De teloorgang van de ezel

Over ezels, hun slinkende aantal, ezelinnenmelk en gevaarlijke Chinezen.

Ezels hebben het nooit ver geschopt in de wetenschappelijke wereld. Ondanks dat ze al duizenden jaren meegaan, zijn ze altijd achtergesteld bij paarden en er zijn er maar weinig die beroemd werden. De bekendste ezel – van wie niet veel mensen de naam kennen – is Nestor. Hij was de ezel die Maria naar de stal van Bethlehem bracht en daar met de os bij de kribbe stond te mijmeren. De meest bekende ezel in de literatuur is Iejoor, het vriendje van Winnie de Poeh (A.A. Milne).

Een onderzoek naar verschillende ezelrassen wereldwijd bracht met moeite 185 soorten naar boven. Het probleem is, dat er maar weinig mensen zijn die de ezel raszuiver houden: het waren vooral lastdieren en het maakte de veelal arme bezitters geen donder uit hoe ze zich vermenigvuldigden. Duitsland en Frankrijk hebben best wel een aanzienlijk rijtje rassen, maar Griekenland kent officieel slechts de Arkadische, de Helleense en de Cypriotische ezel, en dan nog zijn de meeste Griekse ezels gewoon van ’t vuilnisbakkenras.

Ezels komen oorspronkelijk van het Afrikaanse continent en zijn zachtjes aan naar het noorden gedwaald. Eeuwenlang waren ze als lastdier onmisbaar, totdat in de moderne wereld hun functies werden overgenomen door machines en auto’s. Slechts in de meest arme landen dienen ze de mens nog als vervoermiddel.

Toen in de jaren ’60 het massatoerisme naar de Zuid-Europese landen op gang kwam, waren ezels met fleurige strooien hoed en grote zonnebril afgebeeld op ansichtkaarten niet aan te slepen. Nu beginnen zowel ezels als ansichtkaarten zeldzaam te worden: hun aantallen lopen gillend achteruit. In 1955 sjokten er nog 508.000 langoren door Griekenland, in 2007 waren dat er nog maar zo’n 15.000 (de getallen voor ansichtkaarten ken ik niet).

De Peloponnesos had 10 jaar geleden de meeste Griekse ezels, zo’n 5000, de Egeïsche eilanden zo’n 1700. Geen idee hoeveel er nu nog op Lesvos rond hobbelen. Je ziet ze steeds minder als weggebruiker en sinds Michaelis, de Ezelkoning van Molyvos, vorig jaar is overleden, zijn ook de ezelsafari’s uit het landschap verdwenen. Ezels hebben weinig functies meer. Ze worden af en toe nog gebruikt bij de olijvenoogst in de bergen, en een enkel boertje zonder rijbewijs of auto sjokt er nog op naar z’n landje. Zelfs de vuilnis in Molyvos wordt tegenwoordig opgehaald met een muildier, sinds de vorige vuilnisman is overleden die dit met een ezel deed.

Toch gloort er nog een zekere toekomst voor de ezel: ezelinnenmelk! Dit product werd in de oudheid al aangeprezen door Hippocrates en Plinius de Oudere als zijnde heel gezond, zeker voor mensen met een melkallergie. Ook de beeldschone Cleopatra had ezels hoog in het vaandel: zij baadde zich in ezelinnenmelk, net zoals Pauline Bonaparte (jawel, de zus van Napoleon), die er haar rimpels mee wegwerkte. Tegenwoordig is ezelinnenmelk populair in de cosmetische industrie en blijken Cleopatra en Pauline helemaal niet zo gek te zijn geweest: ezelinnenmelk strijkt rimpels wat gladder.

Je zou zeggen dat we dan maar alle koeien moeten vervangen door ezels, maar een ezel geeft maar 0,5 tot 1,3 liter melk per dag, gedurende 6 tot 7 maanden per jaar, dus het is maar de vraag of een ezelboerderij rendabel is.

Gelukkig wordt de ezel langzaam weer op de kaart gezet: Europa heeft in 2000 een wet uitgevaardigd dat iedere ezel moet worden geregistreerd en een paspoort moet krijgen. De landen met de meeste rasezels deden vrolijk mee, maar ik vraag me af hoeveel Griekse ezels een paspoort hebben. Ik zie zo’n boertje uit Skoetaros al op z’n ezel naar Mytilini stappen om die papieren voor z’n rijdier in orde te maken!

Griekenland heeft zich eindelijk ook het lot van de ezel aangetrokken: sinds kort verbiedt een wet het om ezels meer dan 100 kilo te laten vervoeren. Vooral op Santorini wordt de ezel nog steeds ingezet als lastdier: om toeristen naar het 400 meter hoger gelegen dorp te slepen. Dus nu zal de wat gezettere toerist zelf naar boven moet klauteren! Ook op Hydra, waar de ezel het enige vervoermiddel is, zal de weegschaal eraan te pas moeten komen.

Een weegschaal meesjouwen tijdens de olijvenoogst lijkt me geen optie, dus in het leven van de Lesvoriaanse ezel zal niets veranderen, behalve dat het aantal ezels ernstig slinkt en Lesvos binnenkort misschien wel een ezelloos eiland wordt.

Misschien toch een geluk voor al die paspoortloze ezels die niet vervoerd mogen worden: in China is het product ejiao in opmars, een gelei gemaakt van ezelhuid, gebruikt binnen de nog immer zeer populaire, traditionele Chinese geneeswijzen. Daarvoor worden ongeveer 4 miljoen ezels per jaar geslacht. We weten allemaal dat die Oosterse geneeswijzen een belangrijke oorzaak zijn van uitsterving van wilde dieren zoals olifanten, tijgers en neushoorns. Dus nu zijn ook ezels zeer gewild in China. Laten we maar hopen dat de Chinezen hier geen ezels gaan stropen om die via de havens en wat ze al niet meer in Griekenland opkopen, naar China te smokkelen, want dan is het helemaal snel gedaan met de Griekse ezels. Verkoop dus nooit een ezel aan een Chinees…