Wie over Griekenland hoort praten, denkt meestal niet meteen aan dennenbomen. Toch staat Griekenland vol daarmee, onder andere op Lesvos, waar uitgestrekte dennenbossen het hart van het eiland het gehele jaar door groen kleuren.
Ook in de Griekse mythologie heeft de dennenboom een bescheiden plaatsje. Zo had de beruchte struikrover Sinis er lol in om met dennenboompjes mensen weg te katapulteren of zelfs te halveren. Koning Theseus, met name bekend als de held die de Kretenzische minotauros een kopje kleiner maakte, gaf Sinis een koekje van eigen deeg en zo werd de weg naar Athene weer veilig.
Pan, de god van bossen en dieren, was gek op dennenbomen én op nimfen. Op een dag liet hij zijn oog vallen op de schone bosnimf Pitys, die ook door de god van de noordenwind, Voreas, werd bewonderd. Pitys gaf de voorkeur aan de fluitende Pan, want ze hield niet van de bulderende stormwinden van Voreas. Waarop Voreas zó kwaad werd, dat hij Pitys van een rots blies. Pan vond haar levenloos terug en veranderde haar in een dennenboom. Sindsdien, telkens wanneer de noordenwind opsteekt, huilt Pitys van verdriet en haar tranen zijn de beroemde harsdruppels, die uit de boom druppen en waarmee onder andere de ‘eigenzinnige’ retsina wordt gemaakt. Het kleverige dennenhars wordt verder gebruikt om teer en lijm te maken en werd hier op het eiland nog tot eind jaren zestig op grote schaal geoogst.
Ook kerstbomen behoren tot de grote dennenfamilie (Pinaceae), maar de exemplaren die in West-Europa als kerstboom worden gebruikt (zoals de fijnspar, Nordmann-spar of zilverspar), komen niet op Lesvos voor: hier groeien voornamelijk aleppodennen, Turkse dennen, zwarte dennen en af en toe een parasolden, waarmee natuurlijk ook prima een kerstboom kan worden gemaakt, zij het dat de kleinere exemplaren van deze dennen slappe takken en minder naalden hebben dan de ‘kerstboomspar’, en dus vergt het heel wat uurtjes stoeien om lichtjes en ballen in de boom te hangen zonder dat alles er weer uit dondert.
Dennenappels, de vruchten van de dennenbomen, zijn een geliefde kerstversiering. Voor de kerst worden ze zilver of goud gespoten, of behouden hun natuurlijke kleur in kerststukjes. Ze dienen prima als barbecue- of aanmaakhout voor de kachel. Wanneer je ze gedachteloos in het vuur gooit, moet je wél bedenken dat sommige dennenappels er redelijk lang over doen om groot te worden: 1,5 tot 3 jaar. Dennenappels uit o.a. parasoldennen bevatten zaden, groot genoeg om pijnboompitten te heten, maar vreemd genoeg zitten die er niet elk jaar in. Waarschijnlijk hebben die ook zo’n lange tijd nodig om tot die zoete, nootachtige vruchtjes te komen.
Dennenbomen hebben meer eigenaardigheden. Neem nou kruipdennen: ik dacht dat dat bomen waren die laag over de grond groeien. Officieel behoren kruipdennen echter tot de bergdennen (Pinus mugo), wat struikachtige, lage dennen zijn die hoog in de bergen groeien. Dat is iets totaal anders dan grote dennenbomen, die in plaats van stoer rechtop te staan een haakse bocht maken en horizontaal verder groeien, soms kruipend over de grond, of een T-splitsing in de lucht makend. Een aantal van zulke kunstzinnige dennen groeit hier in de buurt. Een bijzondere soort of gewoon een eigenwijze den met hoogtevrees die daarom dan maar zijwaarts groeit?
Ik begrijp waarom de dennenboom een van de favoriete bomen van Pan was: deze wonderschone boom is eigenwijs, altijd groen en heerlijk ruikend. Toen ik vlak voor kerst een wandeling maakte naar de Pessas waterval, werd ik verdrietig van het feit dat er nog steeds slechts een pisstraaltje water naar beneden valt; kennelijk laat men de boer die daar illegaal water aftapt, gewoon zijn gang gaan. Maar de wandeling ging dwars door een dennenbos waar de verroeste bakjes om Pitys’ tranen op te vangen nog hingen, en zo raakte ik dankzij het druilerige weer en de heerlijke dennengeur toch wel in kerststemming.
Nu staat 6 januari voor de deur, de tweede feestdag van het jaar. In veel landen wordt op deze dag Drie Koningen gevierd, maar in Griekenland gooien priesters kruisen in zee om boten en het zeevarend volk te zegenen: Epifania. Het is officieel ook de dag dat kerstbomen en andere kersttroep moeten worden opgeruimd en de huizen het voortaan zonder die kerstachtige dennengeur moeten doen. Ook al zijn het geen kerstbomen, hier op het eiland staan nog dennenbomen genoeg om deze geur ook buiten de kersttijd op te snuiven: zoet en fris, een stimulerende geur voor het nieuwe jaar!