Monddoekjesblues

Lesvos is al maanden in de ban van mondkapjes. Al tijdens de eerste lockdown kwamen ze tevoorschijn als paddenstoelen in de herfst. Na de lockdown werden ze verplicht in openbare ruimtes en later, toen de tweede golf corona kwam aanrollen, ook op straat.

Ik vind een monddoekje dragen geen probleem. Wanneer je er aan gewend bent, is het een kleine moeite om je steentje bij te dragen aan de strijd tegen deze wereldwijde catastrofe. Reeds tijdens de eerste lockdown heb ik bij een lokale naaister een aantal vrolijke monddoekjes gekocht: in felle kleuren, met mozaïekpatronen en sterren. In de media zie ik nog veel mooiere, leuke en sterke statements makende monddoekjes voorbijkomen, wat me vreselijk hebberig maakt.

Toch wil de mondkapjesrage niet echt van de grond komen. Bij mij ook niet: er zijn maar weinig momenten dat ik kan pronken met m’n HEMA-worsten- of tompoezen-monddoekje, dat ik mijn slechte bui koppel aan cactussen die me de mond snoeren, of dat ik de flamingo’s over mijn lippen laat dansen wanneer het leven me toelacht. Ik kom gewoon te weinig in gebieden en winkels met veel mensen, schiet hoogstens vanuit de monddoekvrije auto met gekleurde-bolletjes-mondkapje een winkel in en er vervolgens weer uit, of loop met mes-&-vork-monddoek naar een restaurant. Wanneer ik de honden uitlaat op een uitgestorven Eftaloe-boulevard, zou ik niet weten voor wie ik een monddoekje op zou moeten doen. Hoogstens voor een gehaaste hardloper, die al voorbij is voordat ik met m’n hand voorzichtig het elastiek oppak om het wolken-dragende-maskertje om te snoeren.

Wanneer je je blik laat glijden over een uitgestrekt, zonnig strand waar hoogstens een samenscholing van meeuwen aan de einder luidruchtig zit te kwekken, is er ook geen menselijke ziel die je kunt beschermen met een mondkapje. Ja, je vertrouwde vrienden die zijn meegekomen om weer van zo’n fantastische dag in de natuur te genieten: vreemd genoeg neem je die niét in bescherming, net zoals ook zij jou niet in bescherming nemen door met de lippen bloot te gaan. Ook niet wanneer we al wandelend door vochtige rivierbeddingen sjouwen, waar de natuur zo zijn best heeft gedaan om er een schitterende groene tunnel van te maken, en waar de zware zoete geur van de herfst je neusgaten binnendringt.

Lesvos is weliswaar geen corona-vrij eiland meer, maar het overgrote deel van het eiland is zó dunbevolkt, dat het een monddoek-onvriendelijk eiland is. Zo ervaren de Lesvorianen het blijkbaar: hoe verder weg van de hoofdstad Mytilini, des te minder monddoekjes er worden gedragen. Wat ik toch een beetje respectloos vind. Wanneer je bijvoorbeeld als winkelier je klanten graag ziet terugkomen, houd je je aan de regels: mondkapje op, ook al lijkt het virus alleen in de hoofdstad rond te waren. Ik ga dan ook het liefst alleen in met mondkapjes bewapende winkels de noodzakelijke boodschappen doen. Het zijn vooral de kleine, lokale middenstanders die geen boodschap hebben aan zo’n stukje stof voor de mond. Wat mijn favoriete winkels zijn, en dus wip ik er soms toch binnen en voel me als een alien met een keurig schots ruitje voor de mond, de monddoekloze klanten en medewerkers opschrikkend: o ja, er is ook nog zoiets als corona! Waarop ze keurig een meter opzij schuiven, alsof ik melaats ben. Dan roept mijn met rode mondjes opgesierde monddoekje toch een zekere bescherming op.

Griekse bruiloften en doopfeesten blijken ook onmogelijk gevierd te kunnen worden met mondkapjes. Misschien dat de feestwinkel nog niet is ingesprongen op de behoefte aan pakketten vol feestmonddoekjes met erop spetterend vuurwerk, klinkende champagneglazen en fraai ingepakte cadeaus. Het halve dorp dat zo’n feest bezoekt, gekleed op z’n paasbest en het liefst op torenhoge hakken, zal geen bijpassend doekje hebben gevonden. Wanneer jij dan wél voorzien van twinkelende-sterren-mondkapje voorbijkomt, riskeer je het feest te bederven, want op deze vrolijke bijeenkomsten is geen plek voor corona.

Ook in veel kleine tavernes lijkt corona niet te bestaan, zelfs al hangt er een tafelgroot tv-scherm dat voor de helft van de tijd doemscenario’s uitbraakt, mocht je je niet aan de regels houden. Dan wordt er maar weer een ouzo’tje ingeschonken en een schoteltje met vis ernaast neergezet. Alles wat op tv komt is natuurlijk de ver-van-m’n-bed show, zullen ze denken, en ik met m’n vrienden – eentje meer aan tafel dan is toegestaan – leggen zich erbij neer.

Een mondkapje behoedt je voor het eventueel overdragen van dit virus. Maar zelfs met zo’n doekje op spelen we met z’n allen Russische roulette. Alleen lijk je op Lesvos duizend keer zoveel losse flodders tussen de kogels te hebben dan in steden of andere dichtbevolkte gebieden. Ik kan me geen beter oord voorstellen om de corona crisis uit te zitten, ook al mis ik dan wel de monddoekjesparade.