Eilandrevoluties

(foto: internet)

Ik wil niemand het blauwe water uit jagen, maar eigenlijk zwem je in zee tussen de poep en pies van de vissen. Geen paniek. De zee is immers zó groot dat je er niets van merkt. Behalve wanneer je bij een viskwekerij zwemt, waar de vissen vaak als sardientjes in een blik in het water zweven. Die produceren heel wat meer troep in zee dan scharrelvissen.

Gelukkig is nog geen Griek op het idee gekomen om een octopuskwekerij te beginnen, zoals in Spanje. Vooral na het zien van de Oscar winnende Netflix documentaire My octopus teacher van James Reed, waarin de hyperintelligentie van die achtpotige zeewezens wordt bewezen, zijn er flink veel mensen die geen octopus meer eten en tegen dit soort zeeboerderijen zijn. 

Griekenland heeft echter wel de meeste zeeviskwekerijen van Europa, waarin voornamelijk zeebaars (lavraki) en zeebrasem (tsipoero) rondjes zwemmen. Ze worden massaal vetgemest en bij een verkoudheid of virusje volgestopt met antibiotica. Ze hebben stress wegens overbevolking en sterven veelal een verstikkingsdood of gruweldood in ijsachtige smurrie.

Aquacultuur is sowieso geen schone bezigheid, blijkt uit talrijke onderzoeken* die steeds vaker in de media verschijnen en uitwijzen, dat je dit soort visvijvers beter niet in je achtertuin kunt hebben: zeewatervervuiling, bodemvernieling en verstoring van het ecosysteem.

In 2017 bestonden er in Griekenland zo’n 320 middelgrote zeeboerderijen, meestal door families beheerd. Nu heeft ook het grote geld de kweekvis geroken en is 70% van de Griekse kwekerijen in handen van het internationale Avramar, een bedrijf dat sinds 2016 geleid wordt door investeerders die zo snel mogelijk geld willen zien. Deze maatschappij zit achter het rampzalige plan om de viskwekerijen op het kleine eilandje Poros drastisch uit te breiden. De bevolking is woedend, want men leeft deels van ecotoerisme en heeft van de al bestaande kwekerijen meer lasten dan lusten. 

De zee rond Lesvos biedt plek aan drie viskwekerijen: een in het zuidoosten onder Mytilini, een in de beschutte baai van Jèra bij Skala Loutron en eentje in het noordwesten bij Aya Marina (boven Skalochori). Ook Lesvos staat op de kaart van Avramar en ik denk dat zij de privéonderneming zijn die bij Agia Marina de al bestaande kwekerij onbeschaamd minstens zesmaal wil vergroten. 

De kwekerij veroorzaakt echter al genoeg overlast volgens vissers en inwoners van Skalochori, die zich hebben verenigd onder de naam “Fight against Fish Farms of Skalochori”. In een brandbrief aan lokale en landelijke autoriteiten geven ze een opsomming van de ellende. Het trekt extra dolfijnen aan die visnetten vernielen, door vervuiling van poep, pies, etensresten en geneesmiddelen zwemmen er nog maar weinig vrije jongens rond op deze eens zo rijke visgrond, en de zeebodem is vernield. Bovendien liggen de visreservaten in de vaarroute van de vissersboten die daardoor moeten uitwijken naar volle zee, wat bij zuidenwind gevaarlijke situaties kan opleveren. Terwijl in andere landen viskwekerijen verder in zee liggen, prefereren de Grieken ze dicht op de kust, het liefst op een beschutte plek, want dat is makkelijker voor het onderhoud. Wat de kwaliteit van de vis en het schone water niet ten goede komt wegens matige doorstroming van het zeewater.

Op Paros, Rhodos en Naxos is de bevolking onder de naam “Beach Towel Revolution” in opstand gekomen tegen de commerciële strandbeddenterreur, die steeds meer stranden – die volgens de Griekse grondwet publiek domein zijn – ontoegankelijk maakt voor mensen die met een handdoek op het zand genoegen nemen of eenvoudigweg geen bedje kunnen betalen (op Paros lig je voor 120 euro op de eerste rij aan zee!). De protesten verliepen zo succesvol, dat de regering in actie is gekomen en er diverse illegale zaken zijn beboet, gesloten of zelfs afgebroken, zoals ook al eerder het geval was op Mykonos.

Ook Lesvos zal de barricaden op moeten om te vechten voor een schone zee, zeker zo dicht bij de populaire stranden van Tsichandra, Abèlia, Anaxos, Vatera en Pètra. Bijvoorbeeld met een protestmars langs al die strandbedden. De toeristen moeten tenslotte ook weten waar hun vis vandaan komt en in welk viswater ze zwemmen.

De Hellenic Aquaculture Producers Organization (HAPO) zal geen vuiltje aan de lucht zien. Die is ijverig bezig om de in Griekenland gekweekte vis te labelen als “Griekse vis”. Want stel je voor dat er per ongeluk een Turkse vis op je bord belandt… die met kebab is grootgebracht in plaats van met souvlaki! Ik ben nog geen vis tegengekomen met een vlaggetje “Griekse vis”, ook al zou ik als ik restauranthouder was, dat vlaggetje snel verwijderen. Tegenwoordig zijn vissen noch investeerders te vertrouwen.

* Geraadpleegde artikelen uit onder andere Euronews, The Ferret, Eurogroup for Animals, The Guardian.