De hoofdstad van West-Lesvos heet Schoonheid, maar bungelt op de lijst van mooiste plaatsen van Lesvos ergens onderaan. Kalloni kun je niet echt een fraai dorp noemen met zijn wildgroei aan relatief nieuwe huizen. Geen gezellig dorpsplein, zoals bijvoorbeeld Andissa, en het heeft een irritant drukke, smalle hoofdweg, die het dorp dwars doormidden klieft.
Afgelopen week straalde de naam op heel veel lippen, omdat Margarita Nikolaidi – afkomstig uit Kalloni – al lachend en kletsend een beroemde kookwedstrijd op tv won en nu is uitgeroepen tot Masterchef van Griekenland. Het is het eerste culinaire hoogstandje van Kalloni, want een echte eetcultuur is er ver te zoeken: je vindt hoogstens enkele traditionele tavernes waar je eet wat de pot schaft. Voor een restaurant moet je naar Skala Kallonis, wat ‘s zomers de hotspot is voor sardientjes, naar men zegt de lekkerste in Griekenland. Gezouten sardientjes (sardelles pastès) is een van de delicatessen van het eiland.
Het is geen pretje om in Kalloni te wonen: in de zomer haalt het regelmatig de hoogste temperaturen van het eiland, in de winter de laagste. Net zoals er de meeste regen op de daken klettert. Kalloni ligt ingeklemd tussen grote rivieren, die vooral in de donkere dagen op topsnelheid stromen. Skala Kallonis, aan de naar het stadje vernoemde baai, heeft talloze moerassige meren én zoutpannen, waardoor de waterrijke badplaats het centrum voor vogelspotters is op het eiland. Onder andere tref je er flamingo’s aan die voornamelijk tussen het opdrogende zout staan te mijmeren. Die werden vroeger nog weleens door Romeinen gegeten. Ik vraag me af of Margarita zich zou wagen aan die knotsgekke Romeinse recepten zoals gemarineerde flamingo-tongetjes.
Je zou denken dat Kalloni ooit door een ramp totaal werd vernietigd, omdat oude, rustieke gebouwen ontbreken. Tot tweemaal toe bleef er weinig over van het stadje, maar dat was heel wat eeuwen geleden. Toen het nog stadsstaat Arisvi was, veegde de vijandige staat Mythimna (Molyvos) vijf eeuwen v.Chr. Arisvi volledig van de kaart. Vervolgens hult de geschiedenis zich in dikke mist, totdat in de veertiende eeuw het kasteel Paleokastro opdook, niet ver van het huidige Kalloni. In 1445 vonden de Turken het nodig om dit kasteel tezamen met een welvarend stadje eromheen met de grond gelijk te maken. De streek heette toen al Kalloni. Pas ergens aan het einde van de Ottomaanse overheersing (begin twintigste eeuw) begon het huidige stadje Kalloni vorm te krijgen.
Kalloni mag dan wel het lelijke eendje van het eiland zijn, de omgeving kent echter genoeg geschiedenis om heel wat boeken mee te vullen (zoals Κόλπος Καλλονής Λέσβουvan Aristidis Kiriazis, 2018). De regio Kalloni is bijvoorbeeld rijk aan talrijke oude kloosters, waarvan een aantal nog functioneert en het mannenklooster Limonos het grootste en bekendste is. Dit byzantijnse klooster werd rond 1526 gesticht (of heropend nadat de Ottomanen het een tijd dicht hielden) door Sint Ignatios Agallianos, wiens leven gepaard ging met talloze wonderen. Zo werd deze heilige man op een dag door een stevig noodweer overvallen, toen hij op weg was naar het vrouwenklooster Myrsiniotissa. Mismoedig leunde hij tegen een rots, waarop deze openspleet zodat de heilige gerieflijk kon schuilen. De rots moet er nog steeds staan, maar die is me nooit opgevallen tijdens de diverse keren dat ik dezelfde wandeling maakte. Geen bordje dat op deze bijzondere plek wijst, noch een opvallend stuk steen dat volgens de overlevering zelfs nog de contouren van de heilige laat zien. Toen ik en enkele vrienden daar op een mooie dag ook moesten vluchten voor een stevige regenbui, was er geen rots die ons opnam en kwamen we drijfnat aan bij Myrsiniotissa, waar we beschutting vonden in het poortgebouw, uitgerust met comfortabele banken, en kennelijk altijd open voor vermoeide of nat geregende wandelaars. Je zou bijna denken dat het klooster juist daar is gebouwd ter nagedachtenis aan dat wonder.
Ooit stonden er heel wat meer kastelen in de wijde omgeving van Kalloni; vooral rond de baai is het een walhalla voor geschiedenisfreaks: oude muren in Apothika en Makara, resten van kastelen en uitkijktorens, de verdronken stad Pyrrha, de tempel Messa, de mythische stad Issa en de opgravingen bij Lisvori waar spullen uit de oeroude steentijd uit de grond worden gehaald. Hoewel Kalloni zelf weinig charme kent en het vooral moet hebben van zijn centrale ligging, winkels en overheidsdiensten, is het stadje uiteindelijk wel de spil van een aanzienlijk deel van de geschiedenis van het eiland. Wanneer Margarita er ooit een sterrenrestaurant opent, zal Kalloni een stuk aantrekkelijker worden; maar helaas hoopt Margarita eerst nog wat meer kneepjes van het vak te leren bij diverse chefkoks in Europa. Dus voorlopig blijft Kalloni nog even het lelijke eendje van Lesvos.