Over de nieuwe haven van Sigri.
Een stil, klein dorp, op het uiterste westpuntje van het eiland, omgeven door ruige, indrukwekkende bergen, ‘aan het einde van de weg’, zoals het ook wordt genoemd. Dat is het lieflijke Sigri, een wereld apart op Lesvos, want altijd koel in de zomer, wegens de wind die er zelden gaat liggen. Wereldberoemd, niet om het dorp zelf, maar om het Natural History Museum of the Lesvos Petrified Forest. De versteende bomen, die je daar in de omgeving overal vindt, hebben het dorp weliswaar op de kaart gezet, maar hebben nooit massa’s toeristen erheen gebracht, hoogstens bussen vol dagjesmensen.
Zelfs zonder museum zou dit slaperige dorp op de toeristische kaart moeten staan. Niet alleen wegens de keurig witgekalkte huizen – wat je op Lesvos zelden ziet – maar ook wegens zijn schitterende omgeving met grote, stille stranden aan de voet van kale bergen. Nergens op het eiland voel je de aanwezigheid van geschiedenis en imposante natuur zo duidelijk.
Resten van oeroude torens doen vermoeden dat er vroeger heel wat meer loos was in deze uithoek. In de heuvels wijzen opgravingen op vroegere nederzettingen en in heel wat huizen zijn oude stenen verwerkt die ooit deel uitmaakten van glorieuze bouwwerken. Nu slaapt er alleen nog de oude Turkse burcht, in 1776 gebouwd door Sultan Mehmet als verdediging tegen piraten en andere vijanden. Toen Lesvos nog tot het Ottomaanse Rijk behoorde, woonden er trouwens alleen maar Turken. Een reden misschien waarom niet veel Grieken zijn geïnteresseerd in dit verre oord.
Aan beide kanten van het dorp slingeren zich lange stranden langs de kust, zoals Faneromeni in het noorden, waar een klein café is voor dorstige kelen maar waar op het zand de stilte de dienst uitmaakt. Ten zuiden van het dorp, langs de behoorlijk gedeukte zandweg naar Erèssos, strekken zich nog meer stranden uit in de luwte van bergen. De grillige kust met zijn vele inhammen maken deze zandstroken tot avontuurlijke oorden waar je niet makkelijk komt, maar weet je eenmaal de weg, dan heb je er het paradijs op aarde vaak helemaal voor jezelf.
Sigri: met zijn schilderachtige weggetjes onder buigende rietstengels, tussen knalgroene velden en andere vruchtbare gronden, een parel verstopt achter de beroemdheid van de versteende bomen, maar niet meer voor lang.
De nieuwe weg van Sigri naar Kalloni is geen nieuws meer. Sommige stukken zijn al rijklaar of – zoals het laatste stuk naar Sigri – al jaren in gebruik. De brug tussen Vatoessa en Andissa heeft eindelijk de overkant gehaald, maar over welke bergruggen het asfalt zich verder een weg zal banen, is voor de leek een tien-sterren-puzzel. De oplossing zal ergens op een kaart staan aangetekend. Of misschien ook niet en zullen de stukjes weg die tot aan Kalloni her en der verspreid liggen, nooit aaneengeregen worden.
Ik moest afgelopen zomer lachen, toen er werd verteld dat er in Sigri in achttien maanden een nieuwe haven uit de grond zou worden gestampt. Kan dat zo snel? Dan zal de weg, waaraan toch al heel wat jaartjes wordt gewerkt, beslist nog niet klaar zijn. Toen ik vorige week in Sigri kwam, verging het lachen me snel: dat kleine charmante dorp lag aan zee helemaal overhoop. Het enorme plein aan de oude haven waar ooit ook veerboten aankwamen, stond vol met cementmolens en ander werktuig, en er was een speeltuin aan hopen zand. Even verderop dobberde een groot platform op zee, waarop een kraan stond die met zijn grijpgrage arm van de wal naar de zee danste om enorme cementblokken in zee te plaatsen. In dit tempo gaat de haven van Sigri zeker op tijd afkomen!
Ik dacht dat de riante nieuwe weg er kwam om een enorm windmolenpark te kunnen aanleggen op de toppen van het wilde westen, maar je hoort steeds minder over dit plan. Wél staat vast dat de nieuwe haven gebouwd wordt om weer veerboten te kunnen ontvangen. Ik heb de kaart erbij gepakt, en kon uitrekenen dat elke veerbootreis via Lesvos (behalve die naar Turkije) twee uur kan worden verkort mits de boot in Sigri aanlegt en niet in Mytilini. Kalloni zal dan het kind van de rekening worden, want al die auto’s die de veerboten uitbraken, zullen voor het merendeel naar Mytilini willen, dwars door Kalloni, waar de middenstand tegen een nieuwe rondweg is, bang hun klandizie te verliezen. Al dat verkeer zal nog meer leven in de brouwerij brengen van Kalloni’s knelpunten in het centrum, de enige plek op het eiland – naast Mytilini – met kans op files.
Sigri zal geen Pireaus worden. Het zal hoogstens een dagelijks evenement bieden om er de veerboot, minstens zo groot als het gehele dorp, te zien aanmeren. Sigri zal niet langer meer het dorp zijn dat leeft onder de vleugels van het Natural History Museum en ook niet langer meer een goed bewaard geheim blijven voor rustzoekers, ook al zal de sereniteit van de omliggende stranden niet snel verstoord raken. Wie weet gaat Sigri gepromoveerd worden van slaperig vissersdorp tot een levendige havenplaats.