De mooiste voorjaarsbloem

Ophrys (fusca ssp.) sancti-isidorii 

Het duurde even, maar de amandelbomen hebben nu eindelijk hun bloesems opengevouwen, behoorlijk wat later dan in de afgelopen jaren. Het resultaat is dat het Lesvoriaanse landschap overal wordt gekleurd door dotten roze-witte wolken en ik sta er versteld van hoeveel amandelbomen op het eiland groeien. Het is de beste tijd om ze te tellen, gezien deze fruitbomen de eerste zijn die hun takken uitdossen met fragiele bloesems. Ze zullen snel worden gevolgd door pruimenbomen, waarna de perziken- en abrikozenbomen volgen.

Het lijkt wel of er weinig met die amandelen wordt gedaan. In de plaatselijke vrouwencoöperaties wordt er, zoals ook met walnoten, marsepein van gemaakt, maar lang niet alle bomen worden geoogst. De amandelen rondom mijn huis oogst ik wel, maar omdat het kraken ervan zo’n tijdrovend werk is, heb ik zakken vol van deze noten staan, die, wie weet, nooit zullen worden gegeten.

De eerste bloemen van het jaar hangen echter niet aan de bomen, maar steken hun kopjes uit de aarde, eigenlijk al lang voordat het nieuwe jaar is aangetreden: de eerste anemonen kun je al in december vinden. Maar hun hoogtepunt, wanneer de weides vrolijk wit-paars gekleurd zijn door hun bloemkopjes, is wanneer ook de amandelbomen hun hoogtij vieren, een spektakel wat een warm lente-gevoel geeft.

Na deze voorlopers gaat het in rap tempo verder en komen de blauwe druifjes, irissen, rode anemonen, paarden- en goudsbloemen en raak je al snel het spoor bijster welke bloemen volgen: heel veel.

Naast de amandelbloesem en de anemoon is er echter nog een bloem die al vroeg van zich laat spreken: de wilde orchidee. Deze bloem is wat bescheidener qua aanwezigheid en wanneer je niet oppast, loop je hem zo voorbij. De wilde orchidee schreeuwt zijn kleur niet van de daken en is zo klein dat hij door de meeste mensen zo vroeg in het jaar zelden is waargenomen: op 31 januari vond fotograaf-orchidoloog Jan van Lent reeds een aantal Ophrys (fusca ssp.) sancti-isidorii op het eiland en misschien ook zelfs een Ophrys (fusca ssp.) lindia. Verbaasd dat deze orchideeën al zo vroeg acte de présence gaven, werd de orchideeënjacht meteen ingezet, dat resulteerde in de constatering dat de orchideeën kunnen worden ingedeeld bij de eerste groep lente-bloeiers zoals de anemonen. En al op 13 februari vond Jan de grootste orchidee van Griekenland, de Himantoglossum robertianum (de Grote Robertis orchis), in bloei.

Wanneer je de wilde orchideeënwereld betreedt, gaat er een geheel nieuw universum voor je open dankzij de vele soorten die zijn onderverdeeld in families, soorten en ondersoorten. Het onderlinge verschil in de ondersoorten is voor een leek haast niet te zien. De mensen die deze bloemen bestuderen, weten echter wel waar ze op moeten letten en die geven ijverig hun bevindingen aan elkaar door.

De orchideeën hebben echter nog iets speciaals: ze ontwikkelen steeds nieuwe soorten, die dan weer benoemd moeten worden. Het is een bloemenwereld in beweging, die de orchideeënjagers aanzet ook in beweging te blijven. Want niet alleen nieuwe bloemen krijgen een naam toegewezen, er zijn orchidologen die ook besluiten een bloem te hernoemen. Heb je net een bloem gedetermineerd en heb je je vakliteratuur even niet gelezen, dan kan het voorkomen dat je helemaal gek wordt van de benamingen, want professor X noemt hem zus en meneer Y noemt hem zo. Wie is de Paus der orchideeën?

Jan van Lent wordt er in ieder geval soms een beetje tureluurs van en vraagt zich af met welk recht sommige mensen een bloem hernoemen. Ik bedoel maar: vraag je de pindakaas aan te geven, krijg je de hagelslag omdat iemand heeft beslist de naam pindakaas door hagelslag te vervangen. Het is een vreemde wereld met veel gebakkelei over naamgeving.

Orchideeën worden trouwens ook gegeten. Hun bollen worden opgegraven om er meel van te maken, dat gebruikt wordt om salepi te maken, een soort ‘power’-drink, dat vroeger massaal werd geconsumeerd, toen de koffie voor veel mensen nog te duur was. Ondanks dat salepi in Europa is verboden, rijden er bijvoorbeeld in Athene nog steeds karretjes rond die deze drank aan de man proberen te brengen. Alleen is het niet bewezen dat ze de echte orchideeën-salepi verkopen; het kan zijn dat ze een soort mengsel van melk en maïzena verkopen.

Orchideeën zijn dus beschermde bloemen: alleen kijken, niet aankomen. Maar wanneer je ze eenmaal op het spoor bent, ontdek je prachtige kleinoden die alleen zijn te aanschouwen wanneer je je er echt toe zet ze te zoeken. Net zoals paddenstoelen of wilde asperges, ook al van die natuurproducten waar je moeite voor moet doen ze te vinden.

Is je hoofd al op hol gebracht door deze magnifieke bloemen, of neem je de kans om je te laten betoveren door hun magische schoonheid, dan bieden de lente en vroege zomer een mooie gelegenheid ze hier op Lesvos te ontdekken.