(Bij de hete bronnen van Lisvori)
Weken voordat sterke aardbevingen in Turkije en Syrië zo noodlottig toesloegen, had ik menige slapeloze nacht omdat ook hier de aarde trilde. Echter lang niet zo erg als aan de overkant. Toch liepen op Lesvos enkele huizen schade op, ook al ging er niets tegen de vlakte. Ondergronds heeft het ook flink gerammeld en sindsdien was er bij de heetwaterbron in Eftaloe slechts een zielig straaltje lauw water om de baden te vullen.
Het zal niet de eerste keer zijn dat aardbevingen heetwaterbronnen saboteren. Het is zelfs een bekend verschijnsel, met een grote kans dat het hete water gewoon weer terugkomt na een tijdje, zoals op de Canadese eilanden Vancouver Island (Tofino) en Haida Gwaii.
Heetwaterbronnen ontstaan in vulkanisch gebied. Het roodgloeiende magma verwarmt grondwater dat door spleten of gaten in de aardkorst omhoog wordt gestuwd. Op Lesvos heb je een groot aantal kleine, borrelende bronnen. Enkel Loetropoli Thermis, Jèra, Polichnitos, Lisvori en Eftaloe staan officieel als geneeskrachtig centrum te boek. Griekenland alleen al telt over de 700 heetwaterbronnen, waarvan er enkel zo’n 80 erkend worden als kuuroord. Men zegt dat de hete baden in Leukerbad in Zwitserland de oudste van Europa zijn, daar ze al bij de Romeinen bekend waren. Ik durf te wedden dat er vroeger ook Romeinen in de baden van Thermis lagen te dobberen. In de buurt zijn namelijk volop oude Griekse en Romeinse inscripties gevonden.
De Romeinen – die Lesvos rond 80 v.Chr. innamen en daar zo’n 500 jaar vakantie hielden – waren dol op water en zorgden er bijvoorbeeld voor dat Mytilini was aangesloten op watertoevoer via een aquaduct, komende uit het inmiddels gedempte, centraal gelegen meer Megalo Limni. Ik betwijfel of de Romeinen zo ver reisden als het noordelijke Eftaloe of zuidelijke Polichnitos om er een heet bad te nemen. Thermis was waarschijnlijk toen al de belangrijkste heetwaterbron van het eiland.
In 1909 liet de Turkse sultan Hasan Mola Moustafa het luxe badhotel Sarlitza Palace naast de bronnen bouwen. Het ‘hotel van de gele bronnen’ veranderde Thermis in een sjieke badplaats waar koningen, prinsen en sultans kwamen. Vanaf de jaren ‘60 – misschien omdat het Ottomaans erfgoed was – begon het verval van Sarlitza, dat tegenwoordig nog nauwelijks overeind staat. Ondanks verschillende initiatieven is het nog niemand gelukt het fraaie hotel nieuw leven in te blazen. Ook de bronnen ernaast zijn tegenwoordig gesloten. Sinds Europa met strenge wetten kwam voor dit soort kuuroorden, zijn alle heetwaterbronnen op het eiland gesloten, behalve die van Jèra, omdat die verbouwd werd en vervolgens voldeed aan de nieuwe Europese eisen, zoals gescheiden kleedkamers, wc’s en baden.
De heetwaterbron van Polichnitos gaat nu worden verbouwd. In Lisvori waren ze jaren geleden al begonnen met werkzaamheden om de boel aan te passen. Het eens zo groene parkeerterrein werd overgoten met beton en de oeroude gebouwtjes met de baden wilden ze met cement te lijf gaan. Gelukkig heeft de archeologische dienst daar op tijd een stokje voor kunnen steken. Maar het geld voor de verbouwing was wel mooi verdwenen. Het resultaat is, dat deze eens zo bloeiende plek totaal aan het verloederen is en je tranen in de ogen krijgt wegens de puinhoop.
Eftaloe – de heetste bron met de meeste radioactiviteit op het eiland – is eigenlijk nooit dicht gegaan en opereerde stiekem. Nu wordt gefluisterd dat die ook een opknapbeurt gaat krijgen. Door dezelfde mensen die de bron van Jèra hebben getransformeerd in een modern gezondheidscentrum. Eftaloe was eeuwenlang een lokaal kuuroord waar men te paard of ezel heen ging, en heeft een kenmerkend koepeltje uit de 17de eeuw. Het nabije Molyvos was vroeger een welvarend stadje en had zelfs een hamam, maar daar moest het water voor de baden met hout heet gestookt worden. Dit gebouw met fraaie witte koepel is enkele jaren geleden opgeknapt, maar de baden zijn verdwenen. Eeuwig zonde. Het wordt nu gebruikt voor culturele doeleinden.
De baden in Eftaloe zullen hopelijk niet verdwijnen, zeker nu het hete water inderdaad weer terug is en de baden weer gevuld kunnen worden. Vroeger zou ik zeggen: zonde om dat speciale, oude monument te verbouwen. Daar is in honderd jaren – en misschien al sinds de Romeinen – niets aan veranderd. Maar het is er wel een ouwe zooi, en dat smeekt om verandering.