Oorlog in de olijfgaarden

De wereldvrede wordt ernstig bedreigd door landen die hun wrede expansiedrift niet willen beteugelen. Ook Lesvos wordt onder de voet gelopen, niet door een vreemde natie of een naburig eiland maar door een oorspronkelijk uit Zuid-Afrika komende plant: Oxalis pes-caprae, oftewel Kaapse (of knikkende) klaverzuring.

Lesvos telt ongeveer 40.000 hectare vol met zon slordige 11 miljoen zilvergroene olijfbomen, wat zo’n 41% van het bewerkte land van het eiland in beslag neemt. Je vindt olijfgaarden verspreid over het gehele eiland: op velden die de zee kussen, zich uitstrekken over golvende heuveltoppen of op berghellingen staan te dromen op op maat gemaakte terrassen. Ze zijn niet alleen goed voor olijven en olie, maar bieden vooral in de lente zeeën van ruimte aan wilde bloemen. 

Lesvos kent wel 1460 verschillende plantensoorten, waarvan een groot deel het liefst onder bescherming van de olijfbomen groeit. Vooral in de lente vieren paarden- en boterbloemen, orchideeën, margrieten en nog heel veel meer minder bekende bloemen er uitbundig feest. Ook de Kaapse klaverzuring is gek op olijfgaarden. Wanneer deze indringer zich in het feestgedruis stort, zal ze echter iedereen verdringen van de dansvloer.

De aanvaller ziet er uit als klaver, maar heeft slechts zelden geluk gebracht: boeren hebben haar soms dankbaar opgepeuzeld in soepen en stoofschotels, toen er in oorlogstijden hongersnood heerste. Voornamelijk de pinda-grote bolletjes zijn eetbaar, die ondergronds eigenlijk al het werk doen: groeien en zich vermeerderen. Vandaar dat ze als een onzichtbare vijand kunnen oprukken, steeds meer nieuwe velden veroverend. 

In het Engels wordt het wel sourgrass (zuurgras) genoemd wegens hun zurige smaak. In Zuid-Afrika is het een van de ingrediënten voor de traditionele stoofschotel waterblommetjiebredie, wat dan misschien het enige culinaire hoogstandje van deze plant is. Over het algemeen wordt ze door lekkerbekken niet hoog aangeslagen. Het enige nut van de plant zijn de bleekgele bloemetjes die gebruikt kunnen worden om een gele kleurstof te maken.

Je kunt er dus hele gebieden mee veroveren. Ze zijn een van de eerste lentebloemen, en hoe leuk het ook is om een landschap geel van de bloemen te zien kleuren, ze drukken wel de endemisch vegetatie weg. Meerdere studies hebben bewezen dat ze niet alleen zorgen voor een drastische afname van de verschillende soorten wilde bloemen in de olijfgaarden en andere velden, maar dat ze ook de grond verarmen. 

Het erge is dat ze moeilijk te stoppen zijn. Uit ervaring weet ik dat met de hand verwijderen geen optie is: ze komen het jaar erop in nog groteren getale terug. Glyfosaat is een van de weinige gifstoffen die de Kaapse klaverzuring kan doen oprotten: een organische fosforverbinding waar boeren graag mee in de rondte strooien. Het meest bekende en beruchte middel met glyfosaat is Roundup van Monsanto, waarvan wordt gezegd dat het kankerverwekkend is. Het is daarom al in heel wat landen verboden, ook al is nog niet voor honderd procent bewezen dat het kanker kan veroorzaken. In Griekenland echter gaan de potten Roundup nog regelmatig over de toonbank.  

Voor de natuur zou Roundup een uitkomst kunnen zijn. Er zijn wetenschappers die beweren dat de Kaapse klaverzuring hiermee kan verdwijnen zonder de natuur al te veel geweld aan te doen, zodat oude gewassen weer kunnen terugkeren. Dat mag dan wel zo zijn, maar Monsanto is een machtig concern dat al menige wetenschapper heeft omgekocht. 

Willen we deze groene vijand verslaan, dan zullen er drastische oplossingen moeten worden gevonden, opdat deze agressieve planten niet de rode klaproosvelden om zeep helpen, de weinige tulpen een kopje kleiner maken, zeldzame orchideeën bedreigen, wilde gladiolen belegeren of vrolijke margrietjes vernietigen.

De lente staat voor de deur en de eerste anemonen tonen schuchter hun paarse, roze en witte kleuren, terwijl de witte sneeuwklokjes nog niet weg zijn. De eerste roze amandelbloesems knipogen vanuit de bomen en zelfs een paars zonneroosje durft al haar bladeren te ontvouwen. Maar de meeste bloemenzeeën die nu her en der opduiken van onder de olijfbomen zijn lichtgeel: Oxalis pes-caprae.

Vroeger heette Lesvos ook wel het eiland van de olijven. Maar wanneer de Kaapse klaverzuring zijn zegetochten ongehinderd kan voortzetten, zal het eiland de toekomst ingaan als het zure eiland. Of het gele eiland. En zal het de titel “botanisch paradijs” snel verliezen.