Ach, moedertje Molyvos
stop met klagen
je bent serieus bezig
je laatste klanten weg te jagen
Je hobbelige straatjes, eeuwenoud
de oeroude huizen stevig verankerd
op de fiere, rotsachtige berg
die je eens het leven schonk
Zij hebben al heel wat meegemaakt
maar hebben je nooit in de steek gelaten
onrust, oorlog, deuren gesloten
je hield stand, met het hoofd omhoog
Een nieuwe golf van onrustige tijden
daarvoor hoeft het hoofd niet te hangen
het is niet de wereld die regeert
maar je rug die het begeeft
Altijd wist je met de stormen mee te gaan
je rug een stevige mast in woelige tijden
nu lijk je aangetast door reumatiek
en weet niet meer hoe te buigen
Het is niet Achilles die voor je poorten staat
maar de ziekte Ik Ik Ik
van mensen die niet begrijpen
dat de wereld altijd draait
De bestuurders te ver weg
geen visie en geen plannen
ze zullen je muren afbreken
voor de centen in eigen zak
Jij, schitterende dame van Molyvos
waar is je eer gebleven
dat je je laat commanderen
door dom en hard geschreeuw?
Je weet dat je bloed niet alleen van het eiland is
maar ook van de nabije overkant
je hebt altijd geholpen in moeilijke tijden,
maar nu lijk je stijf bevroren
Een koud en meedogenloos hart
dat siert je niet
zo kun je de wereld niet redden
laat staan je eigen stad
O, Moedertje Molyvos,
het stof ligt duimendik te groeien
laat je niet paaien door te grote dromen
maar poets je eigen straatje op
Zo blinkend mooi als je je opdoft in augustus
wanneer piano’s en violen
gelukkige tijden doen herleven
onder de sterren van het kasteel
Je bent dus niet vergeten
hoe je de harten van de mensen raakt
doe dit dan ook de andere maanden
met een opgeheven hoofd.