Krekel-stormloop

Krekels heb je in allerlei soorten en maten, zoals boomkrekels, boskrekels, prairiekrekels en veldkrekels. De een lijkt meer op een sprinkhaan, of de andere – zoals de veldkrekel – op een zwarte tor met smalle vleugels en lange achterpoten. De meeste krekels zijn meer hoorbaar dan zichtbaar en soms kost het uren deze lastposten te vinden. 

Krekels staan bekend om hun mooie gezang. Vooral Chinezen zijn er gek op. De Chinese geschiedenis kan zelfs worden ingedeeld in dynastieën: zonder krekels, mét zangkrekels, en later zelfs met vechtkrekels. Vreemde mensen, die een krekel als zingend huisdier houden! Het geluid dat een nabije krekel voortbrengt, veroorzaakt hoogstens oorpijn. Krekels kunnen niet eens zingen, ze striduleren: door de vleugels over elkaar heen te strijken produceren ze behoorlijk wat decibellen lawaai.  

De Chinezen stopten hun stridulerende zangkrekels in fraaie kooitjes; in de Verboden Stad waren de kooitjes vaak nog mooier dan de krekels zelf: van elegant bamboe of zelfs van goud. De communisten moesten niets van het krekelgebeuren hebben – vermaak voor de bourgeoisie – dus werden de krekels terug verbannen naar de natuur. Tegenwoordig schijnen krekels in kooitjes weer de markten te veroveren, nu vooral voor hun symbolische waarde: een zingende krekel in een Chinees huis brengt geluk. 

Dat is niet over de gehele wereld hetzelfde: in bepaalde streken van Brazilië geloven ze dat een zwarte krekel in huis een ziekte brengt, en weer ergens anders de dood. Er is een streek waar een constant zingende krekel aankondigt dat er geld zal komen, anderen zien er een voorbode in van een zwangerschap.

Ik zal dan maar net als de Chinezen geloven dat krekels in huis geluk brengen, want vorige week had ik de Krekel Stormloop op het huis, een fenomeen waar ik vorig jaar ook last van had. Hier op Lesvos lijken de seizoenen elk hun eigen plaag te hebben: in het voorjaar klauteren harige rupsen massaal op tegen je huis, tijdens midzomerlijke hittegolven heb je dikke kans op een grootse miereninvasie, tegen het einde van augustus huppelen er beige-achtige spinnen rond en vervolgens krijg je een krekel-stormloop. 

Wanneer ik vorige week de deur ’s morgens opendeed, stond er een leger zwarte krekels te trappelen om naar binnen te springen. Daar waren geen dodelijke schoenen of snel dichtgetrokken deuren tegen bestand: het huis liep vol krekels en de brutaalste exemplaren hadden ook nog eens de onbeschoftheid om een grote keel op te zetten: oorverdovend.

Ik denk dat deze boosdoeners veldkrekels zijn, en wel herfst-veldkrekels (je hebt voorjaars- en najaars-veldkrekels). Het zijn zwarte, kakkerlak-achtige beestjes die je huis minutieus onderzoeken. De stormloop duurde enkele dagen, en zelfs nu vind ik nog regelmatig veldkrekels op hun ruggetje: morsdood.

Er is één plaag niet geweest dit jaar: de wespenplaag in augustus, die er in het verleden voor zorgde dat je binnen moest gaan eten, omdat de wespen bléven bedelen naast je bord. Ik heb slechts enkele exemplaren zien rondvliegen, maar wanneer de wespen ook elders massaal afwezig waren, is dit een zorgelijke ontwikkeling. Dat bijenvolken massaal verdwijnen, wordt door wetenschappers gezien als een bedreiging voor de wereld. Wespen hebben een soortgelijke rol in de natuur: ook zij zorgen voor de bevruchting van planten. Hoe vervelend een wespen- of bijensteek ook kan zijn, zonder deze insecten komen er minder bloemen en beduidend minder plantaardige voedselproducten. Een wespenplaag is dus een gezonde ergernis, zou je kunnen zeggen. Maar het nut van veldkrekels in huis – behalve als Chinese geluksbrengers – heb ik nog niet kunnen ontdekken.