(Spaanse mus; foto: Wikipedia)
Mussen wonen het liefst in de buurt van mensen. Hun sobere verenkleed zal een hippie nooit inspireren, ook al zijn de grijze-beige-bruine tinten in mooie patronen geschikt, zeker bij het mannetje. Die heeft naast een fraaie verentooi ook nog eens het hoogste woord. Kletsen met andere mannetjes, of hoog opgeven over hoe mooi hij is tegen de vrouwtjes.
De mussenpopulatie gaat hardhollend achteruit, maar de wetenschappers weten niet precies waarom. De Chinezen hebben al eens ondervonden hoe een leven zonder mussen is. In 1958 wilde de communistische dictator Mao Zedong China totaal hervormen. Daarvoor moesten onder andere de vier pesten van het land worden uitgeroeid: muggen, vliegen, ratten en mussen. Want stel je voor: een mus jat wel twee kilo graan per jaar. Zo openden miljoenen Chinezen de jacht op mussen. De Poolse ambassade echter weigerde mee te doen, zodat hun tuin vol gevluchte mussen liep. Totdat de Chinezen de ambassade omsingelden met grote trommels waarmee ze zó veel lawaai produceerden, dat de mussen verschrikt in het rond vlogen om tenslotte dodelijk vermoeid neer te storten. De ambassade bleef met een dik tapijt aan dode mussen zitten.
Mao Zedong was echter vergeten dat mussen insecten eten, die ook van een graantje houden. Na de dood van zo’n biljoen mussen zagen insecten hun kans schoon om zich massaal op de oogsten te storten. Het doden van mussen was een van de oorzaken van de grote daarop volgende hongersnood, die zo’n 55 miljoen Chinezen het leven kostte (1959 – 1961). Uiteindelijk moest China ruim 250.000 Russische mussen importeren om de balans in de natuur weer enigszins te herstellen.
In Nederland liepen ooit de gemoederen al hoog op wegens de moord op één enkele huismus. Deze vrouwtjesmus had dan ook de val van 23.000 dominostenen op haar geweten, die klaarstonden voor Domino Day 2005. Deze zogenaamde Dominomus is ter rehabilitatie opgezet en misschien wel de beroemdste mus op aarde.
Op Lesvos vliegen geen Dominomussen, maar vooral Spaanse mussen en enkele rotsmussen. Die Spaanse vogeltjes overwinteren in Spanje of Afrika. Welke mussen zich op Lesvos gedurende de koude maanden verstoppen in struiken, weet ik niet. Misschien een migrerende familie Nederlandse mussen, die de Spaanse zon heeft verwisseld met de Griekse. Ooit heb ik zo’n winteronderkomen beschreven als een seksclub, waar vrolijk kwetterende vogeltjes opgewonden rond hoppen tussen het dichte gebladerte.*
Mussen staan symbool voor heel wat geluk, zoals voorspoed en welvaart in Japan. In Griekenland is het liefde en vruchtbaarheid. Aphrodite, godin van de liefde, is regelmatig met een mus afgebeeld, en zelfs Sappho schreef in een ode aan Aphrodite dat druk fladderende mussen Aphrodites rijtuig trokken**, toen ze op weg ging naar Sappho, nadat deze dichteres uit Lesvos haar hulp had ingeroepen inzake de liefde.
Mussen vliegen geen grote afstanden. Ze doen meer aan een soort eilandhoppen, van boom naar struik, naar grasland, naar boom. Het liefst in groepen, onder andere om katten af te schrikken die jacht op hen maken. In het voorjaar krijgen ze helemaal de kolder in de kop en organiseren ze massale dansfestijnen voor de jeugd die op zoek is naar een partner. Mussen doen niet aan lijndansen, maar wel aan simultaan vliegen. Luid zingend en klapperend met de vleugeltjes dansen ze door het landschap, alsof ze een soort stoelendans doen: wanneer ze met honderden tegelijk en veel kabaal een boom invliegen, heeft degene die geen lege tak meer kan vinden, verloren. En dan, hoppa, duiken ze met z’n allen het hoge gras in, zaadjes zo romig als taartjes zoekend, waarna ze weer onder luid gejoel een andere boom invliegen. Spreeuwenwolken zijn prachtig, maar van dansende mussen word je gelukkig.
Mussen kunnen brutaal zijn. Ze pikken bijvoorbeeld nesten in van zwaluwen of zelfs ooievaars. Toch zijn ze niet racistisch en hebben geen telefoons nodig om te communiceren. Ze verdedigen weliswaar hun territorium met luide stem, maar laten het niet tot een oorlog komen. Wanneer een vrouwtje niet gecharmeerd is van een mannetje, zegt ze dat hard en duidelijk. ‘Me too’ hebben ze niet nodig, want de vrouwtjes staan hun mannetje.
Ik kan uren naar de springende mussenwolken kijken en vraag me dan af, waarom die vrolijke mussen met hun simpele leven zo graag bij ons, oorlogszuchtige mensen met tenen die steeds langer groeien, willen wonen.
* Zie De mussenstruik
** Uit Fragment 1, Sappho: Ode aan Aphrodite (zelf vertaald vanuit een Engelse vertaling van Julia Dubnoff)
Uw gouden wagen ingespannen
waarna fraaie snelle mussen die over de zwarte aarde leidden
vanuit de hemel dwars door de lucht
hun vleugels als een uitwaaierende wolk