Lesvos is een waterrijk eiland. Omgeven door de Egeïsche zee wordt het gevoed door hete en koude bronnen, en wanneer de winter het eiland goed is gezind, wordt het in de donkere maanden gezegend met hemelwater.
Door het bergachtige landschap van Lesvos slingeren tal van riviertjes, die voornamelijk ’s winters het regenwater afvoeren naar de zee. Aan sommige mondingen vind je uitgestrekte landbouwgebieden die van dit water profiteren. Wel op z’n Lesvoriaans: grote akkers vind je hier niet veel. Het zijn kleine stukjes grond, die worden bewerkt voor eigen consumptie. Wandelingen langs deze moestuinen hebben een hoog idyllisch gehalte dankzij sierlijke fruitbomen (waarvan soms oeroude olijfbomen), een keur aan groenten, kleurrijke bloemen en een knus huisje.
Waterwegen leiden voor de gemeentes echter tot hoofdpijndossiers. Regelmatig worden gebieden overvallen door massa’s regen, die de verschillende afvoerkanalen niet aankunnen. Aardverschuivingen en verstopte rivieren zorgen meer dan eens voor kleine catastrofes. Kalloni – dat is gebouwd bovenop een rivier wier bedding bijna ongezien door het stadje loopt – staat regelmatig met de voeten in het water. Ook Ayassos, hoog gelegen in de bergen, werd ooit verrast door een zondvloed die zorgden dat kerkjes en het theater onderliepen.
De weg langs de Sedoenda rivier naar Plomari volgt een van de mooiste valleien. In de bergen zijn het de met licht en schaduw spelende olijfgaarden die er de show stelen, met stoere antieke platanen die als soldaten zijn opgesteld in en rond de rivier. Hoe dichter je bij Plomari komt, des te meer krijgen de gaarden langs de rivier het karakter van volkstuintjes, soms met bouwvallige huisjes. De rivier duikt recht het fraaie stadje in en stroomt daar door een betonnen bedding – geflankeerd door kleurrijke, statige huizen – naar zee. In de zomer staat deze bedding droog en wordt benut als straat en parkeerplaats.
In Eftaloe, tussen het handjevol hotels, gaat vanaf de weg aan zee een straatje landinwaarts, dat het grootste deel van de winter onbegaanbaar is voor voetgangers wegens al het regenwater dat er vloeit. Het is geen rivier van betekenis, maar wel een watervloed die elke winter de boulevard overstroomt en daar soms zó wild tekeergaat, dat er zonder een paar hoge kaplaarzen niet doorheen te komen is. ’s Zomers kun je het straatje een eindje inlopen, totdat de weg verbrokkelt in grote stenen om de oorspronkelijke bodem van de rivier te onthullen. De hoge oevers zijn dik begroeid met allerlei kruiden, struiken en bomen en vormen een schaduwrijk decor.
De bekendste rivierbeddingstraat vind je in Kampos, vlakbij Gavathas, waar een rivier zich slingerend tussen weelderige tuinen een weg baant naar zee. Ook hier is de bodem met beton bedekt, waarnaast de kades – bestaande uit beton en oude muren – hoog zijn opgetrokken tegen het kolkende winterwater. Over de kademuren hebben zich nieuwsgierige bomen en struiken uit de hoger gelegen tuinen gebogen, en tussen de spleten in het beton heeft zich allerlei ander groen genesteld, zoals braam- en kappertjesstruiken. Het is een van de meest schilderachtige straten van het eiland.
Langs de oevers van de golf van Jèra, aan de kant van Perama, strekt zich een ander vruchtbaar gebied uit met tuinen en buitenhuisjes. Ook daar stroomt ’s winters een vette rivier. In de zomer ligt de bedding droog tussen huizenhoge muren, waar dikke bomen oude kademuren hebben doorbroken, braamranken als lianen naar beneden hangen, bamboe groeit waar het maar kan en alles een oerwoudlucht uitademt. Temidden van al dat uitbundige groen, hoog op een droge oever, bevindt zich een taverne waar je krijgt voorgeschoteld wat de pot schaft, zoals te doen gebruikelijk in kleine tavernes op Lesvos.
Heetwaterbronnen voorzien hier en daar enkele kleine rivieren van kokend heet water, frivole stoomwolken veroorzakend. Al vroeg werd de therapeutische werking van dit mineraalrijke water ontdekt en door de eeuwen heen werden er accommodaties omheen gebouwd voor de baders. Maar Europa – dat het leven eerder zwaarder dan lichter lijkt te maken voor de Grieken – heeft zóveel regels bedacht voor badinrichtingen, dat alleen de gemoderniseerde en trendy Jèra-baden nog open mogen blijven. De beroemde en knusse baden van Eftaloe werden dit jaar gedoogd, maar het is nog maar de vraag of ze volgend jaar weer open mogen. De romantische baden van Lisvori en Polichnitos waren al eerder gedoemd om tot ruïnes te vervallen.
Dat deze badhuizen eigenlijk historische monumenten zijn, zal Europa worst wezen, net zoals die idiote subsidieregeling om oude, houten vissersbootjes te vernietigen. Zo resteert Lesvos alleen de vluchtelingen en dààr kijkt Europa nu juist niét naar om: ze treffen zelfs geen maatregelen om de vluchtelingenkampen menselijk te houden.
Nog niet alles is aan Europese wetten onderworpen, zoals de koudwaterbronnen die op veel plekken nog zo veel mensen van drinkwater voorzien, en de rivierbeddingstraatjes, die net als de talloze watervallen nog veelal onontdekt zijn door toeristen en traditionele tavernes verbergen, waar de hardvochtige tand des tijds zich nog niet heeft laten zien.