Kraaientaal

Lesvos is een vogelspot-eiland. Van de ongeveer 455 soorten vogels die Griekenland telt, zijn er 331 op Lesvos waargenomen. Heel vroeger had je ook mensen die vogels bestudeerden, maar die bedreven de kunst van ornithomantie, oftewel vogelvoorspelkunst. Ik trof een website aan die het heel makkelijk uitlegde: middels de vliegbewegingen van een vogel, de kleur van een vogel en de bepaling van het soort vogel kun je de toekomst voorspellen. Binnen een dag kun je een vogelvoorspeller worden! Maar je moet er dan ook in geloven.

Op Lesvos vliegen heel wat bonte kraaien rond. Kraaien zijn een teken van ongeluk. Wanneer ze ook nog eens luid beginnen te krassen, betekent het dat je vijanden klaarstaan om ten strijde te trekken. Driemaal krassen wil zeggen dat je aan de winnende hand bent en een vliegende kraai stelt een reis in het vooruitzicht.

Ik zie elke dag tientallen bonte kraaien die bepaald niet op hun mondje zijn gevallen. En toch word ik niet elke dag door ongeluk getroffen, laat staan dat ik vijanden heb. Ik zal er eens op letten hoe vaak ze hun strijdkreet laten horen, maar ik geloof eigenlijk niet echt in zulke waarzeggerij. En als het aan de vliegende exemplaren ligt, zou ik al minstens tienmaal de hele wereld moeten hebben rondgereisd.

Vroeger heerste er veel meer bijgeloof onder de mensen. Zo bestond er hier op de berg Lepetimnos een orakel dat met rondvliegende kraaien de toekomst kon voorspellen. Tegenwoordig is het enige gevaar bij een kraai dat-ie een noot op je hoofd laat vallen. Nu de walnoten vrolijk rijp in de bomen hangen, zijn de kraaien massaal op dievenpad en plunderen de bomen. Vervolgens zitten ze triomfantelijk hoog op telefoondraden om de walnoten vandaar op de weg te laten vallen, in de hoop ze zo te kraken. Anders is het wachten op een auto die de noot wil kraken. Ik vind dit een vermakelijk schouwspel, maar kijk soms angstvallig omhoog of zo’n kraai mij niet voor de lol een walnoot toewerpt. Tenslotte werd de Griekse dichter Aeschylos enkele eeuwen v.Chr. door een vallende schildpad gedood vanwege een overvliegende arend die zijn buit liet schieten. Je weet maar nooit wat er uit de lucht komt vallen.

Kraaien zijn super intelligente vogels, die zelfs gereedschap kunnen vervaardigen om aan hun eten te komen. Vroeger lieten ze zich door Apollo, onder andere god van de voorspellingen, gebruiken als rondvliegende drones. Ooit zond hij een kraai om zijn geliefde op trouw te controleren: die verkeerde echter met een ander, waarop Apollo zó kwaad werd op de boodschapper dat hij diens veren zwart blakerde. En zo werden alle kraaien zwart. 

Een andere keer stuurde Apollo een kraai eropuit om water te halen in een beekje. De kraai kwam een vijgenboom met onrijpe vruchten tegen, waarop hij besloot te wachten tot de vijgen heerlijk zacht en zoet smaakten. Toen vrat hij zijn buikje rond, haalde water en bracht het naar Apollo, die woedend was over de late levering en de kraai veroordeelde tot altijd wachten op rijpe vijgen, voordat hij zelf uit het beekje kon drinken. Dit is de reden dat de kraai een schorre stem heeft: van de dorst. Er is een bonte kraai in Eftaloe die wel héél goeie maatjes met Apollo moet zijn, want in plaats van het krakerige kra-kra schreeuwt-ie heel helder tuut-tuut. Een kraai met een spraakgebrek: wie weet hoeveel geluk zo’n toeterende kraai kan brengen.

Wanneer een vogel op je afvliegt, betekent dat geluk in het verschiet. Het overkwam me enkele weken geleden, toen ik met de waterslang in de hand de tuin water stond te geven. Opeens kwam er een luidruchtig kwetterend tiental vogeltjes aanzetten, waarvan eentje recht op me af vloog. Bijna landde het op mijn arm, maar bedacht zich op het laatste moment en vloog terug naar zijn kameraadjes die zich fladderend verscholen in de citroenboom. Toen probeerde een ander het, en weer een ander, maar geen van hen durfde me iets in het oor te fluisteren. Ze waren bruin en egaal van kleur, een slagje kleiner dan mussen, en hadden twee zwarte, rechthoekige vlekjes op het kopje. Vervolgens vlogen ze vrolijk twitterend weer door. Ik heb ze nooit meer teruggezien. Ik ben niet bijgelovig, dus lag er niet wakker van, bang voor welke boodschap deze onbekende, brutale vogeltjes hadden, maar ik piekerde wel over welke opdondertjes het waren; ik heb hun naam nooit kunnen achterhalen.