Op naar het zuiden

Ik ben opgegroeid in het noordwesten van Nederland en heb het altijd betreurd, dat ik niet in het zuiden woonde waar het veel vaker mooi weer was en warmer. Ik hoopte dat mijn leven zich ergens in het zuiden zou gaan afspelen: Zuid-Frankrijk, Zuid-Italië of Zuid-Spanje, ook al maakt tegenwoordig de opwarming van de aarde het overal zuidelijk warm.

Nu heb ik een huis weliswaar ten zuiden van waar ik ben opgegroeid, maar wel in het noorden van het eiland Lesvos. Ook hier geldt dat het noorden de koude kant is en het zuiden de warme kant. Het centrum van het toerisme op het eiland ligt in het koele noorden, rond Molyvos, het mooiste stadje dat het eiland te bieden heeft, wat maakt dat het gros van de toeristen geen idee heeft hoe de warmere kant van het grote Lesvos eruitziet.

Telkens wanneer ik langs de zuidelijke kust rijd, word ik gegrepen door het beslist andere, fel tinkelende licht en waan ik me in die vroegere dromen over het zuiden. De stand van de zon en het water maken er een spetterend feestje van. Zowel aan het eindeloos lange strand van Vatera, als langs de fraaie kustweg van Plomari naar Melinda.

Plomari mag zich de hoofdstad van het zuiden noemen en de tweede stad van het eiland. Nog geen twee eeuwen geleden strekte het zich echter in de bergen uit waar nu Megalochori ligt, als centrum van zo’n achttien dorpen: Plumaria. Men leefde er van de olijventeelt, totdat twee verwoestende bosbranden huishielden in de streek. Gelukkig waren in die tijd net de piraten uit de Griekse zeeën verdreven en verkaste een groot aantal inwoners naar de mond van de Sedoendas rivier om er huizen te bouwen en nieuwe bedrijven te beginnen.

Deze verhuizing werd ook ingefluisterd door de filosofieën van Benjamin van Lesvos (1759-1824), een wijze monnik, geboren in Plumaria, bekend om zijn school in Ayvalik en zijn verlichtende ideeën over een nieuwe economie. Toen zeepfabrieken en olijfpersen aan zee verrezen, kwamen er scheepsbouwers van de Cycladen, Kythara en Psara om schepen te bouwen en groeide de vloot van Plomari uit tot zo’n tweehonderd handelsschepen. Ook Efstratios Varvayannis, opgegroeid in het Russische Odessa, kwam op de nieuwe handelsgeest af en begon rond 1860 in Plomari de eerste ouzodestilleerderij.

De Gouden Eeuw van Plomari duurde tot 1912. De bevrijding van Lesvos betekende de teloorgang van de bloeiende handel met het overzeese Klein-Azië en landen rond de Zwarte Zee, zodat de tien olijfpersen, de vier zeepfabrieken en een fabriek voor de verwerking van olijfpitten in de problemen kwamen. Meer dan de helft van de mensen trok weg naar grote steden en landen zoals Zuid-Afrika, Australië en Venezuela. Het welvarende stadje raakte in verval.

Tegenwoordig kom je nergens op Lesvos zoveel moderne villa’s tegen als rondom Plomari, die overal tegen de bergwanden zijn geplakt of op bergtoppen prijken. Plomari grossiert in architecten (4 autochtone en 10 Deense architecten). Kom je beneden aan in de haven, dan waan je je in de jaren 60 wegens de typisch saaie en hoekige bouwwerken uit die tijd en de ruïnes van grote fabrieken. Duik je de wijk erachter in, dan waait het rijke verleden van Plomari je tegemoet.

Het is een belevenis om door de smalle, kronkelige straatjes rondom het centrum te dwalen, waar statige en charmante huizen uit de oude tijd staan te pronken alsof de levendige, internationale handel nooit is weg geweest. Kleinere huizen met houten uitbouwen die als spionnen boven de straatjes zweven, zijn van een fotografische bevalligheid. Tijdens de laatste grote aardbeving in 2017 werden talrijke vervallen panden nog bouwvalliger, maar dankzij subsidies is men hard bezig een aantal ruïnes weer op te kalefateren. Plomari wordt wellicht net zo pittoresk als Molyvos.

Afgelopen zomer bezocht een recordaantal toeristen Lesvos, waarvan het grootste deel in het noorden bivakkeerde. En ook elders, zoals in Plomari, is het aantal toeristen gestegen. Maar geen andere dorpen puilden zo uit als Molyvos en Pètra. Het zou goed zijn om volgende zomer wat aan toeristenspreiding te doen: strandliefhebbers die niets moeten hebben van ligbedden en naaste buren, kunnen naar het door stille stranden omgeven witte, pittoreske dorpje Sigri in het westen. Voor een wat avontuurlijkere vakantie aan zee en in de bergen is er het charmante Plomari, met vlakbij het commerciële strand in Ayos Isidoros, het betoverende en nog authentieke Melinda met al zijn kleurrijke kiezels en – ietsje verder door de bergen – het magische Drota. West, zuid-west, zuid: daar vind je de nieuwste vakantie hotspots van Lesvos.