Over verlaten hotels en graffiti op het eiland.
Na de verfrissende regen liep ik een straatje om, en wel over een weggetje waar ik een tijdje niet gelopen had. Een eindje verderop zag ik een enorme rode octopus schemeren. Even meende ik te hallucineren, want op het verlaten legerplaatsje is nooit iets te zien. Nu prijkt er echter op een van de gebouwtjes een vette, rode inktvis met een sigaret en een cocktailglas in de ‘handen’.
Het vervallen hotel Sarlitza in Thermi, het geruïneerde hotel Arion bij Molyvos, de nachtclub bij Skala Sykaminias en het nooit voltooide hotel in Vatera vormen iconen in het Lesvoriaanse landschap. Geen al te fraaie natuurlijk: ze staan symbool voor een tragedie die zulke gebouwen tot ruïnes heeft gemaakt.
Het verhaal van de nachtclub in Skala Sykaminias ken ik niet. Hotel Arion heeft één jaar gedraaid, waarna de bank het in beslag nam wegens onbetaalde rekeningen. Hotel Sarlitza was een Turks kuurhotel en ik kan me zo voorstellen dat toen in 1923 alle Turken van het eiland werden verdreven, het hotel aan een kwijnende ondergang begon. Tegenwoordig beseft men dat het een mooi gebouw is dat moet worden gerestaureerd, en keer op keer lees ik in de krant dat het ’t komende jaar weer in volle glorie zal herrijzen, maar steeds weer gebeurt er vervolgens niets. Tot ik van de week een foto in de krant zag waarop te zien was dat men was begonnen de tuin voor het hotel te fatsoeneren. Ik ben benieuwd of ik ooit nog zal meemaken dat het majestueuze Sarlitza zijn lichten weer aanknipt.
Lesvos Palace kent een ander tragisch verhaal, dat laat zien hoe graag men op Lesvos toeristen trekt met klassehotels. Ene Aris Skafidas kocht het land aan het einde van het lange strand van Vatera in de jaren zeventig en begon met bouwen op deze droomlokatie. Ergens in de jaren tachtig was het hotel met 1000 bedden bijna klaar. Het enige wat nog ontbrak was een weg ernaartoe, 2 km vanaf de hoofdweg, door een rivier die in de winter rijkelijk stroomt. Nu is het aanleggen van een weg met een brug een peulenschilletje voor een man die de bouwer is van talrijke complexen op het Griekse vasteland en eens bevriend was met Onassis. Allereerst was het de taak van de gemeente om die weg te bouwen. Maar er kwam geen vergunning. Ook toen Skafidas aanbood zelf de weg aan te leggen, bleef een vergunning uit. Zelfs in de afgelopen jaren, toen Zwitsers, Duitsers en Chinezen probeerden het gebouw te bemachtigen, kwam er geen schot in de zaak en kon Lesvos Palace zijn deuren niet openen.
De enige keer dat het hotel gebruikt werd, was tijdens een muziek- en graffitifestival, dat enkele jaren geleden plaatsvond in Vatera. Kunstenaars van over de gehele wereld brachten een ode aan Theofilos en schilderden schitterende kunstwerken op de muren in de grote lege, betonnen ruimten waaruit de benedenverdieping bestaat. Ook in de kamers erboven heeft menige kunstenaar zich rijkelijk uitgeleefd. Ik noem het dan ook het Openlucht Graffiti Museum van Vatera.
Het festival – dat volgens de organisatoren geslaagd was – kreeg echter geen toestemming om terug te komen en hield zijn tweede jaargang noodgedwongen in Mytilini, wat voor de graffiti die verspreid in de stad werd aangebracht, geen groot succes was. Ook dit festival is ter ziele gegaan, maar heeft in ieder geval talloze fraaie tekeningen op gebouwen achtergelaten, wat beter is dan de lelijkheid van die nieuwe Griekse ruïnes, waarvan de meest kwalijke exemplaren het aanzicht van het lieflijke Gavathas behoorlijk schaden. Het verhaal erachter ken ik niet, maar ik ben verbaasd dat iemand überhaupt toestemming kreeg om die gebouwen daar aan de voet van het dorp tussen wat huizen te proppen, gebouwen die overigens verdacht veel lijken op eenzelfde in de steek gelaten complex langs de boulevard van Pètra, richting Molyvos.
Ik ben vereerd dat we nu in Eftaloe een minidependance van het Vatera Graffiti Museum hebben gekregen, op een verlaten militair kampje: naast de rokende en drinkende octopus staat in een ander gebouwtje een wit paard, geleid door twee duiven, met een slapend meisje op de rug. En er staan kleurige handtekeningen op een ander gebouwtje.
Graffiti werd al gebruikt om boodschappen op muren te zetten sinds de oude wereld van Egypte, Griekenland en het Romeinse rijk en kreeg een populaire opleving in jaren zeventig, toen de punkers van zich lieten horen. Ik hoop dat de graffiti kunstenaars eens snel naar Gavathas gaan om daar dat dooie beton wat op te sieren. Boodschappen genoeg om uit te dragen deze dagen, zeker om de gemeente van Lesvos eens goed op de vingers te tikken over hun vergunningenbeleid ten aanzien van hotels die het eiland wel of niet hadden kunnen sieren.