(Minoïsche muurschildering uit Kreta met zwaluwen en lelies)
Zo’n achttien miljoen jaren geleden spuwde de vulkaan Lepetimnos voor het laatst vuur en creëerde zo een deel van het noordelijke landschap van Lesvos. Met twee toppen, de Vigla (968m) en de Ilias (938m), houdt hij er sindsdien de wacht. Nu staat er een kapelletje, schurend tegen weer en wind, maar ooit stond er op een van de toppen een bekend observatorium, van waaruit de beroemde sterrenkundige Matriketas het weer en de hemel bestudeerde
De uit Erèsos komende filosoof Theophrastos (371-289 v.Chr.) was een van de oude wetenschappers die Matriketas en zijn observatorium noemde, maar verder is er niets over deze sterrenkijker bekend, noch over hoe zijn uitkijkpost eruit zag.
Theophrastos zelf heeft wél heel veel sporen nagelaten en wordt de vader van de biologie genoemd, omdat hij als eerste de plantenwereld in kaart probeerde te brengen. Je vraagt je af waar ze toen de tijd vandaan haalden om te studeren, observeren én te schrijven, want net zoals zijn leraar Aristoteles heeft ook Theophrastos over talloze andere zaken geschreven, zoals muziek, gezondheid en politiek. In een van zijn verhandelingen gaf hij tips om het weer te voorspellen, zodat hij ook gezien kan worden als de eerste weerman in de geschiedenis. Veel van die toen genoteerde observaties vind je vandaag de dag nog steeds terug in de boerenwijsheid.
Mensen die vroeger op het land leefden, hadden geen weermannen of -vrouwen maar waren zelf zeer bedreven in het weer voorspellen. Ze keken naar de wolken, zonsondergangen of het gedrag van de dieren en konden behoorlijk precies regen of droogtes voorspellen. Tegenwoordig kunnen we hoogstens de regen zelf voorspellen wanneer we een donkere lucht zien aankomen, en dan nog is het niet zeker of er water gaat vallen. Zoals hier op Lesvos veel buien de neiging hebben om vrolijk wuivend voorbij te zeilen zonder een druppel te morsen.
Ook dieren worden geacht het weer te kunnen voorspellen. Theophrastos noemde al enkele die met hun kapriolen bepaalde weersomstandigheden aangaven: kikkers die te veel lawaai maken, padden die het water in plonzen, vogels die gaan samenscholen of kippen die naar luizen gaan zoeken, zijn bijvoorbeeld allemaal voorboden van regen.
Men vermoedt dat veel gedrag en weervoorspellerij van dieren kan worden uitgelegd, doordat zij bepaalde geluidsgolven kunnen opvangen die de mens niet hoort (infrasoon geluid) en beter de verschillen in luchtdruk voelen. Vandaar dat er bijvoorbeeld wordt gezegd dat dieren tsunami’s en aardbevingen tijdig horen aankomen. En ze voelen ook de aantocht van de jaargetijden.
In Griekenland zijn het de zwaluwen die optreden als grootste heraut van de lente. Een oeroude fresco op Kreta uit de Minoïsche tijd (circa 1600 v.Chr.) laat bloeiende lelies en dansende zwaluwen zien. In het oude Griekenland vereerde men op het eiland Rhodos de aankomst van deze kleine vogels zelfs met een festival. Kinderen zongen dan een zwaluwliedje waarmee ze langs de deuren gingen om snoepgoed en munten te verzamelen. Het is een van de oudst bewaarde Griekse liedjes. Tegenwoordig, wanneer de zwaluwen weer hun plekken innemen in het Lesvoriaanse landschap waar ze vrolijk twitterend in rijen op elektriciteitskabels schommelen of duikelend door de lucht zoeven, worden ze echter hoogstens begroet door gezichten die stralen omdat vadertje winter de aftocht blaast.
Minder bekend is dat ook de koekoek de Griekse lente aankondigt, wanneer hij terugkomt van zijn wintervakantie. Als hij zijn strijdleus “koekoek” vóór vijfentwintig maart ten gehore brengt, betekent dat zelfs mooi weer en wisten de boeren vroeger dat het vee weer de bergen in kon.
Ooit was er eens Gerana, een minnares van Zeus die door diens jaloerse echtgenote Hera in een kraanvogel werd veranderd. Toen ze het luchtruim koos, vloog ze niet weg zonder haar pasgeboren baby die ze in een katoenen lap hangend aan haar lange snavel meenam. Later werd de kraanvogel een ooievaar, en zo komen de verhalen de wereld in over ooievaars die baby’s brengen.
Maar ooievaars brengen kennelijk ook de lente. Meerdere dorpen op Lesvos hebben een groot en makkelijk te observeren nest ergens op een gebouw of toren. Zo kwam in Kalloni afgelopen week de ooievaar terug op zijn nest, wat de krant haalde met de kop “De lente is gearriveerd”.
Laagvliegende insecten achtervolgd door vogels en vleermuizen geven een lage luchtdruk aan en voorspellen regen in Nederland. Op Lesvos daarentegen mogen muggen en bijtjes zo laag vliegen als ze willen, maar de zomers blijven tegenwoordig kurkdroog. Behalve dat de krekels met hun volume de temperatuur aangeven (hoe oorverdovender hun gestriduleer, des te warmer het is), heb ik geen idee welk gedrag van welke dieren een hete zomer aankondigt. Maar dat het de komende zomermaanden weer flink heet gaat worden, daar heb ik geen weerorakel voor nodig.