Vluchtelingenweer

De zomer is eindelijk gearriveerd: wilde bloemen verheffen hun laatste geurende bloemblaadjes, de acaciabomen huilen witte bloesem en de graslanden verkleuren naar hun typisch verdroogde, gele, zomerse kleur. De zee is weer knalblauw, net zoals de lucht erboven. Wanneer ook de witte koppen op zee verstillen, kijk je dwars door het heldere water naar het mysterieuze onderwaterlandschap waarin vissen rondzwemmen en zeewier je vrolijk toezwaait. 

Wanneer de zee zo aanlokkelijk is, zeggen we tegenwoordig: het is vluchtelingenweer. En ja hoor, daar komen ze de volgende morgen weer aanzetten op rubberboten waarin soms wel vijftig personen of zelfs méér worden gepropt. Juichend wanneer ze heelhuids Lesvos’ stranden bereiken, of schreeuwend wanneer ze een eind van de wal al te water geraken. Meestal komen ook die mensen alleen met de schrik vrij.

Deze zomer zal de zee moeten worden gedeeld met deze groep mensen die huis en haard hebben verlaten. En ook het brood en water zal moeten worden gedeeld. Hier in Molyvos is geen Rode Kruis of andere officiële opvang, behalve een handjevol mensen van de havenpolitie. Plus een kring vrijwilligers, die zodra de boten in zicht zijn – dat is dus elke dag dat er geen harde wind over de zee regeert – klaar staat om vluchtelingen op te vangen met water, brood, luiers en eventueel droge kleding. Zijn de aantallen te groot of de mensen te nat, dan wordt het gehele dorp opgeroepen te helpen. Wat een aantal weken geleden resulteerde in een parkeerterrein vol vluchtelingen tegenover bijna het voltallige dorp dat zijn bijdrage kwam brengen.

Nog nooit lagen de stranden van het eiland zó vol met rubberen boten, binnenbanden en reddingsvesten. Heel navrant, want een aantal stranden heeft ook dit jaar weer het keurmerk Blauwe Vlag ontvangen. 

Nog geen honderd jaar geleden was het trouwens nog veel erger: tijdens de eerste week van oktober 1922 arriveerden 50.000 mensen, voornamelijk uit het tegenover liggende Ayvalik (en Izmir) waar de Grieks-Turkse oorlog op zijn einde liep (de beruchte bevolkingsruil vond een jaar later plaats). Veel van deze vluchtelingen zijn op het eiland gebleven, met als resultaat dat een groot aantal huidige bewoners nazaat is van een vluchteling. 

In één week tijd zullen we nu de 50.000 niet halen, maar geschat wordt dat er soms wel zo’n 1000 vluchtelingen per dag aankomen op het gehele eiland. En dan hebben we het niet over andere Griekse eilanden zoals Chios, Samos, Leros, Kos en Rhodos, die ook in trek zijn bij de mensensmokkelaars. De eilanden zijn niet berekend op deze ongekend hoge aantallen, en de regering… tja, die heeft zo zijn eigen crisis met Europa af te handelen.

Twee dagen geleden kwam er een groep van 120 vluchtelingen aan in Eftaloe, waarvan de mensen van een van de boten uit zee moest worden gered. Er was veel geschreeuw: van de havenpolitie opdat men rustig zou blijven op de ronddobberende boot en van de vluchtelingen uit doodsangst om te verdrinken. Ze werden allemaal gered en opgevangen in de haven van Molyvos, inclusief een vluchteling in een rolstoel, en een man die recentelijk een hartoperatie had ondergaan, diabeticus was en dringend medicijnen nodig had. Omdat de opvang in Mytilini vol was, weigerde de hoofdstad de groep op te halen, en daarom werd er snel een weiland achter de haven gemaaid, zodat men daar kon bivakkeren. Ook Mandamados zag die dag zwart van de vluchtelingen, maar ik betwijfel of het klooster ze een opvang heeft geboden. Vanuit Mandamados gaan de meeste vluchtelingen lopend naar Mytilini.

