Wegensoap

(Kleine wegblokkade bij de nieuwe weg bij Filia)

De Grieken blinken niet uit in wegen bouwen. Vroeger niet en nu niet. Het woord asfalt komt dan wel van het Griekse asphaltos, maar in het oude Griekenland bestonden nauwelijks geplaveide wegen. De bekendste was de Heilige Weg, die van Athene naar Eleusis leidde en waar eens per jaar honderden deelnemers aan de fameuze Elysische spelen overheen liepen, renden of dansten.

Grieken waren een zeevarend volk en verplaatsten zich liever over water dan over land. Tot de automobielen de straten onveilig begonnen te maken, was ook Lesvos aangewezen op vervoer over zee. Wanneer je bijvoorbeeld midden negentiende eeuw van Molyvos naar Mytilini wilde, dan nam je de veerdienst Kavalla, Imbros, Tenedos, Molyvos, Mytilini en Smyrna. In het boek Madonna met de vissestaart verhaalt de Lesvoriaanse schrijver Stratis Myrivilis over een man uit Sykaminia, die in zijn kleine vissersschuit de hoofdstad Mytilini (Hora) bezocht en straalbezopen terugkwam met een vondeling in zijn boot.

Natuurlijk was niet alles bereikbaar over de golven. Om in Ayasos te komen, was je aangewezen op paard of ezel die over binnenlandse wegen sjokten, veelal zandpaden, maar ook geplaveide weggetjes die door het landschap slingerden, tot diep de bergen in. Over smalle monopatia en de wat bredere, met kasseien geplaveide kalderimia die de bergdorpen met elkaar verbonden. Gedeeltes van die oude paden zijn nog steeds geliefd bij wandelaars op het eiland en voeren vaak door betoverende natuur. Andere stukken liggen echter begraven onder later aangelegde asfaltwegen.

Soms krijgen de bestuurders het in hun bol en is er opeens wéér een weg verhard, maar Lesvos is nog steeds rijk aan ongeplaveide wegen (dirtroads), die alle uithoeken bereikbaar maken. Iedere bergtop kan inmiddels met een jeep worden beklommen en uitgestrekte bossen met slingerende wegen bieden genoeg kans om te verdwalen. 

Op het bergachtige Lesvos zijn de oudere wegen rijkelijk versierd met bochten. De kunst is om een nieuwe weg zo recht mogelijk aan te leggen, zoals ook is gebeurd bij de nieuwe weg om Ayos Dimitrios heen, nabij Ayasos. Dit kleine, schilderachtige gehucht met zijn tavernes en zoet ingemaakt fruit en groente (glyko toe koetaliou) is nu alleen nog bereikbaar via de kronkelige ‘oude straat’, een prachtig weggetje langs het ravijn en de voormalige frisdrankenfabriek.

Het grootste hoofdpijndossier van het eiland is de weg ‘in aanbouw’ van Sigri naar Kalloni. Het deel van Sigri omhoog de berg op is al meer dan tien jaar klaar en bijna aan vernieuwing toe. Een stukje verder stagneert de aanleg regelmatig dankzij sensationele vondsten van versteende bomen, waardoor je je in een openlucht museum waant. Het stukje langs het woeste ravijn even voor Vatoessa is behoorlijk vlot verbreed en – moet ik toegeven – de schitterende natuur is er redelijk intact gebleven.

Het stuk Vatoessa – Skalochori lijkt al jaren voltooid, maar is officieel nog steeds niet open. Het ‘Verboden Toegang’ wordt echter massaal genegeerd en iedereen rijdt over deze prachtige weg alsof hij allang was ingezegend door een priester.

Het gedeelte van Skalachori/Filia naar het Limonas klooster (richting Kalloni) was al enkele jaren klaar op een klein stukje na. Vorig jaar was er volop gelegenheid om ook daar het bord ‘Verboden in te rijden’ vrolijk voorbij te zoeven en kon men genieten van de schitterende uitzichten die de bestuurders op deze weg flink zullen afleiden. Een half jaar later werd het stuk weg echter weer hermetisch afgesloten en het ligt er nu eenzaam en alleen te verkommeren.

Het stuk dat de reiziger om Dafia en Kalloni moet leiden, lijkt gereed, maar ook daar maakt een stevige wegblokkering het de nieuwsgierige weggebruiker onmogelijk om er het asfalt op te schieten. Een van de redenen hiervoor is het knullige ontwerp voor het kruispunt met de weg naar Pètra – Molyvos. Terwijl men elders rotondes introduceert in het Lesvoriaanse wegenstelsel, was hier iemand aan zet die gek is op de gevaarlijkste kruispunten ter wereld. Klabam! Zelfs een kind kan zien dat deze kruising absoluut geen groen licht mag krijgen. Uiteraard is er niemand verantwoordelijk en dus blijft de weg nog maar even verstoffen.

Het kostte meer dan tien jaar om de natuur en haar bewoners te bedwingen en een weg aan te leggen. Aannemers die er vandoor gingen met of zonder geld, eigenaren die hun land niet wilden verkopen (en dat vervolgens wél deden maar nooit geld kregen), sensationele vondsten van versteende bomen, en aan uitlaatgassen verslaafde inwoners van Kalloni die bang zijn dat wanneer het verkeer niet meer langs hun winkels raast, nooit meer iemand boodschappen komt doen: je zou er zo een spannende serie voor Netflix over kunnen schrijven. Volgens lokale krantjes kan de volledige weg in maart open en kunnen we dan eindelijk in een recordtijd van Kalloni naar Sigri scheuren. Echter. Eerst zien, dan geloven.