Vluchtelingen vormen op Lesvos niet de enige illegalen. Er zijn talloze vogels die ongezien en zonder paspoort de Egeïsche Zee overvliegen om neer te strijken in de geboortestreek van Sappho. Bovendien liggen aan de overkant tal van Turkse natuurgebieden, van waaruit gevleugelde bewoners graag eens komen rondneuzen op dit mooie en relatief rustige eiland.
In de lente staat een uitgebreid, internationaal leger vogelspotters – uitgerust met kanonnen van camera’s – de trekvogels langs de kusten op te wachten. Ook het najaar is niet vrij van illegale aankomsten. Alleen is die periode, zeker november, wat minder populair, zowel bij de vogels als hun bewonderaars.
Het mooie weer zorgt ervoor dat je af en toe nog eens een joekel van een bruingele hoornaar (wesp) treft, die zich als een stokoud mannetje moeizaam door de lucht beweegt. Ook kwam ik een vette, donkerbruine rups tegen die, gewapend met een hoorn op zijn kop, zich vertwijfeld een weg zocht tussen de talloze slakken, die deze met dauw doordrenkte dagen benutten om zich laveloos te zuipen.
Het boeiendste vogelleven speelt in deze tijd rond de Golf van Kalloni, waar de zoutpannen bij Skala Kallonis en Skala Polichnitoe talloze vogels zoals zwarte ooievaars en honderden flamingo’s herbergen. Ik vraag me af of de flamingo’s dit jaar voor Lesvos een negatief reisadvies hebben gekregen: midden september was er nog geen één te bekennen en nu staan er slechts enkele waaghalzen te schommelen op een been. Ze kunnen moeilijk bang zijn voor vluchtelingen; die landen niet in de zoutpannen en schieten ook geen vogels uit de lucht.
De rondborstige pelikanen zijn alleen al qua omvang een veel stoerdere vogelsoort dan die fragiele, wit-roze acrobaten. Zij trotseerden de onbekende reden die flamingo’s van het eiland houdt en dachten: “Ha, lekker rustig nu er niet zoveel garnalen vretende concurrenten zijn”. Afgelopen week kwam je vingers te kort om deze grote vogels aan de Golf van Kalloni te registreren: 44 kroeskoppelikanen en 4 witte pelikanen.
Er zijn talloze Griekse eilanden die een pelikaan als dorpsbewoner vertroetelen. Ook op Lesvos werden ze graag gezien. Zo trok vroeger een pelikanenechtpaar in Skala Kallonis de nodige aandacht; de een werd aangereden en de partner verdween enige jaren later. Ook Skala Loetron had zo’n beroemde inwoner, maar ik heb geen idee wat er van hem is geworden. Ik zou zeggen: geef al die pelikanen snel asiel, bied ze een onderkomen en verwen ze met vis, want een nieuwe toeristische attractie kan het eiland heel hard gebruiken. Zonde om ze terug te sturen naar Turkije.
De monarchvlinder (Danaus plexippus) zal op het eiland hoogstens enkele entomologen trekken. In Amerika vormen deze jugendstil-achtig getekende vleugeldieren een grote voorkomende vlindergroep, maar op Lesvos zijn ze gelijk een vluchteling op de Noordpool. Uitgerekend in een tijd dat talloze migranten voornamelijk vanuit Arabische landen het eiland aandoen, is deze vlinder misschien wel helemaal uit Afrika komen aanwaaien. Maar liefst twee stuks werden afgelopen week betrapt in de Mesa moerassen.
Ik was hoogst verbaasd te horen dat ook deze fragiele insecten illegale immigranten kunnen zijn. Monarchvlinders zijn zelfs recordhouder op de vlinder-langeafstandvlucht: ze draaien hun vleugels niet om voor een tochtje van duizenden kilometers. Die reizen ondernemen ze in grote zwermen, en dat alleen maar om puur economische reden: om van de zijdeplant (Asclepias) te kunnen eten. Geloof maar dat daar doden bij vallen: de oudjes vallen van vermoeidheid uit de lucht, zodat vaak alleen een volgende generatie de tocht overleeft.
Vrienden die afgelopen week deze gevleugelde immigranten op het eiland observeerden, kwamen met nóg een vreemde eend in de bijt: een parelduiker (Gavia arctica). Het tweede woord in de Latijnse naam geeft al aan dat deze eendensoort veelal voorkomt in de noordelijke, koudere streken. Wat doet deze fraai gestreepte vogel in zo’n warme novembermaand op Lesvos?
We zullen maar geen verdachtmakingen in de wereld rondstrooien, dat deze eend flyers komt uitdelen om vluchtelingen te ontmoedigen naar Denemarken of Zweden te gaan: van dat soort vliegende activisten lusten we geen brood. Het is logischer om aan te nemen dat ook dit gevleugelde dier een economische vluchteling is, of – profiterend van het geringe aantal flamingo’s – een goedkope duikvakantie heeft geboekt naar de Golf van Kalloni.
Het is fascinerend te leren dat vogels vaker dan toeristen de wereld rondreizen. Zoals alle dieren hebben ze het recht om talloze grenzen onbezorgd te overschrijden. De mens moet echter een paspoort hebben om een grens te passeren, en dan nog is hij er niet zeker van of hij verder mag reizen. Soms is het toch maar beter om een vogel te zijn.
(Met dank aan Eva en Wulf Kappes)