Vandaag kwam er een groepje aan dat een perfecte landing op het kiezelstrand van Eftaloe maakte. Kinderen, ouders en oma’s en opa’s, waarvan een deel meteen de telefoon greep om god weet wie te melden dat ze veilig waren overgekomen. Omwoners staken de handen uit om banden, reddingsvesten en ander afval op te ruimen. Voorbijgangers keken toe, stonden even stil, maar liepen of reden vervolgens weer door, als betrof het een dagelijkse gebeurtenis. En dat is het ook geworden. Indien de vluchtelingen geen hulp nodig hebben, kunnen ze zelf de weg naar Molyvos vinden, want het is ten strengste verboden om ze een lift of andere hulp aan te bieden: je mag geen hulp geven aan illegalen. 

Ondertussen is het aantal toeristen toegenomen en zijn alle restaurants in de haven geopend. Eten tussen zo’n grote groep hongerige vluchtelingen is niet echt prettig eten, dus klagen de uitbaters van sommige restaurants dat ze zo geen geld kunnen verdienen (anderen helpen overdag de vluchtelingen en werken ’s avonds in hun restaurant). En geld hebben ze hier allemaal nodig, want tegenwoordig betalen Grieken een pittige cent belasting en balanceert menig bedrijf op de rand van de afgrond.

Niet alle toeristen zijn blij om geconfronteerd te worden met een realiteit die ze alleen uit het nieuws kennen. Hun regeringen zitten bovendien in ivoren torentjes en zijn van mening dat Griekenland, Italië en Spanje de boel maar in hun uppie moeten oplossen. Één regeringsleider durfde zelfs te zeggen dat die landen de pech hebben aan Europa’s grenzen te liggen. Eenheid in Europa? Vergeet het maar!

Ook de reisorganisaties zijn niet blij met de aanhoudende vluchtelingenstroom. Een van hen drukte haar Griekse agent op het hart om hen vooral op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Waarom? Zijn hun klanten te fijngevoelig om oog in oog met dit probleem te komen? Eén cruise-organisatie heeft zelfs gedreigd dat ze niet meer richting Lesvos zal varen, wanneer een van de kades in Mytilini waar vluchtelingen worden verzameld (de eigenlijke opvang zit allang veel te vol), niet wordt ontruimd. Stel je voor dat hun gasten tijdens hun vakantie geconfronteerd worden met de ellende van anderen!

Maar de Griekse eilanden zijn niet getroffen door een gruwelijke aardbeving, zoals in Nepal. Het leven gaat hier gewoon door en het is nou ook weer niet zo, dat de vluchtelingen altijd zichtbaar zijn. Als toerist loop je er misschien een keertje tegenaan, maar je kunt gewoon vakantie vieren, ook al klinkt dit wellicht wat wrang. De Griekse eilanden zijn immers uitsluitend een doorvoerhaven voor vluchtelingen. Hun nieuwe hel begint pas weer echt in Athene, waar ze op straat of in kampen terechtkomen en hun volgende stap gaan plannen, want slechts weinigen willen in Griekenland blijven. Maar ze kunnen niet zomaar in het vliegtuig stappen of de boot naar elders nemen. Dus zijn ze wederom aangewezen op mensensmokkelaars, en die zijn er tegenwoordig heel veel en overal.

Als de vluchtelingen in dit tempo blijven toestromen (en dat is de verwachting), zullen er wél grote problemen ontstaan. Kleding, brood en luiers kunnen niet elke dag in zulke hoeveelheden worden opgehoest door particulieren. De gemeentes (of de regering) zullen toch echt nieuwe opvangplekken moeten creëren en kundige hulpverleners aanstellen, want anders keert het tij en raken de Grieken geïrriteerd.

Ik zou willen dat de oude Syrische stad Palmyra ook kon vluchten en in delen hier in Eftaloe aankwam. Laten we hopen dat dit internationale erfgoed uit handen blijft van de nieuwe barbaren, die de stroom vluchtelingen hebben doen toenemen tot bijbelse proporties. Het wordt tijd dat de wereld meer actie onderneemt om deze goddeloze dwazen een halt toe te roepen.