Het is in het begin van deze zomer al meerdere keren voorgekomen dat ik zei: “Het is maar goed dat er geen toeristen zijn.” Het weer bleef zijn winterjas aan- en uittrekken en behalve een minieme hittegolf in mei wilde de zomer zich maar niet installeren.
Zomerse temperaturen proberen grip te krijgen op het eiland, soms weggevaagd door een akelig hard windje of een bulderende onweersbui met wat hagelstenen, die je haastig naar een trui doet grijpen. De wolken blijven de hemel binnensluipen en een wolkeloze dag is nog niet geregistreerd. Ondanks de pop-up buien telt het eiland per dag echter nog altijd meer zonuren dan wolkenuren.
Het staat wel gezellig, kleine wolken aan de hemel. Witte schapenwolkjes maken me zelfs vrolijk. Wakker worden met gerommel in de verte is echter een reden om niet je bed uit te komen. Dat gebeurde een paar dagen geleden, toen een loodgrijze lucht boven Turkije hing en angstaanjagend gromde. De regensluiers waren goed te zien, net zoals de bliksemschichten die glashelder door de zwangere lucht kliefden.
Turkije stuurt niet alleen bootjes vol wanhopige vluchtelingen naar Lesvos en overdondert het eiland regelmatig met brullende straaljagers, maar presteert het ook om keer op keer van die donderbuien over de zee naar ons toe te jagen. Maar goed dat het geen bommenwerpers zijn: die donderwolken laten zich niet sturen, maar maken gebruik van de luchtstromen en laten hun natte lading vallen waar het ze maar uitkomt. Daar heeft de Sultan geen grip op.
Ik hou niet van die donderpreken van Zeus en blijf dan het liefst binnen. Pikzwarte luchten doen er echter soms uren over om te beslissen welke richting ze inslaan. Ik troost mezelf dan maar met het feit dat wanneer ze de emmers water legen, ik in ieder geval de tuin niet hoef te sproeien. Maar hier, in een noordelijk puntje van Lesvos, lijkt het wel of er een onzichtbare verdedigingslinie tegen de regen is opgetrokken. Je krijgt wel de angstaanjagende donders, maar vaak niet het malse hemelwater. Groen van jaloezie bekijk ik de foto’s van een stortbui die de tuin van vrienden elders op het eiland ruimschoots van water heeft voorzien.
Die bui van gisteren draaide listig om het noorden heen, om zich vervolgens elders te ontladen. Maar daarmee was de hemel nog niet schoongeveegd. Overal boven het eiland groeiden machtige cumuluswolken, met hun witte water- en ijsdeeltjes in enorme, bultige bloemkolen, sneeuwwit tegen hard blauw. Het was adembenemend om te zien hoe deze luchtige watermassa’s een langzame dans uitvoerden aan de hemel. Zo mooi zie je ze zelden.
Vandaag is het meer witte-broccoli-tijd: boven Turkije buitelen kleine kooltjes zwijgzaam om elkaar heen, geheel onzeker over hun plannen en lang niet zo spectaculair. De temperatuur stijgt, wat alleen maar voeding voor de wolken is om een aambeeld te vormen en er de donder op te slaan. Maar de Turken delen niet altijd hun regenwater, want vaak kun je de regen alleen maar zien, soms ruiken, maar zeker niet voelen. Een tantaluskwelling.
Ik vraag me af of het weer ook een beetje aan corona lijdt, met de wolken als hoestende adem. Er zijn dagen dat de wolkjes keurig netjes op gepaste afstand door de hemel zeilen. De opbollende stapelwolken houden zich echter niet aan een corona-afstand. Ik kan me zo indenken dat die zelfs een nog beter luchtverversingssysteem hebben dan vliegtuigen, dus zal dat elkaar omarmen hoog in de lucht wel niet zo besmettelijk zijn. Al dat hemelwater is bovendien ook nog eens goed voor de economie (zou meneer R. zeggen).
Lesvos is een paradijs voor corona-angsthazen. Openbaar vervoer is nagenoeg afwezig. Op de stranden zul je moeite moeten doen om tegen een medestrandgebruiker op te lopen. Op de terrassen van de restaurants heb je een keuze uit wel vier tafeltjes afstand tussen jou en de andere gasten, als die er al zijn. Meestal staat er een zacht briesje dat alle kwaadaardige virussen en bacteriën hoog de lucht in schiet. Hoge temperaturen en een zonnestraaltje doen het coronavirus als een wolkje voor de zon verdwijnen, zo geloven een aantal mensen.
Het zou ook kunnen dat de wolken gebruik maken van een nagenoeg vliegtuigloze hemel en hun speelterrein uitbreiden tot in gewoonlijk wolkeloze, zomerse oorden. Per 1 juli zijn vliegtuigen uit het buitenland weer welkom op het eiland. Eens kijken of die de kracht hebben om de pestende wolkenmassa’s terug te dringen.