Het zal je maar gebeuren: ben je lekker aan het zwemmen in het azuurblauwe water bij een Grieks eiland, word je opgemerkt door Zeus, die door een pijl van Eros wordt geraakt en je meeneemt naar de Olympos, waar je braaf naast Zeus je leven moet voortzetten. Het gebeurde Kynara, en ook al werd ze gepromoveerd tot godin, ze miste haar leven aan de Egeïsche zee en daalde stiekem af om in de golven te spelen. Toen Zeus begreep dat ze de zee belangrijker vond dan zijn troon, werd hij zó kwaad dat hij haar veranderde in een artisjok.
Zo kwamen duizenden jaren geleden de distels opzetten in het Griekse landschap. De artisjok (Cynara scolymus), waarvan de bloemknoppen met hun vele blaadjes en de dikke bodem als een delicatesse worden beschouwd, is de bekendste. Talrijke andere staan ook in hoog aanzien op de culinaire ladder, zoals de Mariadistel (Silybum marianum), waarvan de jonge bladeren voornamelijk salades kruiden. De blauwe zeedistel (Eryngium maritimum) heeft meer culinaire mogelijkheden, helaas een beetje vergeten in de moderne keuken: naast hun jonge stelen voor tussen de slablaadjes, kunnen hun wortels gebruikt worden om snoep te maken of om te worden geroosterd vanwege hun kastanjesmaak.
Mijn schoonheidsprijs gaat naar de coronabol, zoals ik ze noem. De echte naam is kogeldistel, in het Latijns Echinops, afgeleid van het Griekse woord voor egel. Op veel plekken kom je hun stralende bollen vol bloemen tegen, waarvan de kleur van groen naar een net zo fel blauw verandert als de hemel op een heldere dag aan de Griekse zee. Tweede favoriet is de Kameleon distel (officieel Tuil dragende blauwe distel of Cardopatium corymbosum), groeiend in de vorm van een perfecte tuil bloemen, langzaam verkleurend naar diezelfde knalblauwe kleur als de coronabollen.
De gouden sterdistel heeft als Latijnse naam Centaurea solstitialis en is vernoemd naar de zonnewende, daar hij altijd rond de langste dag van het jaar – 21 juni – bloeit. Dan kleurt het dorre zomerlandschap op Lesvos strogeel, maar blijven de trotse distels statig overeind staan, naast de kleurrijke oleanders die de wacht langs de wegen houden.
De jonge bladeren van de gewone melkdistel (Sonchus oleraceus, of zochos in het Grieks) zijn tijdens de lente op Lesvos een geliefd ingrediënt voor salades. Er wordt gezegd dat deze op paardenbloem lijkende distel kracht geeft. Daarom at Theseus een bordje vol voor hij de Minotaurus op Kreta ging verslaan. Het is niet zeker of zijn overwinning te danken is aan de distels. Anders zouden we – net zoals Panoramix voor Asterix en Obelix – de grote kookketels te voorschijn kunnen halen om honderden liters melkdistelsap klaar te maken, zodat de bewoners van Lesvos er klaar voor zijn wanneer de Sultan het in zijn hoofd krijgt de Egeïsche zee over te steken. Hij waant zich een machtige Zeus op oorlogspad en dreigt een aantal Griekse eilanden (waaronder Lesvos, Samos, Chios, Kos en Rhodos) in te nemen waarvan hij claimt dat die Turks zijn.
Hij mag blij zijn dat het verdrag van Sèvres uit 1920 niet meer geldt, waarin onder andere Izmir en omgeving aan Griekenland waren toegekend. Dat verdrag is in 1923 vervangen door dat van Lausanne, waarin de Turks-Griekse grenzen definitief werden vastgelegd (hoewel er sindsdien alweer veel is veranderd): Izmir en Oost-Thracië vervielen aan Turkije, de meeste eilanden langs de Turkse kust – op Tenedos en Imbros na – werden weer Grieks, Italië kreeg de Dodekanesos eilanden en de Britten kregen Cyprus. Nergens staat geschreven dat de grenseilanden een gedemilitariseerde zone zouden moeten zijn, wat De Sultan echter nu wel eist. Hij heeft vast de kleine letters niet gelezen.
De wat oudere Grieken halen hun schouders op: zij zijn een vuil spuitende Sultan wel gewend uit andere jaren, toen er met modder werd gegooid en met oorlog gedreigd. Ook de grensbewoners negeren de Sultan voor zover dat mogelijk is: deze zomer zijn weer talrijke veerverbindingen tussen Griekse eilanden en Turkije geopend, waaronder een nieuwe tussen het Turkse Izmir en Mytilini en Plomari op Lesvos.
Toch heeft de blaffende Sultan recentelijk een ander gezicht getoond: begin juni ontmoette hij de stalinistische Tsaar om het graan uit de Oekraïne te bevrijden. Een vrede stichtende rol staat de krijsende Sultan veel beter. Het is hem trouwens niet gelukt de Tsaar milder te stemmen.
Ondertussen wapent het eiland zich met distels. Wanneer je je buiten de begaanbare paden begeeft, heb je alle kans op een stekelige ontvangst van vaak wel heel fraaie maar vervaarlijk uitziende planten, die op sommige plekken meters hoog kunnen zijn. Laat de Sultan nog maar eens even goed nadenken, voordat hij dit stekelige eiland claimt.