(Rofos restaurant)
Het slechte weer in mei en begin juni zorgde op Lesvos (en het merendeel van Griekenland) voor veel kommer en kwel. De stoerste toeristen trokken zich er niet veel van aan, alhoewel er dagen waren dat de regen met zulke bakken uit de hemel viel, dat je niet anders kon dan binnen op een stoel de tijd uitzitten. Zoveel dagen achtereen slecht weer is een weersverschijnsel dat op Lesvos zelfs in de winter maar zelden wordt meegemaakt.
Op het Griekse vasteland was het zó bar en boos, dat menige oogst is mislukt. Je zou toch denken dat al die regen goed voor de plantjes is… Mijn pruimen hadden geen boodschap aan al die nattigheid en barstten spontaan open. Ook de aardbeien, die wel van een goeie slok houden, zijn van slag en geven een magere oogst.
Tomaten houden niet van modder en waar op dit moment de tomaten in de restaurants en winkels vandaan komen, weet ik niet precies. Alleen sperzieboontjes, komkommers en courgettes houden kennelijk van een soppige bodem en worden nu volop geplukt. Kom je in een kleine taverne die groenten uit eigen tuin gebruikt, dan is de keuze klein. Zo was ik laatst met mijn familie in Gavathas. We reden langs een psarotaverna, een visrestaurantje: O Rofos, vernoemd naar een zeer smakelijke vis (bruine tandbaars).
In de deuropening stond een Grieks oud vrouwtje. Ik was er niet zeker van of ze op klanten stond te wachten of van plan was de stoep een flink sopje te geven. We besloten het er op te wagen en vroegen of ze open was. Natuurlijk mochten we naar binnen en namen plaats op het balkon, vanwaar je een grandioos uitzicht hebt over de baai van Gavathas.
We kregen papieren tafellakens aangereikt, die door de wind om je oren bleven wapperen; en mevrouw ‘O Rofos’ was zo van slag, dat ze op en neer bleef dribbelen zonder iets te doen: moest ze eerst drankjes opnemen, een inventaris van het eten maken of tafelkleedklemmen zoeken, die – op één na – door de wind waren meegenomen en spoorloos waren verdwenen? Ze pleegde stiekem een telefoontje. Nadat we de tafelkleden weer verwijderd hadden en bier en ouzo hadden gekregen – retsina of andere wijn was niet voorradig -, zagen we een snelheidsduivel over de weg richting dorp scheuren en daar kwam versterking: de zoon des huizes liet ons vol trots twee borden met vis zien, waar we uit konden kiezen, vers uit de baai. En hij wees ons ook nog eens aan waar deze vis precies uit het water was gevist. Naast gavros (een soort ansjovis) en kefalos (harder) was er een middelgrote vis met een lange snuit die ik nog nooit had gezien noch gegeten: loetsos heette die, volgens de vissende zoon. “Een snoek!” riep iedereen meteen toen ze hem zagen. Maar hoe kan je nu een snoek die normaal in zoet water leeft, uit zee halen? We gingen er vanuit dat het een vis met lokale naam zou zijn, en bestelden verder wat er nog in huis was: patat, komkommersalade, één bordje bonen en wat feta.
Ik vrees dat we de lunch van de familie hebben opgesoupeerd. