Hugh Mason, een Canadese professor gespecialiseerd in de klassieke oudheid en het Lesvos van Longus, ging op zoek naar de appelboomgaard waarover Sappho in een van haar gedichten schreef*. Ze riep Aphrodite op om van Kreta naar haar fraaie appelboomgaard op Lesvos te komen, een paradijselijke tuin vol geurende bloesems en lentebloemen. Ook Longus had het over appels in zijn herdersroman Daphne en Chloë, alsof heel Lesvos ooit volstond met appelbomen.
Hugh Mason heeft de door Sappho zo idyllisch beschreven boomgaard niet kunnen vinden, noch enige andere appelboomgaard. Tenminste, niet in de buurt van Erèsos waar ze is geboren, noch rond Mytilini, waar ze heeft gewoond. Er zijn dan ook heel wat eeuwen verlopen sinds Sappho haar gedichten schreef (ze leefde rond de 6de eeuw v.Chr.), een periode waarin het klimaat van het eiland weliswaar niet drastisch is veranderd, maar waar agrarisch wel de nodige veranderingen hebben plaatsgevonden, zoals de opmars van de olijventeelt. Had Hugh Mason naar een oeroude olijfboom gezocht waaronder Sappho droomde over heerlijk geurende appelbloesems, dan had hij wellicht nog een kans gehad, daar olijfbomen belachelijk oud kunnen worden. Tot de jaren ’70 stond vlakbij Athene de 2400 jaar oud geschatte olijfboom waaronder Plato zijn leerlingen onderwees, nog fier overeind, tot er een bus tegenaan klapte. Appelbomen hebben echter niet genoeg sap om zelfs maar een eeuw te overbruggen, dus Aphrodite’s appelboomgaard zal slechts voortbestaan in Sappho’s gedichten.
Longus’ appeleiland bestaat echter nog wel. Vroeg in de lente worden de somber getinte berghellingen opgelicht door bloeiende wilde appel- en perenbomen, gelijk fonkelende, opgetuigde kerstbomen. Rond Ayassos is het appelbloesemfestijn nog groter. Daar worden op grote schaal crabappels verbouwd, die weer een maatje groter zijn dan de in het wild groeiende varianten. Tijdens de herfst worden ze langs de kant van de weg te koop aangeboden in Megalo Limni. Een vriendin met een sprookjesachtig landgoed bij Skalochori is tevens gezegend met een bescheiden appelboomgaard die van die verrukkelijke, kleine appels produceert: een magische plek waar je je makkelijk Sappho tussen de appelbloesems kunt voorstellen. Andere vrienden, in Anaxos, hebben een gecultiveerde boom waarin zó veel groene, sappige joekels van appels hangen, dat je er een boomgaard mee kunt vullen.
Ik heb een huis vol appels uit Skalochori en Anaxos die tot diep in de winter goed blijven, een ideale basis voor moes, soep, chutney of een taart. Appelmoes behoort tot het klassieke Nederlandse kindermenu. In een handomdraai heb je er een appelmoes voor volwassenen van gemaakt, door er een pepertje, snufje zout, gember, kaneel, koriander en komijn aan toe te voegen, eventueel zelfs een scheutje room: heerlijk bij gebakken lever bijvoorbeeld.
Grieken zullen misschien hartelijk lachen, wanneer je ze vertelt dat appelmoes of een milo soepa op het menu staat. Laat ze maar eens proeven van die appelsoep, bijvoorbeeld als voorgerecht van het kerstdiner. Ze zullen ervan smullen. Gebruik wel zo veel mogelijk verse ingrediënten:
Scheutje olijfolie
200 gr uien
1 duimgroot stuk verse gember
½ – 1 Spaans pepertje (hoeveelheid naar smaak)
500 gr stukjes appel
1 l zelfbereide kippen- of groentebouillon
1 el (verse) koriander
1 tl komijn
½tl kaneel
1 tl kurkuma
1 tl kerriepoeder
zout, peper
sap van 1 citroen
Verhit de olie in een grote pan. Bak de gesnipperde ui, gember en het pepertje tot de ui glazig is. Voeg dan de kruiden toe, bak even mee en doe dan de stukjes appel in de pan. Enkele minuten al bakkend omscheppen en giet dan de warme bouillon in de pan. Laat een half uurtje zachtjes koken en pureer alles. Maak op smaak met peper, zout en wat citroensap.
Chutney komt oorspronkelijk uit India. Alexander de Grote – die dankzij zijn wereldwijde veroveringen heel wat nieuwe groenten en fruit in de Griekse keuken deed belanden, zoals de aubergine – heeft vast vergeten de chutney naar zijn thuisland te sturen: het is er tot op de dag van vandaag een onbekend verschijnsel gebleven. Nu wordt het Griekse vlees in de regel altijd zó goed bereid, dat het maar zelden een opkikker nodig heeft, maar Griekse worst met appelchutney lijkt me wel een lekkere combinatie, net zoals voor bij een kerstdiner waar wild of rollades worden geserveerd: een verfrissende aanvulling op de donkere vleessmaak.
1 kg in stukken gesneden appel
250 gr gesnipperde ui
1 duimgroot stuk gember
1 Spaans pepertje
2 dl witte azijn
250 gr bruine suiker
100 gr rozijnen
snufje gemalen laurier
2 kruidnagels
1 pijpje kaneel
zout, peper
Doe alles in een pan en laat 30-45 minuten zachtjes sudderen. Verwijder het kaneelpijpje en vul gesteriliseerde jampotjes met de hete chutney. Sluit de potjes, zet ze een half uur ondersteboven en – wanneer afgekoeld – plaats ze in een donkere kast, zodat ze enkele weken bewaard kunnen blijven.
*Hugh Mason – Sappho’s apples