Elk jaar tussen mei en juli vindt er langs de kust van Zuid-Afrika een groots, natuurlijk schouwspel plaats. De show begint bij de Agulhas Bank, daar waar de warme golfstroom van de Indische Oceaan de koude stroming van de Atlantische oceaan omarmt, waarna het spektakel zich in noordelijke richting verplaatst naar de oostkust van Zuid-Afrika: miljoenen sardientjes beginnen een reis naar het noorden, tot aan Mozambique. Misschien bereikt slechts de helft van deze sardientjes haar uiteindelijke bestemming, want de verplaatsing van zoveel zilveren visjes blijft niet onopgemerkt: honderden dolfijnen, haaien en zelfs vogels laten zich dit maaltje niet ontgaan en geven een spectaculaire show, terwijl ze de enorme school sardientjes – die wel 7 km lang, 1,5 km breed en 30 meter diep kan zijn – achterna reizen en proberen op te peuzelen. Deze sardinetrek trekt honderden toeschouwers om de dartele dolfijnen en angstaanjagende haaienvinnen door het water te zien flitsen. Maar het meest wonderlijke schouwspel vormen de zeevogels zoals zeemeeuwen en aalscholvers, die voor de gelegenheid in een steile duik pijlsnel het water inschieten – sommige duiken wel 10 meter diep – om mee te doen aan de grote smulpartij onder water.
Skala Kallonis, in heel Griekenland bekend om zijn sardientjes, kent geen sardinetrek. Gelukkig maar, want stel je eens voor dat al die haaien ook hier achter de sardientjes aan zouden gaan. Dan zou ik m’n leven niet zeker zijn in de wateren rondom het eiland. Er schijnen wel haaien te zwemmen in de Egeïsche zee, maar die blijven heel ver uit de kust en er wordt gezegd dat ze niet gevaarlijk zijn.
Dolfijnen kun je wél nog regelmatig tegenkomen in de zee rond het eiland, maar ze zijn niet de beste vrienden van de sardientjes. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog woedde er in Zuid-Frankrijk, in het vissersplaatsje Collioure, zelfs een strijd tussen de plaatselijke sardinevissers en de dolfijnen die, voordat de vissers ook maar een kans hadden om hun buit uit het water te halen, vrolijk de netten inzwommen, de sardientjes opaten en de netten vernield achterlieten. Met de hulp van oorlogsboten werden de dolfijnen met mitrailleurs een kopje kleiner gemaakt! Na de oorlog, toen de netten van nylon werden gemaakt, was dit probleem opgelost: de dolfijnen bleven weg, want het nylon was te sterk voor deze roofdieren.
In Griekenland is de dolfijn echter een mythische verschijning, ook al blijven Griekse vissers ver van de dolfijnen vandaan: het doden van een dolfijn is ongeluk over je afroepen, en men gelooft nog steeds dat het een slecht voorteken is, wanneer er per ongeluk een dolfijn in de visnetten verstrikt raakt.
Vorige week nam ik een hoop gespetter in de zee waar. Dolfijnen, dacht ik meteen. Maar door een verrekijker zag ik forse, zilver blinkende vissen rechtop uit het water springen: tonijnen! Ze leken wel een vissentrek te volgen, want andere golven bestonden uit kleine visjes die half springend over het water probeerden de tonijnen voor te blijven. Net als met de sardientjestrek moesten vele van die kleine visjes bakzeil halen, zo stel ik me voor, want de tonijnen leken wel pirouetten op hun staarten te draaien, zóveel dolle pret hadden ze.
Skala Kallonis heeft overigens wel een sardientjesfestival, dat afgelopen weekend plaatsvond. Hier zullen geen miljoenen sardientjes in de magen van hongerige bezoekers zijn verdwenen, maar zo’n tienduizend visjes, net zoveel als een walvis in één hap naar binnen kan slokken! Het sardientjes eten in Skala Kallonis wordt begeleid door traditionele dansen, veel muziek en uiteraard forse plenzen ouzo.
De sardientjes uit Kalloni zijn gedurende de zomermaanden volop vers te krijgen. Ze worden gegrild, gebakken of gezouten (sardelles pastès) gegeten. In de andere jaargetijden moet je het doen met de ingeblikte sardientjes. Vergis je niet: de beroemde sardientjes in blik uit Kalloni worden met zout ingelegd en zijn daarom qua zoutgehalte het beste te te vergelijken met ingeblikte ansjovis.
In de plaatselijke restaurants vind je niet veel variatie in sardientjesgerechten. Hoewel ik elke avond wel een paar vers gegrilde sardientjes zou willen eten en ik mijn ouzo het liefst met sardelles pastès combineer, gaat dat op den duur wel vervelen, hoe smakelijk en gezond deze visjes ook zijn. Kijk ik echter op het internet, dan begin ik al bij voorbaat te watertanden van een aantal zeer lekker uitziende gerechten met sardientjes: gegrild in wijnbladeren of geserveerd met gefrituurde wijnbladeren, in een kikkererwten-avocado salade, een mousse of taart met mosterdsaus, met pesto, in een curry, gemarineerde of gevulde en ga zo maar door. Ooit ga ik dat allemaal uitproberen.
Deze zomer, die één vochtige, langgerekte hittegolf is, beperk ik me tot een eenvoudig, eigen recept voor een borrelhap, dat zó klaar is: sardientjesspread geserveerd op plakjes komkommer.
Meng 1 eetlepel Griekse yoghurt met 2 eetlepels mayonaise, doe er 1 theelepel mosterd bij. Prak of pureer zo’n 10 sardientjes (gekookt, gegrild of in olie uit blik) met een staafmixer, samen met de yoghurt-mayonaise saus. Maak op smaak met wat citroensap, zout en peper, en voeg een paar kappertjes of in kleine blokjes gesneden augurk toe.