(Een nieuwe god van Eftaloe)
Ik verbaas me wel eens over toeristen die de hele dag bij een zwembad rondlummelen, een blik werpen op de oneindige Egeïsche zee, maar dan toch liever in het azuurblauwe, chemische water van het zwembad duiken. Alsof de zee gevaarlijk is om in te zwemmen.
Recentelijk las ik enkele verhalen uit Belgisch-Congo*, waarin een kleurrijk gala van geesten, tovenaars, onderwatersteden en wonderlijke waterwezens (zoals vervaarlijke krokodillen) voorbijtrok. Na het lezen van zo’n boek zou ik wat bedenkingen hebben om in Afrika in een rivier te springen of me daar in de golven van de zee te storten. In de Griekse zee ontmoet je hoogstens mensen reddende dolfijnen. En wat vissen die misschien uiteindelijk op je bord belanden.
Toen de Olympische goden het in Griekenland nog voor het zeggen hadden, liepen er ook flink wat vreemde wezens rond. En heel wat wateren werden onveilig gemaakt door veelkoppige monsters. Griekse helden hadden hun handen vol aan al die griezels, getuige de Griekse mythen die even kleurrijk zijn als Afrikaanse volksverhalen.
Het mythische Griekenland ligt echter al heel lang achter ons. De meer recentelijke Griekse volksverhalen zijn gestript van goden en monsters en steken bleekjes af tegen Afrikaanse volksverhalen. Neem Greek folktales from the island of Lesvos**, waarin de verhalen draaien om gierigheid, ontrouw, inhaligheid en nog veel meer slechte eigenschappen van de wispelturige mens. Af en toe komt er wel een ezel, geit, kat of hond voorbij kuieren, maar monsters en tovenaars vertonen zich niet meer in het Griekenland van de laatste eeuwen.
Een meester in volksverhalen was de Lesvoriaanse schrijver Aryiris Eftaliotis***, zijn pseudoniem ontleend aan het stukje Lesvos waaraan hij verknocht was: Eftaloe. Hij werd als Kleanthis Michaelidis in 1849 geboren in Molyvos, trok de wereld rond, maakte in Frankrijk deel uit van literaire kringen en stierf in Antibes in juli 1923. Op zijn verzoek werd hij in Eftaloe begraven, de plek waar hij gedurende zijn leven menige vakantie doorbracht en die hem inspireerde tot het schrijven van beeldende gedichten en levendige vertelsels.
Eftaliotis schreef en dichtte niet alleen over het volk, maar bracht door zijn simpele taalgebruik ook de literatuur naar het volk toe. Net zoals hij niet uitgepraat raakte over Odysseus, de grote Griekse held uit het werk van Homeros. Hij werkte zelfs aan een nieuwe vertaling van dit epische gedicht, die hij helaas net niet af had toen de dood besloot hem te halen.
Even voor de heetwaterbron in Eftaloe, hoog gelegen op een van de zeven heuvelen, onder ruisende dennenbomen, staat Eftaliotis’ gele huis nog steeds te mijmeren terwijl het uitkijkt over wuivende olijfbomen en de Egeïsche zee. De ietwat verloederde bron is nu officieel gesloten en men hoopt op investeerders die deze historische plek nieuw leven willen inblazen. Het populaire strand ervoor is al radicaal veranderd.
Er is een eeuw verstreken sinds de dood van Eftaliotis. Ik vraag me af of hij zich in zijn graf zou omdraaien, als hij zag hoe mensen zich dit stukje strand in Eftaloe hebben toegeëigend om het eiland op hun manier te moderniseren. Zoals met een all inclusive hotel en op het strand een houten paviljoen met koloniale meubelen en beelden van twee buitenlandse goden die grimmig over het Griekse water uitkijken en zo uit een griezelverhaal uit Belgisch-Congo lijken te komen. Met een giga vloot aan strandzakken (moderne uitvoering van het strandbed) laat deze uitbater geen ruimte voor lokale zwemmers die liever hun stranddoek spreiden over het rulle zand.
De andere helft van het strand is volgegooid met moderne zonnebedden door een man met grootse plannen voor een wellness centrum. Hiervoor heeft hij het voormalige Eftaloe restaurant ontdaan van al het groen en de terrassen met beton opgeknapt. Ook hij spant samen met niet-Griekse goden – een Boeddhahoofd op een van de tafels – en lijkt geen oog te hebben voor het geografische en historische karakter van een plek die bij zoveel mensen geliefd was. Toch krioelt het nieuwe Eftaloe van de badgasten, die zich zelfs massaal in zee wagen. Maar het strand zou overal kunnen zijn: aan de Spaanse, Italiaanse of zelfs Turkse kust.
Ik ben dan misschien een oude muts die te veel van een Grieks, traditioneel eiland houd, maar er verschijnen steeds vaker journalistieke stukken die waarschuwen voor het monster van het alles consumerende massatoerisme. Alles moet groter, luxueuzer en duurder, hierbij geen plek meer overlatend voor de lokale bevolking en de natuur. Athene kreunt onder het forse aantal toeristen, Mykonos en Santorini zijn er al door verpletterd, maar Lesvos lijkt hiervan niets te leren. Eftaliotis zou er boeken vol over kunnen schrijven.
* Ngando, van Paul Lomami-Tshibamba, De Geus 2023
** Greek folktales from the island of Lesvos, verzameld door Frosso M. Zourou, vertaald in het Engels door Rom Gudas (Politeia books)
*** Een van zijn meest populaire boeken,Νησιώτικες ιστορίες,is in het Engels vertaald: Modern Tales of the Greek Islands (T. Nelsons & sons, 1942)