Jurkini

Een badpak – hoorde ik gisteren iemand zeggen – maakt je oud. Ik ben al een beetje oud en heb bergen bikini’s en enkele zwempakken versleten, zoals een flinterdun badpak in tijgerprint waarvan de stof zon doorlatend zou zijn. Dat ding heb ik tot op de draad versleten, maar de bedekte delen zijn nooit bruin geworden. Nu ben ik op zoek naar een badpak dat me jonger maakt: dat m’n zwabberende buik en andere blubberende delen wat in toom houdt, zodat ik er meer gestroomlijnd uit zie. Ik bestelde er een aantal online. 

Van één padbak zit de taille ongeveer in mijn oksel en de v-lijn van onderen gaat zo stijl omhoog dat mijn venusschelp ternauwernood zit verborgen. Grieken zijn wat bloot betreft best nogal preuts, dus in zo’n nauwelijks verhullend stuk stof kan ik echt niet rondlopen op een Grieks strand; dat is meer voor een gladgeschoren filmster op het strand van Nice.

Een ander badpak is een echte Desigual. Het past als gegoten en geeft me inderdaad een slanker uiterlijk. Maar het is een sportmodel en op de rug – daar waar twee repen stof samenkomen bij de schouderbladen – zit een klein geniepig ritsje, dat onmogelijk gesloten kan worden zonder dat je armen, zich verrekkend, moeite moeten doen om die rits-tandjes in elkaar te wriemelen. Ik begrijp nu waarom het een sportmodel is. Als een Franse frivole hofdame zal ik een kleedster moeten aanschaffen, die me het badpak helpt aan te snoeren.

Een derde zwempak was zó nauw (of mijn kont zo dik), dat ik hem nauwelijks over de billen kreeg gehesen, laat staan de schouderbandjes over de borsten. Dezelfde krappe pasvorm had de badpakjurk. Een prachtige uitvinding leek me dit badpak met rokrand. Ik loop ’s morgens altijd in een flodderjurkje de honden uit te laten op de weg langs zee. Op de Franse boulevards kijkt niemand op van een in bikini flanerende hondenuitlaatster, maar voor Griekenland vind ik zelfs een zwempak geen geschikt hondenwandelaarstenue. Zo’n zwempakjurkje leek me daar wel bruikbaar voor: dan kun je in en uit het water springen wanneer je maar wilt, zonder daarna blubberend aanstootgevend achter de honden aan te rennen op straat. Na heel veel trekken en strekken kon ik me in het gevaarte hijsen: het staat heel goed en maakt me jaren jonger. 

Die vlieger dat een badpak je ouder maakt, gaat voor mij dus niet op. Alleen zit het ding als een ijzeren korset van wijlen koningin Marie Antoinette. Je kunt je er moeilijk in bewegen, en hoe ijdel ik ook mag zijn, na enkele minuten heb ik ’t zó benauwd dat ik na de worsteling om het af te stropen, tenminste één uur nodig heb om in mijn nakie alle spieren weer los te krijgen. Dus heb ik me voorgenomen om me elke dag in mijn kekke badpakjurk te wurmen, in de hoop dat zij wat soepeler wordt. Aangezien de temperatuur deze dagen een beetje hoog is uitgevallen, heb ik deze oefening pas twee keer gedaan. 

De verrassing kwam met een strandjurkje dat ik ook had besteld. De buste met zwarte stof bedekt, het direct daaraan hangende rokgedeelte van een kleurrijke, woeste oerwoudprint vol bloemen en beesten. Een prachtig jurkje dat zelfs niet zou misstaan in een mondain Frans restaurant. Een eetkleedje, zouden de Belgen zeggen. Ik pakte het eetkleedje uit en betastte de stof: synthetisch. Bah, dacht ik meteen, waarom heb ik weer niet opgelet bij het bestellen; ik draag het liefst niets synthetisch in de hitte. 

Tijdens een eetpartijtje overdag, aan het strand, vond ik toch dé gelegenheid om de strandjurk bij mijn vrienden te introduceren. Het zat me als gegoten: bij de borsten net stevig genoeg dat er geen bh onder hoefde – een luxe tijdens de hitte -, het rokje losjes fladderend rond de bovenbenen. Een vriendin betastte de stof en merkte op dat het van badpakmateriaal was gemaakt. Geniaal! Een strandjurkje is natuurlijk ook gemaakt om de zee te lijf te gaan. Ik voegde de daad bij het woord en stortte me in de golven. Geen ingewikkelde omkleedpartijen meer, maar in een decente jurkini gewoon kletsnat weer aan tafel schuiven. Voordat m’n disgenoten ook maar konden opmerken dat ik had gezwommen, was het jurkje weer droog. 

Ik vraag me af of mijn jurkini me op het strand van Nice in de problemen zou hebben gebracht. Hier in Griekenland is het geen probleem: daar spartelen oudere mensen en in het zwart geklede weduwen zonder probleem geheel gekleed in zee. En op vis beluste mannen duiken in bourkini-voor-mannen jachtornaat – zelfs zwaar bewapend met harpoen en angstaanjagend groot mes in de schede – de golven in: niemand die daarvan opkijkt! En ik denk dat iemand in bourkini hier net zo ongestoord over de stranden kan banjeren als dat de papades (priesters) in zwarte jurken de dorpen onveilig maken. Dan kun je toch maar beter tussen de Grieken badderen dan tussen die rare Fransen, die verzot op aanstootgevend bloot, zedig bedekt afkeuren.