Een oude stoommachine bij Milelia
Het valt voor een doorgewinterde roker niet mee om te stoppen. Vooral niet in een land waar het niet is gelukt om het roken in openbare ruimtes zoals restaurants aan banden te leggen, en waar de bevolking bekend staat als de grootste rokers van Europa.
Nu is dat niet zo heel erg gek, want tabak wordt onder andere in Griekenland verbouwd. Zelfs op Lesvos vond je vroeger tabaksplantages, vooral rondom Kalloni. Tegenwoordig zijn het de olijfboomgaarden en de weides voor schapen en geiten die het agrarische landschap hier tekenen, terwijl vroeger de velden er iets gekleurder bij lagen: naast tabak werden er op grote schaal peulvruchten, katoen en granen verbouwd en vond je bij de exportproducten wijn, vijgen en eikels (voor de leerlooierijen). En, om eerlijk te zijn, er woonden tot begin twintigste eeuw ook veel meer mensen op het eiland.
Het was de Italiaanse familie Gattilusia (1354 – 1462) die export van wijn en olijfolie op het eiland stimuleerde. Blijkbaar verbouwde men ervoor alleen voor eigen gebruik. Toen de Turken het gezag overnamen, groeide de handelsgeest op het eiland en zo was er in 1548 bijvoorbeeld een belastingheffing op de verhandeling van tarwe en gerst, bonen, kikkererwten en veldbonen, sesam, vlas en katoen, wijn, vijgen, amandelen en moerbeien, olijven, olijfolie, honing, varkens en zijde.
Aan het einde van de zeventiende eeuw verscheen er ook tabak op de Lesvoriaanse velden, ongeveer een eeuw nadat Christoffel Columbus de tabaksplant vanuit Zuid-Amerika had meegebracht. Het waren namelijk indianen in dat verre werelddeel, die tijdens een vuurtje stoken merkten dat de rook van tabaksbladeren aangename bijwerkingen had en zo begonnen ze die te gebruiken voor rituele handelingen. De Spanjaarden gebruikten het als slaapmiddel en in 1560 stuurde een in Portugal verblijvende arts tabaksbladeren naar Catherina de Medici als medicijn tegen haar hoofdpijn.
Tabak was dus eerst een geneesmiddel, maar al snel werden er sigaren van gedraaid en werd het ook een genotmiddel. Het waren echter sigaretten die ervoor zorgden dat de halve wereldbevolking verslaafd raakte aan tabak: de eerste sigaretten werden tijdens de Krimoorlog(1853 – 1856) door soldaten gedraaid (en gerookt). Vervolgens werd er in Amerika een machine uitgevonden die 200 sigaretten per minuut kon rollen en toen was het hek van de dam: Amerikaanse soldaten kregen blijkbaar zowel munitie als sigaretten, want tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog introduceerden zij wereldwijd de sigaret.
Zo raakten ook de Grieken aan het paffen. En hoe! In oude Griekse films zie je niet zelden helden en heldinnen pontificaal met een sigaret in de hand of mond acteren. Kijk naar Melina Mercouri in de film Never on Sunday, en je zou er meteen weer een willen opsteken.
Er waren tabaksplantages genoeg in Griekenland, die meerdere soorten tabak verbouwden. Maar vreemd genoeg, toen de sigaret rond de jaren 50 populair werd, raakten de tabaksvelden op Lesvos leeg. Dat kwam omdat veel mensen tabak hadden van het eiland: er was crisis, de mensen wilden niet meer tegen een hongerloontje op de tabaks- en andere velden werken en een emigratiestroom kwam op gang.
In 1913 telde het eiland 140.000 inwoners, omdat de economie toen op zijn hoogtepunt was, dankzij de export naar het oosten. In 1912 werd het eiland bevrijd van de Turken, maar de hoofdstad Mytilini bleef nog even bruisen met internationale handel. Pas toen in 1922 de Grieken de oorlog tegen Turkije verloren en er een vluchtelingenstroom uit Turkije op gang kwam, zakte de bloeiende handel als een plumpudding ineen, omdat Klein-Azië als afzetgebied definitief wegviel. Toen zal de chaos compleet zijn geweest, omdat mensen het eiland verlieten wegens de crisis, maar vluchtelingen ervoor zorgden dat het inwonersaantal niet zo snel kelderde. In 1940 woonden er nog 134.000 mensen op Lesvos. Daarna had men waarschijnlijk het vertrouwen in een snelle opbouw van de economie verloren en groeide de emigratiegolf, totdat de teller van het aantal inwoners in 1981 op 88.000 bleef steken. In de nieuwe eeuw wordt het aantal op 90.000 geschat, alhoewel er het afgelopen jaar wederom een nieuwe emigratiestroom is ontstaan wegens de huidige crisis.
Op Lesvos waren de tabaksvelden al verdwenen voordat de wereld de sigaret in de ban deed, net zoals zoveel andere producten uit het exportrijtje werden geschrapt. Het eiland leeft nu voornamelijk van de producten van schapen, geiten en olijfbomen. Ouzo kent een bescheiden export en het toerisme is de enige nieuwe factor in het spel, goed voor een klein deel van het inkomen van Lesvos.
Ikzelf zou wel een veldje met wat tabaksplanten aan huis willen hebben. Sigaretten van zelf geteelde tabak is vast veel minder schadelijk voor de gezondheid. Vreemd genoeg is er een oude wet in Griekenland die het roken verbiedt van zelf geteelde tabak. Dan toch maar stoppen met roken? Zucht.