Dolfijnenblues

Ook dolfijnen hebben hun scheppingsverhaal. Dionysos, god van onder andere het feestvieren, werd op een dag door piraten gevangengenomen, die dachten dat hij een koningskind was, waarvoor ze een leuke som geld zouden kunnen krijgen. Ze bonden hem aan de mast van hun schip en zetten koers naar Turkije, waar ze hun buit hoopten te verkopen. Ze hadden geen idee wie ze  werkelijk aan boord hadden en schrokken zich een hoedje, toen ze een fluit hoorden spelen. Vervolgens schoten er welige druivenranken de mast in, veranderden de roeispanen in kronkelende slangen en ontpopte hun gevangene zich als een heuse panter (of leeuw). Zij hadden niet dezelfde moed die Pi opbracht om op een klein bootje met een tijger te overleven, maar kozen rechtstreeks het ruime sop, waar Dionysos deze zeelieden in dolfijnen veranderde.

Arion van Lesvos werd eens door dolfijnen gered. Arion (geboren ca. 650 v. Chr. in Mytilini) is bekend als uitvinder (of verfijner) van lofliederen op Dionysos (dithyrambe). Als beroemd zanger trok hij rond in de omliggende landen om zijn muziek uit te dragen. Herodotos vertelde dat Arion op een dag zeil zette naar Korinthië na een succesvol optreden op Sicilië, waar hij een soort songfestival had gewonnen en overladen was met prijzen en goud. Verblind door deze schatten besloot de bemanning van het schip hem te beroven en overboord te gooien. In die tijd werd er nog niet gerookt, dus vroeg Arion als laatste gunst een lied te mogen zingen. De bemanning, in feeststemming over de in het verschiet liggende buit, ging akkoord en Arion pakte zijn luit en begon een loflied op Apollo, god van de poëzie te zingen. Aangetrokken door het lied begonnen er dolfijnen naar de boot te komen en toen het lied ten einde was, sprong Arion overboord en werd door een dolfijn naar Korinthië gebracht. 

Voor veel mensen is het aanschouwen van deze dieren haast een mythische gebeurtenis. Maar deze grote zoogdieren, die zo vrolijk in zee ronddartelen, maken niet iedereen blij.

Dolfijnen eten graag vis en zijn pienter genoeg om te weten dat daar waar een vissersboot ronddobbert, ook meestal vissen zijn. Dus stalken ze vissersbootjes, wachten tot de netten zijn uitgezet en gaan dan een spelletje kat-en-muis doen met vissen die proberen de netten te ontvluchten, of ze stelen juist de vette exemplaren uit het net. Dat gaat soms met zó’n kracht gepaard, dat er behoorlijke gaten ontstaan in de netten. Geen wonder dat vissers niet altijd blij zijn om dolfijnen te zien.

Gewoonlijk zijn dolfijnen nomaden die door zee zwerven, op zoek naar vis. Studies wijzen echter uit dat steeds vaker dolfijnen in een bepaald gebied blijven hangen, zoals bijvoorbeeld rondom Lesvos een groep van zo’n tweehonderd stuks. Ze worden aangetrokken door onder andere de viskwekerijen, voor hen een felverlichte etalage vol heerlijke hapjes waarvan er regelmatig een aantal ontsnapt, en dan is het smullen geblazen. Kennelijk zijn ze een beetje lui geworden.

Er is ook nog een kans dat deze vrolijke duikelaars in de netten verstrikt raken, wat vroeger – toen dolfijnen nog gedood mochten worden – geen probleem was, maar tegenwoordig staan ze op de lijst van beschermde diersoorten en wordt zo’n ‘bijvangst’ niet erg geapprecieerd. Bovendien is het volksgeloof bij sommige vissers nog zó groot, dat niemand de dood van zo’n mythische dolfijn op zijn geweten wil hebben: dat brengt ongeluk! Dus zijn er vissers die – wanneer ze dolfijnen spotten – liever weer naar huis keren, dan dat ze riskeren een dolfijn te verwonden in hun netten of na afloop weer drie lange dagen hun netten moeten boeten.

Kennelijk kan het ook anders. Vorig jaar berichtte de Royal Society Biology Letters over een studie naar dolfijnen, die in Laguna (Zuid-Brazilië) vissers helpen vis te vangen: ze drijven de vissen naar de vissers toe en geven een teken aan de vissers wanneer en waar ze hun netten moeten laten zakken. Ze blijken er zelf geen enkele vis aan over te houden, dus is het een raadsel waarom ze het doen. Maar het is een geweldig feit dat je aan het denken zet.

Er doen allerlei verhalen de ronde over hoe regeringen dolfijnen trainen als dodelijke wapens (Oekraïne) of als zeemijndetectors (VS). Zou het geen beter idee zijn om deze zoogdieren in te zetten in de visserij? In plaats van achter de boten aan zouden dolfijnen moeten leren voor de boten uit te zwemmen, op zoek naar visscholen. Ze zijn intelligent genoeg om van alles te leren. Zijn er geen dolfijnenfluisteraars die de vissers van Lesvos een beetje kunnen helpen?