De Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer woont in het Italiaanse Genua, maar noemt deze stad in zijn documentaire Via Genuaeen Afrikaanse stad. Het is de nieuwe wereld, waar immigranten en oorspronkelijke bewoners een leven samen moeten opbouwen. Dit is ook ons leven en onze toekomst, want de immigrantenstroom valt niet te stoppen. De Europese geschiedenis vertelt over de ene na de andere vluchtelingenstroom: veel van onze voorouders kwamen uit heel andere gebieden.
Lesvos is de laatste jaren vooral in het nieuws geweest, omdat tienduizenden vluchtelingen op zijn kusten aanspoelden. Maar zoals je Genua een Afrikaanse stad kunt noemen, kan je Lesvos nog geen vluchtelingeneiland noemen. Er zijn wel ontheemden, maar alleen in en rond de kampen bij Mytilini. De zich langs tal van havens uitstrekkende hoofdplaats van het eiland, getekend door de Turkse overheersing, is nu gepromoveerd van provinciestad tot internationale stad. Niet alleen vluchtelingen uit alle windstreken, maar ook een bonte stoet aan hulpverleners doorkruisen haar bochtige straten en vleien zich neer in diverse cafés en restaurants. Mytilini kan zich echter nog lang niet meten met Genua, want het Griekse leven gaat er onverstoord zijn gangetje: studenten bevolken de cafés en zigeuners houden hun hand op voor een euro. Je ziet hoogstens wat meer kleur rondlopen en er komen steeds meer buitenlandse zaakjes, zoals bijvoorbeeld een Syrisch restaurant. Maar de Russische winkel voor de hier verblijvende burgers van de Russische Federatie bestaat al jaren.
Het is zeker dat er dingen veranderen. Een groot aantal mensen heeft werk gevonden bij ngo’s of een zaakje opgezet rond de vluchtelingenkampen Moria en Kara Tepe. Daar wonen duizenden mensen, die moeten eten, drinken en zich kleden. Het is een hele business, waar ik moeilijk zicht op kan krijgen. Wanneer je langs de kampen rijdt, krijg je – gelet op het aantal geparkeerde auto’s – de indruk dat er net zoveel hulpverleners en uitbaters zijn als vluchtelingen.
Er zijn hulpverleners die er hun beroep van hebben gemaakt. Zo is er de 27-jarige Maleisische smulpaap Rayyan Haries die, na het zien van het dode jongetje Alan Kurdi, in het vliegtuig sprong (net zoals de rest van de hulpverlening, die toen pas serieus op gang kwam) en een kooktent opzette aan de noordkust van Lesvos, waar veel vluchtelingen aankwamen. Nadat de grootste storm was geluwd, ging hij terug naar zijn land; maar het bleef kriebelen en deze winter wervelt zijn klaterende lach weer rond in de Lesvoriaanse kampen. Zijn slogan is: voedsel is hoop.
Niet lang geleden las ik het prachtige boek The bone sparrow van de Australische schrijfster Zana Fraillon. Alhoewel het verhaal fictie is, geeft het een indringend beeld van het leven in een vluchtelingenkamp. De grootste vijand is er de verveling.
Om die tegen te gaan, worden in de kampen op Lesvos speeluurtjes voor de kinderen gehouden en tal van cursussen gegeven, net zoals er regelmatig dagjes uit worden georganiseerd. Het is de grootste uitdaging om tijdens het maandenlange wachten een waardig bestaan te leiden. Twee jongens uit Syrië hebben de handen ineengeslagen en zijn waarschijnlijk de eerste vloggers van het eiland. Met de nodige humor brengen ze het dagelijks leven en de problemen in een vluchtelingenkamp in beeld: Basel & Murad in Moria
En zo treedt ook Lesvos de nieuwe wereld binnen, met vluchtelingen, vloggers en hulpverleners. Maar zoals overal is het alleen de hoofdstad die de moderne wereld omarmt. De rest van het eiland leunt nog achterover, naar de middeleeuwen toe, met anarchistische boeren die – weliswaar gewapend met mobiele telefoon – nog steeds doen wat hun voorouders ook deden; de auto heeft de ezel heeft verdreven maar de verkeersregels zijn niet veranderd, en de vissers kiezen nog steeds het ruime sop op kleine, gammele houten boten.
Niet geheel Italië is in de ban van vluchtelingen, net zoals ook niet geheel Lesvos vol zit met vluchtelingen. Terwijl nieuwe initiatieven en de moderne wereld langzaam door de levendige straten van Mytilini sijpelen, blijft de rest van het eiland zijn oude traditionele zelf: een stukje Griekenland dat steeds zeldzamer wordt.