Een mooie, gevaarlijke lente

Veel mensen die in de lente zo lyrisch kunnen verhalen over de uitbundige natuur op Lesvos, hebben een snotneus, een pijntje in de keel of waterige ogen. Eigenlijk is de natuur levensgevaarlijk. Je zult maar een pollenallergie hebben bijvoorbeeld.

Rijdend door de dennenbossen – waarvan het eiland er een flink aantal heeft – is de grond gekleurd met vuil geel stof. Het is een prachtig fenomeen om te zien hoe windvlagen wolken gele pollen van de pijnbomen het luchtruim in slingeren. De eerste keer dat ik het zag, dacht ik serieus aan een bosbrand. Dennenpollen zijn trouwens de ergste niet, ze kunnen zelfs gezond zijn.

Voedselgoeroes hebben een indrukwekkende lijst van aandoeningen waartegen dennenpollen kunnen helpen, en ze zijn goed voor hart, lever, hersenen, vitaliteit en vertragen het verouderingsproces: het zou best weleens hét middel kunnen zijn om 1000 jaar te worden. Je kunt die gele vruchtkiemen zelfs eten: dan krijg je een stevige hap van dat wondermiddel binnen. Volgens een pollenverzamelaar smaken ze krokant, sappig, net als een kerstboom. Nu weet ik niet hoe een kerstboom smaakt, maar ik heb het nog niet opgebracht om de proef op de som te nemen.

Wel denk ik met weemoed terug aan de hopen dennenpollen – kilo’s geel meel – die ik hier rondom het huis van alle tuinmeubilair en trappetjes heb geveegd, nadat zo’n pollenwolk over het huis was getrokken. Dat had ik natuurlijk in een potje moeten doen, want je kunt er taarten of broodjes mee bestuiven. Misschien kun je er wel dennenrijst mee maken of dennenappeltaart. Super gezond! Wanneer ik ooit weer eens tijd heb, zal ik me aan de culinaire kanten van dit dennenstuifmeel wijden.

Maar eerst de lente overleven, want die was best zwaar. Voordat de dennen het huis ondersneeuwden, waren er dagenlang wolken met Saharastof die de zon versluierden en alles roze kleurden zodra er een spat regen viel. De keel begon toen al fors te kriebelen. Na het roze Saharazand kwam de gele pollenregen, en nu is het wachten op de olijfbomen. Dankzij de natte winter hebben die de tijd van hun leven. Bij mij in de tuin zijn de olijfbomen voor het eerst niet uitsluitend groen dankzij een uitbundige hoeveelheid kleine, crèmekleurige bloesem die veelbelovend de takken loodzwaar maakt. Olijfpollen schijnen veel fijner te zijn dan dennenpollen en daardoor gevaarlijker voor de pollen-allergische-mens. Krijg je een loopneus of nies je de wolken uit de hemel, dan weet je waar dat vandaan komt. Ik wacht met angst en beven af, of ook deze pollen in wolken zullen neerdalen op huis, terras en auto: dan volgt de zoveelste voorjaarsschoonmaak.

De bloemenzeeën hier op het eiland zijn allemaal leuk en aardig, rondom mijn huis is er eenzelfde behoorlijke wildgroei aan een keur van planten, ook wel aangeduid als onkruid. Onkruid wieden is een van de lentetaken en na de afgelopen natte winter ditmaal extra zwaar, aangezien elk zaadje heeft besloten om uit te komen. Het kan je je rug en knieën kosten. Sta je al die groene stengels uit te trekken zodat je rozen zichtbaar worden, kom je honderden slakken tegen. Ik heb even gedacht dat iemand stiekem een slakkenboerderij was begonnen in mijn tuin, want ik heb nog nooit zóveel slakken gezien. Ik had er honderden maaltijden mee kunnen maken. Misschien had ik ze wel kunnen inblikken, maar de regel in Griekenland is dat je slakken pas vangt na de eerste regenbui ná de zomer. Joost mag weten waarom. Ik had anders heel wat potjes kunnen vullen met gekookte slak op dennenpollensap.

Nu het winterse regenwater eindelijk begint op te drogen, herrijzen uit die slinkende poeltjes water Aziatische tijgermuggen (Aedes albopictus ofwel Stegomyia albopicta). Eerst wilde ik niet geloven dat er in Griekenland tijgermuggen waren. Ik dacht dat die zwart-wit gestreepte insecten ander vliegend wild waren. Maar helaas, de tijgermug heeft inmiddels ook dit eiland bereikt en haar slag geslagen tijdens de vochtige winter: wolken tijgermuggen vallen nu ’s avonds de verlichte ramen aan. Zolang ze niet de drager zijn van virussen die de westnijlziekte, dengue of andere tropische ziekten veroorzaken, vormen die gestreepte muggen geen gevaar, behalve dan dat hun steek een pijnlijke, langdurig aanhoudende bult achterlaat.

Tijgermuggen leven het liefst bij water. Ze kunnen hun eitjes in de kleinste poeltjes stilstaand water leggen, en daaraan was geen gebrek de afgelopen tijd. Gelukkig leven die engerds slechts één tot twee maanden en de vrouwtjes vliegen nooit verder dan 200 meter, dus is het raadzaam om in een omtrek van 200 meter al het stilstaand water te verwijderen. Dan moet echter ook de lente meewerken, want na een lange winter, neemt ook zij haar tijd: het is vooral ’s avonds nog relatief koud, wolken kunnen het niet laten de zon te belegeren en hier en daar valt nog altijd een buitje. Er was nog geen enkele avond zo warm dat we buiten in de pollen tussen de tijgermuggen konden gaan zitten. Ik ben er klaar mee, met dat grillige weer, stekende insecten en oprukkend groen: ik wil een zomer die tijgermuggen, slakken en onkruid zal verschroeien tot grijze kwelgeestenpollen.