De Lepetimnos

Als een luie Ottomaanse pasja ligt de Lepetimnos in het noorden te mijmeren over het eiland. Zijn vulkanisch vuur is allang gedoofd en zijn mantel is nog steeds een weinig wit bespikkeld met sneeuw. Met zijn tot de wolken reikende toppen vangt hij elegant het laatste zonlicht op en lacht je toe, wanneer je naar het noorden van Lesvos komt: een van zijn toppen, de Vigla, is met 968 meter officieel de hoogste van het eiland. 

Het verhaal gaat dat dat voorheen de Olympos was, die echter een kopje kleiner is gemaakt, ten behoeve van de bouw van militaire gebouwen en zendmasten. Vanaf zijn hoogste ruggen biedt de Lepetimnos een adembenemend schouwspel: uitzichten over een groot deel van het eiland en over verre heuvels en bergen, diep Turkije in. Met helder weer zijn zelfs Limnos, Ai Stratis en de heilige berg Athos op het vasteland van Griekenland te zien. 

De flanken van de Lepetimnos hebben een keur aan dorpen verzameld: Vafios, Argenos, Lepetimnos, Sykaminia, Kapi, Pelopi, Ypsilometopo en Stypsi, alle uitgeleverd aan de grillen van de berg. Alleen het dorp Chalikos heeft zijn biezen moeten pakken, toen in de jaren 70 vanwege aardbevingen en modderstromen het dorp onbewoonbaar werd verklaard. Zouden de dorpsbewoners de boze berg hebben willen sussen door het nieuwe dorp, dat een stukje lager werd gebouwd, ook Lepetimnos te noemen?

De oude vulkanische reus werd vernoemd naar de bruidegom van Mythimna, een van de dochters van Makara, die haar naam gaf aan het stadje dat tegenwoordig ook wel Molyvos wordt genoemd. We weten niet veel over hun huwelijk, maar Mythimna en Lepetimnos zijn elkaar nooit meer uit het oog verloren. Het is de Lepetimnos, rijk aan bronnen, sommigen met heet water, die het middeleeuwse stadje van water voorziet. De Romeinen – altijd in de weer met bruggen en aquaducten bouwen – zorgden zelfs voor de toevoer van warm water in Molyvos. 

Theophrastos schreef dat er op de top van de Lepetimnos een observatorium was gevestigd waarin de astroloog Matriketas van Mythimna de sterren observeerde. Er is niet veel over deze wetenschapper bekend, behalve dan dat hij op 986 meter hoogte werkte. Sommigen beweren dat Matriketas enkel voor weerman speelde. Ik zie al voor me hoe er ezeltjes de berg op en af hebben gerend om de laatste weerberichten door te geven. Of werd er met vlaggen of vuursignalen gewerkt, zoals ook ten tijde van de Trojaanse oorlog?

Mythimna is altijd afhankelijk gebleven van de Lepetimnos. Als een zorgzame echtgenoot bood hij haar niet alleen water en weerberichten, maar ook blinkende metalen en glimmend marmer, getuige oude mijnen die nog op de berg te vinden zijn. Hij zorgde voor grazige weiden en goede grond waarop eens massaal druiven werden geteeld, die de wijn van Mythimna wereldberoemd maakten.

 Aan de andere kant van de berg trekt het dorp Mandamados met zijn Taxiarchis klooster toeristen en bedevaarders. De oude icoon van de aartsengel Michael (Taxiarchis) wordt vele wonderen toegeschreven. In de oude tijd echter ging men – in de hoop op genezing, een overwinning of het uitkomen van andere wensen – te rade bij orakels, en omdat Lepetimnos een held in de Trojaanse oorlog was, werd ook hij vereerd met zo’n voorspellend heiligdom. Het waren de kraaien die hier de wijsheid in pacht hadden. 

 Rond Kapi en Pelopi wijzen tal van archeologische vondsten erop dat het vroeger een populaire regio was, met tal van tempels en kastelen. Helaas heeft nog geen enkele goed geoutilleerde archeoloog die kant van het eiland degelijk onderzocht en zullen de bewijzen van een daar bloeiende samenleving steeds verder verdwijnen in de recycling van stenen, om muurtjes en stallen, huizen en wegen te bouwen. De regio houdt zich nu voornamelijk bezig met veeteelt en maar weinig toeristen kennen de charmante dorpjes die de Lepetimnos aan deze zijde omringen.

De plooien van het gebergte (die te voet of zelfs met de auto te verkennen zijn) verbergen tal van verrassende landschappen: van metersdikke platanen langs klaterende beekjes, zoet geurende kastanjebossen, malse groene weiden en stille geheime meertjes, tot het grillige landschap van ruige rotsen op de toppen, waartussen in de lente bloedrode tulpen bloeien. Eeuwenoude paden die langzaam omhoog klimmen, drijven de fantasie op tot het bedenken van wie er allemaal gelopen hebben. Was het de sterrenkijker met gevolg, vluchtelingen die een veilig heenkomen zochten, paartjes die zich in het geheim aan elkaar gaven? Als bomen konden spreken, wat zouden we dan een bonte stoet verhalen krijgen.

Al duizenden jaren ligt deze uitgebluste vulkaan op wacht. Hij heeft de helden van Troje voorbij zien varen, hij heeft moeten aanzien hoe een koningsdochter – verliefd op de held Achilles – het belegerde Mythimna verraadde door Achilles de sleutel van de stadspoort te geven. Hij zag Pelasgen, Achaïers, Aeoliërs, Lydiërs, Romeinen, Italianen en Ottomanen de macht op het eiland grijpen.

De man van Mythimna heeft recentelijk moeten aanzien, hoe wederom duizenden vluchtelingen op zijn kusten strandden. Stilzwijgend ziet hij toe op het gevecht dat de bevolking levert met de aanhoudende crisis. Er is niemand meer die zijn paden beklimt, op zoek naar een heiligdom, waar je de goden kunt smeken om hulp. Water en grazige weides zijn niet meer voldoende om de verwende bewoners van Mythimna tevreden te houden. Maar deze oude, rijke icoon die elke dag weer de laatste zonnestralen probeert te vangen, weet dat er altijd weer nieuwe tijden zullen aanbreken en dat geen crisis of oorlog hem kan scheiden van zijn geliefde Mythimna.