(Hotel Sarlitza)
Na een paar dagen supermooi lente-weer zijn er enkele bitter koude dagen aangebroken, met sneeuw tot bijna in Molyvos. Het Griekse nieuws toont winterse plaatjes uit het noorden en het midden van het land, maar ook van Istanbul, dat totaal was ontregeld door zware sneeuwval.
In het boek Istanbul van Orhan Pamuk vinden we naast het hartstochtelijke verhaal over Pamuk’s jeugd en over zijn geboorte- en woonstad, talrijke zwart-wit foto’s waarop te zien is dat sneeuw de stad sinds mensenheugenis teistert. Orhan Pamuk (geboren in 1952) groeide op in een stad waar de eens zo schitterende luxe villa’s plaatsmaakten voor westerse flatgebouwen, waar de grote buitenhuizen langs de Bosporus ten prooi vielen aan de vlammen van regelmatig uitbrekende brandjes, net als de authentieke houten huizen die menig stadsdeel bevolkten. Daarbij stak een bouwwoede op, die maakte dat Istanbul zich in rap tempo uitbreidde, tussen, naast en van oude vestingwerken en wat er verder nog stond uit het rijke verleden. Wanneer je Orhan Pamuk’s Istanbul leest, krijg je zonder zelfs ooit in Istanbul geweest te zijn heimwee naar die eens zo schitterende stad.
Verloederende grote gebouwen op Lesvos roepen geen hüzün op, zoals Pamuk zijn weemoed noemt. De gebouwen die staan te vergaan waar je bijstaat, zoals het oude kuurhotel Sarlitza in Thermi bij Mytilini, roepen niet echt grootse tijden op in je fantasie. Ook hotel Arion, dat ineen staat te vallen langs de weg naar Molyvos, roept geen gevoel van hüzün op naar de goeie ouwe tijd van de jaren 80: eerder een gevoel van ergernis over een gemeente die zo met een gebouw omgaat.
Hüzün krijg je ook niet als je de boeken van de bekende Lesvoriaanse schrijver Stratis Myrivilis leest, waarvan The mermaid Madonna en De lerares met de gouden ogen op het eiland zelf spelen. Het eerste boek gaat over de jaren 20 in Skala Sykaminias, toen uit Turkije verdreven Grieken op het eiland moesten worden opgevangen en integreren. Het tweede boek speelt in dezelfde tijd na de oorlog tegen de Turken, toen een makker de dood van zijn vriend aan zijn weduwe in Molyvos moest komen vertellen. Het waren barre tijden voor het eiland.
Er is geen Hüzün in het indrukwekkende boek Vogels zonder vleugels van Louis de Bernières, die de verdrijving van Griekse bewoners uit een klein Anatolisch Turks dorpje beschrijft. Dankzij dit onderhoudend geschreven boek krijg je echter wel wat meer inzicht over hoe het vroegere leven in het Ottomaanse Rijk er uitzag. Grieken, Armeniërs en moslims leefden gebroederlijk naast elkaar. Ook het sfeervolle boek Het huis met de leeuweriken van Antonia Arslan gaat over dit drama. De Griekse schrijver Panis Karnezis weet in zijn magisch realistische De doolhof wel een beetje hüzün te beschrijven, over een Grieks leger dat na de oorlog verdwaalt en terechtkomt in een Anatolisch dorpje waar de oorlog aan is voorbijgegaan.
Hüzün krijg je nou eenmaal niet naar tijden van oorlog. Je krijgt wel een warm gevoel van liefde als je het boek Kapitein Corelli’s Mandoline leest van Louis de Bernières, over een tot tranen toe roerend liefdesdrama tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een onvergetelijk boek waar de oorlog geen rol speelt, maar wel de armoede hoogtij viert, is het familie-epos van Zyranna Zateli: En op het uur van de wolf komen zij terug. Het gunt de lezer een blik op een Grieks leven dat zeker in de kleine dorpen en op de eilanden nog vers in het geheugen ligt.
Er wordt veel gelezen in tijden dat de elektra uitvalt en je verbannen wordt naar de open haard, of in dagen dat de zon zo uitbundig schijnt, dat je je wel met een boek op schoot in haar warmte moet koesteren. Winter op Lesvos is heel afwisselend en ik hoop dat de opsomming van al deze boeken, die het Griekse leven raken, een beetje hüzün kan geven naar betere tijden.