de Gülen-beweging – kunnen, voor zover ik weet, zonder angst nog goedkoop gaan shoppen in Turkije. Ik heb nog van geen Griek gehoord, die er een rekening heeft op de verkeerde bank en die niet meer terug mag komen. Ook heel wat Turken laten zich niet weerhouden door de spanningen die de sultan creëert en komen Lesvos bezoeken; alleen vraag ik me wel af welke Turken dat zijn, die een uitreisvisum krijgen.

Nu zou de sultan dit mooie eiland – en nog enkele meer die dicht tegen zijn kust aanliggen – het liefst piefpafpoef innemen. Heel wat miljoenen jaren geleden zat Lesvos vast aan het land waar nu de rode vlag met krimpende maan en ster wappert, getuige de resten van dinosaurussen en mammoetachtige olifanten die hier ooit op het eiland vertoefden en er toen echt niet op vakantie waren. Machtige Ottomanen hebben het op Lesvos een aantal eeuwen voor het zeggen gehad. Dat klopt, maar dat deden ze vanuit een reusachtig rijk dat via talrijke Arabische landen tot en met Israël/Palestina doorliep. En die landen eist hij nu toch ook niet op? Voor het gemak is meneer de Sultan bovendien vergeten, dat grote delen van het huidige Turkije vóór het Ottomaanse Rijk eeuwenlang werden bewoond door Helleense volkeren (vandaar al die Griekse tempels in Turkije). Maar dat de sultan zijn geschiedenis niet goed kent, dat wisten we al.

Zoals Bashar Al-Assad zijn prachtige land opoffert aan ik-weet-niet-welke waanzin, lijkt ook de sultan erop uit om zijn land naar de afgrond te voeren. Steeds meer toeristen voelen zich niet meer lekker in Turkije, waar tienduizenden mensen zijn opgepakt die de sultan eenvoudigweg niet aanstonden, bankrekeningen worden bevroren en de economie aan het wankelen gebracht. Misschien weet de sultan de Syriërs niet meer te overtuigen om de gevaarlijke oversteek op wankele bootjes naar Europa te wagen, maar als hij zo doorgaat komt er een volgende vluchtelingenvloot met krakkemikkige bootjes naar het eiland gevaren, ditmaal vol Turken.

Het is natuurlijk altijd wel een beetje hommeles geweest tussen Griekenland en Turkije. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Er waren bijvoorbeeld heel wat jaren dat er geen toeristische bootjes heen en weer mochten varen tussen de Griekse eilanden en Turkije. De sfeer hangt van de staatshoofden af en het is duidelijk dat de sultan koers zet naar een behoorlijk grimmigere horizon. Er hoeft maar íets te gebeuren en het lijntje Pètra – Turkije kan weer worden opgedoekt.

Onder het Ottomaanse bewind viel trouwens best wel te leven. Dankzij zijn uitstekend varende handelslui kreeg Lesvos veel privileges en groeide uit tot een van de meest welvarende gebieden in de Levant, handel drijvend in onder andere olijfolie, zeep, wijn en schepen over een behoorlijk deel van de wereld. Nadat het eiland weer met de Griekse vlag mocht zwaaien, smolt de rijkdom als sneeuw voor de zon en vervielen talrijke fabrieken en imposante huizen tot stille getuigen van deze gouden eeuw van Lesvos.

Enkele jaren geleden is Lesvos uitgeroepen tot één groot geopark (van Unesco). Helaas heeft dat nog niet voor hele volksstammen toeristen gezorgd, zoals bijvoorbeeld in de Amerikaanse natuurparken het geval is, en dus is een nieuwe welvaart – met name ook vanwege de Griekse crisis –  uitgebleven. Bovendien zijn er nog steeds mensen die denken, dat zich vluchtelingen verbergen tussen de knalrode klaprozen, de oudroze tamarisken die de stranden bewaken, de veelkleurige anemoontjes, de zeeën van orchideeën en ik-weet-niet-wat voor andere bloementapijten. Maar beklim je te voet of per auto de groene Olympos, dwaal je langs de grillige kusten van de blauwe baaien van Kalloni en Jèra, raak je betoverd door de bergen boven Plomari of waai je uit op de verlaten stranden van Sigri, dan is er geen sterveling (en dus ook geen vluchteling) die je tegenkomt.

Wanneer ik de sultan zou zijn, zou ik inderdaad meteen Lesvos inpikken en er een privé-eiland van maken. Alle ingrediënten voor een paradijs zijn er aanwezig: mysterieuze grotten, klaterende watervallen, steile bergen met jungleachtige begroeiing, al het fruit dat je je kunt wensen en dat alles omgeven door de blauwe Egeïsche zee. Grappig genoeg schijnt het Turkse vasteland, grenzend aan de Egeïsche zee, aanwijsbaar te groeien, dus met een beetje geduld zou de sultan geen vinger hoeven uit te steken voordat Lesvos tegen Turkije aanschurkt. Dat zal echter wel heel veel geduld vragen, aangezien het land gemiddeld 1 mm per jaar aangroeit. Dat het land in beweging is, bewijzen de talrijke aardbevinkjes die in de Lesvoriaanse regio worden gevoeld, maar waarvan de epicentra vaker in Turkije liggen, dan op het eiland.

Voordat het echter zover is, gaat het eiland een nieuw seizoen in. De lente was laat en met haastige spoed besloot ze alsnog aan te treden, wat een explosie aan bloemen opleverde. Het eiland is nu op zijn mooist, ook al zijn er gebieden die duidelijk te droog zijn voor de tijd van het jaar en hun bloementooi temperen. 

Lesvos is echter rijk aan natuurlijke waterbronnen; zo snel zal het eiland zich niet gewonnen geven aan de opwarming van de aarde. Net zoals zijn bewoners als gedegen straatvechters de crisis te lijf gaan. Na alle ellende krijgen ze eindelijk een cadeautje, en wel van de sultan: toeristen die liever even niet naar Turkije gaan, komen hier eens voorzichtig snuffelen aan wat zo’n eiland onder dezelfde zon te bieden heeft. En dan ook nog een nieuwe bootverbinding vanuit het meest toeristische gebied naar het land van de sultan, waar een Griekse tempel en Assos, het tweelingstadje van Molyvos, lokken. Of zou deze nieuwe veerdienst juist honderden Turkse toeristen naar het eiland brengen? Nu maar hopen dat dat geen paard van Troje blijkt te zijn.