15 augustus, Maria-Hemelvaart, is na Pasen de belangrijkste Griekse feestdag en dan vieren de Grieken weer feest. Hier is niet het eten het belangrijkst, maar de kerkdienst die in veel gevallen uren kan duren. En ook bedevaarttochten zijn nog steeds populair onder de gelovigen. 15 augustus is de belangrijkste bedevaartdag. Dan stroomt een groot deel van de Grieken naar bekende Mariakerkjes om Maria te eren.
Een van de belangrijkste Mariakerken van Griekenland is de Panayia Evangelistria kerk op het eiland Tinos. Daar reisden afgelopen week tienduizenden gelovigen naar toe om de befaamde icoon van Maria Megalochari (Maria der Grote Vreugde) te kussen. De tijd heeft hier niet stilgestaan: voor de gelovigen die niet aanwezig konden zijn, was een e-mailadres voorhanden. De kerk ontving honderden mailtjes voor Maria van gelovigen in binnen- en buitenland.
Ook op Lesvos was het een drukte van belang bij de populairste plekken van de Mariaverering. De gehele afgelopen week beklommen stoeten mensen de 114 treden die naar de Glikofiloessa kerk (Maria van de liefdevolle omhelzing) leiden, op de grote monoliet midden in Pètra. Oude vrouwtjes deden er soms uren over, maar boven zouden ze komen. En geloof me, zo’n klimtocht in de hitte is een bedevaart waardig.
In Ayasos kon men al weken vóór 15 augustus terecht in de grote Mariakerk waar het dorp omheen gebouwd is. De reis naar Ayasos wordt als een bedevaart gezien: veel gelovigen komen te voet vanuit Mytilini of leggen het laatste pad, vanaf de berg het dorp in, op de knieën af. De kerk is gebouwd als huis voor de eeuwenoude icoon van Maria Vrefokratoesa (Maria die het heilige Kind draagt), die aan het eind van de 8e eeuw door Agathon de Efesiër, een priester uit Konstantinopel, naar Ayasos werd meegenomen.
Agathon, die verbannen was naar Jeruzalem, wilde keizerin Irene van Byzantium bezoeken die als bannelinge op Lesvos leefde en daar een beroemde verzameling iconen had. Toen hij aankwam, was Irene echter gestorven: Agathon moest een veilige plek vinden voor zijn eigen schat en trok het berggebied rond de Olympos in. Pas toen hij zich zeker waande, maakte hij openbaar welke schat hij met zich meedroeg: een icoon van Maria die door de apostel Lucas was geschilderd. Op de icoon stond geschreven: ‘Mitir Theoe, Aya Sion’, wat betekent: moeder Gods, Heilig Sion (Jeruzalem werd toen Aya Sion genoemd). En zo is de naam van het bergdorp Ayasos ontstaan.
De eerste kerk werd in 1170 gebouwd op het graf van Agathon, met daaromheen enkele huisjes die al snel uitgroeiden tot een nederzetting. Deze plek bood een veilige haven aan Grieken die onderdoken, toen de Ottomanen het eiland in bezit namen. In 1701 werd een zieke Ottomaanse gouverneur genezen met het water uit de heilige bron van Ayasos en als dank zorgde hij ervoor dat de inwoners van het dorp geen belasting meer hoefden te betalen aan de sultan. Dit had als resultaat dat velen zich in het dorp vestigden, zodat het tot een welvarend stadje uitgroeide. In 1729 telde het dorp 500 families.
In 1812 werd de kerk en een deel van het stadje in de as gelegd door een brand. Nadat de sultan toestemming had gegeven voor de herbouw van de kerk, duurde het niet lang of deze nieuwe kerk vond een einde in een vlammenzee in 1877. Wederom moesten de kerk en talloze huizen worden herbouwd.
Het huidige Ayasos is ook bekend om zijn houtsnijwerk en keramiek. Wanneer je het dorp binnenloopt, word je onmiddellijk overvallen door winkeltjes die barstensvol iconen en keramiekwerk staan. Voordat je de kerk hebt weten te bereiken, heb je al alle heiligen van het eiland kunnen zien, evenals honderden uitvoeringen van Mariabeeldjes en borden, schalen en vazen in alle kleuren en vormen.
En reken maar dat Lesvos veel heiligen heeft. Het eiland is vergeven van de kerkjes en kapelletjes, met allemaal een eigen verhaal en een heilige voor wie ze zijn gebouwd. Nog steeds zie je op de meest vreemde plekken kerkjes verrijzen, die als dank aan een heilige door gelovigen worden gebouwd.
Ze worden echter nooit meer zo mooi gemaakt als vroeger. Vergeelde, gedrukte iconen en foto’s achter glas in rijkversierde, kitscherige lijsten hebben de waardevolle iconen en wandschilderingen waarmee de kerkjes vroeger werden versierd, verdrongen. Veel van die oude wandschilderingen hebben de tand des tijds redelijk overleefd. Maar slechts enkele kerkjes hebben geld om deze kunstschatten fatsoenlijk te conserveren. Een van mijn favoriete wandschilderingen vind je in het kerkje van het buiten gebruik geraakte klooster van Perivoli (langs de weg van Vatoessa naar Andissa): een wandschildering uit de 16de eeuw, een groot museum waardig, laat een Jeroen Bosch-achtige voorstelling zien van zeemonsters die mensen eten. Er zit zelfs geen glas voor deze schitterende kleurenpracht!
Het is dan ook terecht dat Lesvos met zijn historische kerkjes op de lijst van de World Monument Watch is gekomen met de 100 meest bedreigde cultuurschatten van de wereld. Twaalf kerken op Lesvos komen hiervoor in aanmerking, van oudchristelijke kerken tot 19e eeuwse kerken. Welke 12 dat zijn, schrijven ze er niet bij, maar ik weet wel zeker dat het kerkje van Perivoli erop staat.
Het World Monument Fund wil met deze lijst 100 bedreigde cultuurschatten wereldwijd behoeden voor een ondergang, die veroorzaakt kan worden door klimaatveranderingen, oorlogen en andere bedreigingen, maar ook door verkeerd restaureren, zoals in Lesvos vaak het geval is. Van echt conserveren hebben ze hier geen kaas gegeten. Stel je bijvoorbeeld voor: eeuwenoude iconen van Maria worden rond Maria-Hemelvaart duizenden malen gekust en/of aangeraakt. Muurschilderingen, zoals bijvoorbeeld die in Perivoli, staan bloot aan de grillen van het weer, mozaïekvloeren rotten weg en waardevolle iconen staan al eeuwenlang onbeheerd tussen de kitscherige exemplaren.
Voor de grote kloosters, zoals het Limonos klooster bij Kalloni of het Taxiarchis klooster bij Mandamados, wordt goed gezorgd, maar wie verzorgt de schatten in de kleinere en minder populaire kerkjes op het eiland? De wandschilderingen in het kleine kerkje in Liota (Ligeri) zijn al bijna helemaal verdwenen! De rijke, maar conservatieve Grieks-orthodoxe kerk zou zich moeten schamen voor de teloorgang van zoveel kerkelijke schatten…