De negende maand van het kalenderjaar heeft nog immer de naam van de zevende maand. Een erfenis uit een voor-Christelijke tijd, toen de wetenschap nog hopeloos stoeide met maanden en maanstanden. Je had Griekse kalenders en die van Romulus met maar tien maanden, er waren ook twaalf-maanden-kalenders, waar het jaar begon in maart. September werd officieel de negende maand in 45 v.Chr. met de invoering van de Juliaanse kalender, in 1582 overgenomen door de Gregoriaanse kalender.
September in Griekenland betekent afscheid nemen van de zomer, de meeste toeristen, de vijgen, de walnoten, de druiven. Het is de maand dat mist en zeedamp het eiland besluipen en de tamarisken dikke zouten tranen huilen. Het vocht zorgt ervoor dat het teveel aan uitgescheiden zout aan hun bijna niet te herkennen bladeren in vette druppels neervalt: parkeer op een vochtige septembermorgen nooit onder een tamarisk.
Deze in de morgen glinsterende bomen vol druppels zout die menige Griek ooit placht te vangen om er een gerecht mee te kruiden, groeien vooral langs de stranden. De zoutbomen bieden er ideale schaduwplekken, waar het hartje zomer om vechten is geblazen en die nu in de zevende maand – welke echter negende maand is geworden – zo goed als leeg zijn.
Zeker op Lesvos is het afscheid van het dit jaar korte zomerseizoen in sneltreinvaart verlopen, nu de corona-gevallen op het eiland in opmars zijn. Alleen de onverschrokken toerist, die nuchter de tabellen van deze wereldwijde reisepidemie bekijkt waaruit blijkt dat Griekenland (en zelfs Lesvos) ergens achterin de cijfers bungelt, durft het aan om Lesvoriaanse bodem te betreden. Hier is zóveel ruimte dat de anderhalve meter sociale afstand makkelijk kan worden gehaald. Hier is zelfs zóveel plaats dat je vaak nog een ruime keuze hebt aan koele plekken onder de tamarisken, die alleen ’s morgens vroeg huilen.
Dan maar het verplichte mondkapje op, vrolijk bedrukt met groene varens of roze flamingo’s. Het is het nieuwe straatbeeld, ooit alleen bekend uit Azië waar de bewoners al jaren geleden het nut ervan inzagen. De vrijgevochten Europeanen niet. Die toveren onmiddellijk talloze complottheorieën uit hun veel te hoge hoeden. Hebben ze net de sluiers uit de straten weten te bannen, worden opeens de gezicht bedekkende monddoekjes verplicht.
De ene helft van de Griekse bevolking is doodsbang voor dit virus, dat volgens hen overal door de wijde lucht dwarrelt, maar niet in heilige plaatsen zoals kerken en al helemaal niet op bruiloften. De andere helft leeft op fantasierijke theorieën die dit wereldomvattende virus reduceren tot een bangmakend machtsmiddel, waarvoor je je neus moet ophalen en niet hoeft te bedekken. Je hebt mensen die – zelfs ver weg van de corona-haarden – hun huis nog amper uit durven. Anderen willen je per se omhelzen, ook al steek je hen je elleboog toe, of blijven tot diep in de nacht verboden feesten vieren.
De wereld is weer knap verdeeld in gelovigen en ongelovigen. En ook al loopt het dodental terug (in Europa) en zijn veel slachtoffers van zo’n imposante leeftijd dat je je afvraagt hoe ze sowieso zo oud zijn geworden, het is een feit dat miljoenen mensen die het virus overleefd hebben, daar zo’n knal van hebben gehad, dat ze maanden later nog allerlei kwalen hebben, zoals oververmoeidheid.
Op 1 augustus kwam mijn ergste nachtmerrie uit: een bosbrand die het huis bedreigde. Ik denk dat ik een engeltje op de schouder had dat de brandweer net op tijd de tuin in dirigeerde, zodat de schade beperkt bleef. Een maand later kwam de ergste nachtmerrie van Lesvos uit: de eerste corona-patiënten in het nog immer overbevolkte vluchtelingenkamp Moria. Daar is een hele schare engelen nodig om een ramp te voorkomen. Ook al is de gemiddelde leeftijd ver onder de bejaardennorm, velen van hen zijn verzwakt en kampen met allerlei kwalen, al dan niet opgelopen in een angstaanjagende oorlog. Zij zijn een perfect slachtoffer voor het geniepige corona. De vlammenzee boven het huis had voor rare wegen gekozen, waardoor het huis gered kon worden. Ik hoop dat ook het virus zich van een verrassende kant gaat laten zien voor deze mensen die geen kant op kunnen, de anderhalve meter afstand al per definitie niet halen en gedwongen leven onder slechte hygiënische omstandigheden, in een omgeving waar dokters zo zeldzaam zijn als vallende sterren.
Laat de tamarisken hun tranen plengen voor kamp Moria, waaromheen een Trump-waardig hek zal worden gebouwd om mens en virus geen kans te geven uit te breken: de grootste gevangenis van Europa zal in deze maand september verrijzen uit de as van menselijke waarden. Europa dreigt terug te vallen in tijden van voor-Christelijke kalenders.
(In de nacht na de publicatie van deze column is kamp Moria volledig in vlammen opgegaan)