Chorta-la-di-dee

Een van de dingen die me opvielen tijdens de eerste winter dat ik op Lesvos verbleef, waren de groepen chorta-plukkers. Ik was al in de zomer uitgenodigd om ’s winters de bergen in te trekken om wilde groenten te verzamelen, waarbij ik me een romantische voorstelling maakte van frisse bergweides en fraaie uitzichten. Er was ook een dame die almaar refereerde aan een boerderij in de bergen. De regio met de bergen die bedoeld werden, wordt wel aangeduid als Zeven Heuvelen (Eftaloe), maar ik beschouw dit gebied toch als redelijk plat en beslist niet bergachtig: glooiend land met weides en olijfboomgaarden. En de bewuste ‘boerderij’ in de bergen bleek zowat aan zee te liggen…

Overigens verstaan de Grieken onder het begrip boerderij iets totaal anders dan wij. Hier op het eiland woont bijna geen enkele Griek op z’n boerderij (farma); die bestaat meestal uit zelf in elkaar getimmerde bouwvallen waarin geiten en schapen een schamel onderkomen hebben: een armzalige verzameling oud hout en afgedankte bedspiralen, opgebouwd als schuurtjes waar de boer vee houdt. De boeren wonen in gewone huizen in het dichtstbijzijnde dorp, waarvandaan ze hun boerenpraktijk uitoefenen. Echte landbouwboerderijen zoals we die in Nederland kennen, zijn relatief onbekend op het eiland.

Dus waarom je chorta in de bergen moet gaan zoeken of op de boerderij, is me een raadsel: dit zeven heuvelen-gebied is een van de meest populaire chorta-gebieden in het noorden van Lesvos, en zoals ik al schreef in mijn allereerste blogs, zijn er dagen waarop de ene na de andere groep chorta-jagers het strijdtoneel betreedt, soms zó druk dat je wel een koek-en-zopie tent zou kunnen neerzetten hier aan zee.

Je hebt heel gehaaide chorta-plukkers, die gewoon je tuin in komen struinen en hekken van gesloten hotels platwalsen, want daar waar het verboden is, is het gras – in dit geval de chorta – groener en sappiger; ze doen alsof het chorta-zoeken een bedevaartsbezigheid is die overal is geoorloofd. Chorta-zoekers hebben maar één ding voor ogen: de plastic zakken zo goed en snel mogelijk vullen. Het romantische eraan heb ik nog niet kunnen ontdekken.

Kennis van chorta wordt meestal van moeder op dochter overgedragen; mannen gaan meer achter de paddenstoelen aan, hoewel een kleine groep ook bekend met chorta is. Wat de plukkers zoeken, is helemaal afhankelijk van wat er op dat moment groeit, waar ze in gespecialiseerd zijn of hoe het met de gezondheid staat. De een zoekt chorta die tegen buikpijn helpt, de ander zoekt er eentje met een bloedzuiverende werking of tegen hoofdpijn. Feit is dat alle chorta supergezond is, maar veel mensen weten al niet meer waar elke chorta goed voor is en plukken uitsluitend voor normale groenteconsumptie.

Nog niet zo lang geleden bestond het merendeel van de chorta-zoekers uit oudere vrouwen en dreigde de chorta-wetenschap uit te sterven, maar tegenwoordig wagen steeds meer mensen zich weer op het chorta-zoekerspad en gaat de kennis van de wilde groenten hopelijk niet helemaal verloren. Chorta-zoeken is dankzij de crisis opeens weer razend populair geworden, en geef de Grieken eens ongelijk. Men herinnert zich weer dat de natuur één grote markt is, vol met zeer gezonde groenten, zeedieren en landslakken. Langs de kust kun je op inktvis jagen en schelpdieren en zee-egels verzamelen, en op het land vind je de groenten: alles zó kakelvers dat daar geen supermarkt tegenop kan.

Toen ik laatst even in Nederland was, constateerde ik met afschuw dat een groot deel van Nederland afhankelijk is van één supermarkt, die de markt domineert. Voorgesneden groenten en lekker in plastic verpakt fruit: wie wil geloven dat dat gezond is?! Nee, hoe lekker ze al die producten ook hebben gemaakt met chemische toevoegingen, het heeft steeds minder met eten van doen.

Je hoeft heus niet in Griekenland te wonen om wilde groenten te vinden. Je vindt er genoeg in je eigen achtertuin, zoal: brandnetel, paardebloem, weegbree, madelief, kleefkruid, witte dovenetel, hondsdraf, smeerwortel, engelwortel en klaver. Ook een manier is om de wilde groenten in je tuin te ‘cultiveren’, als waren het ‘echte’ groenten: Onkruid in je tuin? Terugbijten! Gewoon op zondag de natuur in om je maaltijden bij elkaar te scharrelen: je zult zien dat het net zo’n leuke bezigheid is als schaatsen op natuurijs.

Hier op Lesvos hebben we niet echt een wildplukwijzer nodig. Het eiland is omgeven door één grote visvijver en de chorta groeit – na alle regen die de afgelopen weken viel – zó overvloedig, dat je ‘m echt niet hoeft te zoeken, want je struikelt erover. En de kwebbelende chorta-zoekers verraden de beste plekken waar de wilde groente groeit.

Dát is zo geweldig aan het Griekse klimaat: zelfs in de winter staat de natuur vol met eetbare dingen. Naast de chorta, olijven en paddenstoelen zijn nu de citrusvruchten rijp en is het tijd om heerlijke likeurtjes te brouwen, citroenen in te leggen en heel veel mandarijnen- en sinaasappelpuddingen te maken en te eten.

Ik vroeg me af of er ook chorta-drankjes zijn. Kruidendrankjes (zoals tijmlikeur) zijn bekend, net zoals ouzo die ook vol zit met geneeskrachtige kruiden; men zegt niet voor niets dat pure ouzo tegen buikpijn kan helpen. Ik las ergens dat sommige Grieken het kookwater van de chorta, op smaak gebracht met wat citroen, drinken als geneeskrachtig drankje. En toen herinnerde ik me opeens dat ik als kind ‘paardenbloemwijn’ maakte: als je de gele bloemen weekte in water, kreeg je een geelachtige vloeistof, die ik plechtig omdoopte tot wijn. Maar paardenbloemwijn bestaat écht, ook al heb ik het sinds mijn jeugd niet meer gedronken. Zie hier een recept. En heb je liever bier, dan kun je ook nog eens paardenbloembier maken.

Griekenland is een groen winter-lente-wonderland vol ongekende culinaire mogelijkheden. Het kost wat meer tijd dan kant-en-klare groenten of visfilets in de supermarkt kopen, maar dan heb je wel iets heel lekkers en gezonds, én… helemaal gratis!