De voorlopers van het Griekse volk heetten Pelasgen. Een van hun koningen was Makaras, die zich als eerste op Lesvos vestigde en diverse steden liet ontstaan, allemaal vernoemd naar zijn schare kinderen. Eén zoon: Erèsos. En vijf dochters: Mythimna, Mytilene, Antissa, Arisvi en Issa (of Pyrrha, of Agademe).Het werden allemaal stadstaatjes, die gedurende de geschiedenis tegen elkaar ten strijde trokken. Vooral Mythimna en Mytilene werden aartsvijanden, maar ook Issa en Antissa vlogen elkaar in de haren.
Drie steden hebben de veelal barbaarse geschiedenis overleefd: Mytilene (Mytilini), Mythimna (Molyvos) en Erèsos. Antissa gleed met een aardbeving in zee en liet enkel wat havenmuren en ruïnes achter die nu oud-Antissa worden genoemd. Het huidige Antissa werd een stuk verder landinwaarts gebouwd. Arisvi – diverse malen onder de voet gelopen door Mythimna en Mytilene – is nu opgeslurpt door nieuwkomer Kalloni en kwijnt daar als een onherkenbare wijk weg. Issa is geheel verdwenen en heeft enkel mysterieuze sporen nagelaten, zoals haar portret in de rotsen. Het stadje Issa was niet ver van Paleokastro, hoewel anderen spreken van Xenokastrine. Waren er dan drie stadjes in die omgeving? Feit is dat de beroemde Barrington Atlas of the Greek and Roman World(1) Xenokastrine op de kaart heeft gezet. Robert Koldewey, een Duitse archeoloog die veel geschiedenis van het eiland heeft blootgelegd, heeft het over Paleokastro van Issa.
Nu zetelt enkel Parakila en even verderop vakantiedorp Apothika in deze van god verlaten streek, terwijl polygonale muren zoals de Rodoticho er als machtige gedenktekenen schitteren; daar moeten zich toch minstens schitterende paleizen achter hebben verscholen, anders plant je er niet zo’n kolossaal bouwwerk. Ook zijn er de resten te bewonderen van aluinputten. Dit mineraal werd vroeger onder andere gebruikt als fixeermiddel bij het verven van al die knalrode Romeinse mantels. Later eigende de Italiaanse familie Gattiluzzi, die rond de 15de eeuw Lesvos voor een tijdje onder de duim hield, zich deze lucratieve handel toe.
Sommigen beweren dat Pyrrha ook een dochter van Makaras was. De naar haar vernoemde stad rust nu op de bodem van de Golf van Kalloni. Volgens de Griekse historicus en filosoof Strabon, die kort na de geboorte van Christus leefde, was Pyrrha toen al door de golven verzwolgen, terwijl wat buitenwijken en de haven nog wel bewoond waren. Al snorkelend door het troebele water kun je wat restanten zien liggen.
Het kost heel wat gegraaf om het verre verleden van Lesvos boven water te krijgen. Veel mensen spitten niet in de aarde, maar in oude geschriften. Zo was Stefanos van Byzantium (rond 470 n.Chr.) de schrijver van een fors aardrijkskundig woordenboek, Ethniká(2) – het telde maar liefst 60 delen! – waarin vooral geografische, mythologische en religieuze informatie over het oude Griekenland stond, gebaseerd op de geschriften van oude schrijvers zoals Herodotos, Thucydides, Xenophon en Strabon. Er staat een heel rijtje vergeten steden van Lesvos(3) in en zowaar ook een ‘nieuwe’ dochter van Makaras: Agamede, naar wie een stadje werd vernoemd niet ver van Pyrrha.
Nog steeds verdwijnen er plaatsen. Zo’n vijftig jaar terug probeerde een landverschuiving Chalikas van de berg Lepetimnos te duwen. Het dorp bood weerstand: talrijke huizen bleven overeind, maar de bewoners mochten er niet terugkeren wegens instortingsgevaar. Voor hen werd het nieuwe dorp Lepetimnos gebouwd, even beneden het oude dorp. Nu is het een heus avontuur om door dit ruïnedorp te dwalen, waar verwilderde tuinen de afbrokkelende huizen totaal overwoekeren.
Nog net niet vergeten is Vrisa. Het dorp iets boven Vatera werd drie jaar geleden in puin gelegd door een heftige aardbeving en sindsdien is er bijna niets hersteld. Het dorp staat hetzelfde lot te wachten als Chalikas, behalve dat er voor de inwoners geen nieuw dorp is gebouwd.
Er komen ook nieuwe woonplaatsen bij. De tweede ‘stad’ van het eiland is tegenwoordig het vluchtelingenkamp Moria, vlakbij het kleine, gelijknamige dorp, niet ver van de hoofdstad. Het is weliswaar een tenten- en containerkamp, maar wordt bevolkt door meer dan 20.000 mensen, terwijl Mytilini er slechts zo’n 36.000 telt.
Geen enkel land in Europa wil vluchtelingen uit kamp Moria (en andere kampen), terwijl die ‘stad’ aan alles gebrek heeft waarover een Europese stad normaliter beschikt. De onmenselijke leefomstandigheden zijn choquerend. Pas nadat Lesvos (maar ook Samos en Chios) enkele weken geleden hardhandig in opstand kwam tegen nieuwe maar gesloten kampen en de Sultan nog meer vluchtelingen richting Griekenland stuurde, drong het tot de Europese leiders door dat er iets moest gebeuren. Maar toen kwam er een virus dat de wereld op zijn kop zette en de aandacht weer afleidde. En zo kan kamp Moria zich bij de vergeten steden van Lesvos voegen, met dit verschil, dat er nog ongeveer 20.000 mensen wonen die geen kant op kunnen. Het is wachten op wie of wat kamp Moria van de kaart gaat vegen.
– – – – – – – – – – – – – – – –
(1)Een in 2000 door Princeton University uitgegeven interessante atlas, met groot formaat kaarten van Europa, Azië en Noord-Afrika, uit de periode van 550 v.Chr. tot 650 na Chr.
(2)Ethniká is verloren gegaan; alleen een korte en gebrekkige samenvatting (epitomê) is door ene Hermolaus overgeleverd.
(3)Penthile, Polium, Xanthus, Metaon, Chryse en Hyperdexion waren plaatsen op Lesvos, waarvan niet bekend was waar ze lagen.