Dag van de Albanezen

Over 1 mei, emigratie en immigranten.

1 mei is net als in een heleboel andere landen ook in Griekenland een nationale feestdag. Voor de meeste landen is 1 mei de Dag van de Arbeid, maar daarnaast is het in Griekenland ook het begin van het zomerseizoen én de Dag van de Bloemen. Terecht, want rond deze tijd zijn de meeste delen van Griekenland, net als Lesvos, bedekt met een zee van bloemen. De natuur is op haar top: weelderig groen met duizenden bloemen die op sommige plekken de bollenvelden in Nederland doen verbleken vanwege hun wilde uitbundigheid.

Op 1 mei plukken de vrouwen bloemen en maken daarvan kransen die aan de deuren worden opgehangen. Kleine 1 mei-armbanden worden cadeau gegeven met de bedoeling een jaar geluk te brengen.

Terwijl in Frankrijk de traditionele 1-meidemonstraties door massa’s mensen worden bezocht, trekken hier op het eiland de meeste mensen de bloemenvelden in. Ze rijden naar Molyvos of andere bijzondere plekken, ze paraderen langs zee en gaan lekker uiteten. Dat 1 mei ook de Dag van de Arbeid is, gaat bijna volledig aan hen voorbij.

Griekenland was de afgelopen eeuw een land van emigratie. Tussen 1944 en 1974 verlieten ongeveer 1 miljoen Grieken hun land om een betere toekomst elders te zoeken: ze gingen vooral naar Amerika, Zuid-Afrika en Australië. In de jaren 60 was er tevens een sterke stroom naar landen in Europa, vooral naar Duitsland. En ondanks dat er op gezette tijden een tegengestelde stroom van immigranten ontstond, was de emigratie groter dan de immigratie.

De immigranten bestonden veelal uit Grieken die terugkeerden naar hun land. Meestal omdat ze genoeg kapitaal vergaard hadden en omdat het leven in Griekenland beter en aantrekkelijker werd. Op Lesvos bijvoorbeeld vind je veel Grieken die in Australië, Zuid-Afrika of in Venezuela hebben gewoond.

De laatste 10 jaren echter kreeg Griekenland met een nieuw fenomeen te maken: er kwamen ‘buitenlandse’ immigranten. Dankzij een groeiende economie die ervoor zorgde dat er betere scholing kwam en dat de Grieken de moderne welvaart konden omarmen, ontstond er een tekort aan arbeiders, vooral laag geschoolde arbeiders zoals in de bouw en in de landbouw.

De grootste groep immigranten in Griekenland komt uit Albanië, het armste land van Europa en tevens buurland van Griekenland. Verder zijn er veel Bulgaren en Roemenen. Legaal of illegaal, ze vormen de nieuwe arbeidersklasse die de economie van Griekenland draaiende houdt. Zonder deze buitenlandse arbeiders had Griekenland nooit zo kunnen pronken met zijn Olympische Spelen. 60% van het leger van arbeiders dat ervoor zorgde, dat alle olympische gebouwen er op tijd stonden, was buitenlands. Nu bebouwen ze het land, rapen ze de olijven en bouwen ze huizen voor de Grieken die zich dat eindelijk kunnen permitteren.

Ook op Lesvos is er een tekort aan arbeiders en worden arbeidsplekken steeds vaker opgevuld door Albanezen. Niet alleen in de landbouw of in de huizenbouw die op het eiland een grote vlucht heeft genomen, maar ook in restaurants en hotels werken buitenlanders. Griekse kamermeisjes, tuinmannen, kelners en afwassers worden een zeldzaamheid. Dankzij betere opleidingen halen de Grieken steeds vaker hun neus op voor dit soort werkzaamheden.

Als Griekenland werkelijk de Dag van de Arbeid had moeten vieren, dan was het de Dag van de Albanezen geworden. Die beulen zich namelijk dag en nacht af voor een fractie van wat Grieken verdienen. Op deze Dag van de Bloemen maken zij de kamers schoon van de toeristen, schoffelen de hotelperkjes, bewerken het land, wassen de borden in de uitpuilende restaurants en zorgen zij ervoor dat de laatste werkjes in de hotels worden gedaan voordat het seizoen in alle hevigheid losbarst.

Het zijn dus niet alleen maar de Grieken die ervoor zorgen dat uw vakantie naar wens verloopt: opdat u dat maar weet! Ik wens u een prettige vakantie en een goede cursus Albanees.