De werken van Sigri

Je kunt me ’s zomers altijd wakker maken om naar Sigri te gaan. Naast lekker eten en een gezellig dorpsstrand aan een oogverblindend blauwe baai vind je buiten dit dorp tal van langgerekte zandvlakten. De enige strandtent (Etsi) staat op Faneromeni; op de andere stranden vind je hooguit luid krijsende zeemeeuwen. Etsi, beheerd door Nondas, ligt totaal verlaten op de grens tussen uitgestrekte velden en lage zandduinen die de schuimende golven temmen. De imponerende leegte en de zich zelden koest houdende zee geven een optimaal gevoel van sereniteit. Men serveert er alleen koffie, drank en een tosti, tenzij je reserveert en Nondas’ moeder voor je kookt. In alle rust eten op Faneromeni is een droom. Vind ik.

De winter is de periode waarin wilde plannen worden gesmeed om toeristen naar het eiland te lokken. Ook Sigri is deze winter niet in slaap gesust, maar borrelt van de energie. Er was zelfs een kerstcommissie. En nu brainstormt men over hoe Sigri aantrekkelijk te maken voor vakantiegangers. Dan zullen ze toch eerst het ei van Columbus moeten vinden.

Er gaan geruchten dat de grootste publiekstrekker, het interessante Natural History Museum van het versteende woud op Lesvos, deze zomer dicht zal zijn wegens verbouwingen. Tijdens de aanleg van de nieuwe weg tussen Kalloni en Sigri zijn zóveel versteende bomen gevonden, dat uitbreiding noodzakelijk is. Daar zal de commissie van toeristentrekkers niet blij mee zijn, want er is ook nog het kasteel dat allang had moeten zijn gerestaureerd, een haven die nog net niet open kan en een oude hamam die moet worden gerenoveerd.

Vroeger vormden zich dorpen rond plekken waar waterbronnen waren. Zo ook in de heuvels boven Faneromeni, waar Paleochori (het oude dorp) ontstond en waar zelfs een kasteel zijn beschermende muren omheen had geslagen. Lesvos was rijk aan kastelen, waarvan vele werden vernietigd toen de Ottomanen in 1462 het eiland veroverden. Zo ook het kasteel van Paleochori. De bezetters hadden zich in Sigri genesteld wegens de natuurlijke en beschutte haven, en in 1746 liet sultan Mehmet er een nieuw kasteel verrijzen, waarvan de bouwvallige muren nu nog wankelend overeind staan. Misschien vonden de Ottomanen Sigri toen ook al te rustig: rond 1750 werden de bewoners van Paleochori gedwongen naar Sigri te verhuizen. En omdat er in een dorp nou eenmaal gewassen moet worden, liet de sultan een keramische pijplijn aanleggen van de waterbron in Paleochori naar een waterbekken in Sigri, een Romeins waterwerk waardig. Vanaf dit waterreservoir liep een waterleiding naar de haven, zodat de schepen drinkwater konden inslaan; een andere pijplijn liep naar een hamam.

Sindsdien is er niet veel teruggevonden van het waterrijke Paleochori, maar wel het waterbekken in Sigri, net zoals delen van de waterleidingen in het dorp, met vertakkingen naar diverse fonteintjes die menige straat sieren. In 1870 vond men het nodig om boven het waterbekken een moskee te bouwen. Toen Lesvos de Ottomanen wist te verdrijven, werd in 1923 de minaret omlaaggehaald en de rest omgebouwd tot een kerk. Dit is de Aya Triada kerk, die nog steeds fier de winden trotseert.

Hoe alleen deze kerk met haar verborgen waterbekken, de idyllisch witte huisjes en de flonkerende baai met levendig dorpsstrand toeristen moeten trekken, weet ik even niet. Nondas echter wel. Hij heeft een kok in de arm genomen om van Etsi een echte taverne te maken.

Het verleden is boeiend, maar we moeten het vizier ook naar de toekomst richten: een nieuwe haven, een groter museum. En dan heeft Sigri ook nog een eilandprimeur: bier! Jonge ondernemers brouwden vorig jaar heerlijk nomadenbier: het blonde Nissiopi en het donkere Sedusa. Bij gebrek aan een eigen brouwerij werd het Sigriaanse recept ergens anders gebrouwen. Maar de fraaie flesjes vlogen over de toonbank en dat was niet alleen aan mij te danken, ik die als niet-bierdrinkster maar een bescheiden deel van de voorraad heb geledigd, zó lekker smaakte het.

In enkele maanden kan er geen brouwerij uit de grond worden gestampt, zeker niet wanneer er eerst nog sponsors moeten worden gezocht. Maar ik weet bijna zeker dat er in de zomer van 2021 een kleine bierbrouwerij te bezoeken valt in Sigri, nadat men de vergrote haven en de nieuwe verzameling van het museum heeft bewonderd. En misschien dat je tegen die tijd ook nog het stof van je af kunt spoelen in de hamam.

Er is ook het verhaal over de grote Franse schrijver Albert Camus (1913-1960), die een tijdje doorbracht in het gemoedelijke Sigri en zó onder de indruk was van het rustieke leventje, dat hij er het liefst wilde sterven. Het is dat hij een jaar later in Frankrijk verongelukte, anders was hij teruggekomen en was Sigri het fameuze dorp van Camus geworden.

Wil je genieten zoals Camus dat deed, dan heb je nog één stille zomer te gaan voordat ook Sigri zich kan scharen onder de plekken waar toeristen massaal selfies met ondergaande zon komen nemen. Want waar je ook bent in Sigri, de zon in de zee zien plonzen is een adembenemende gebeurtenis.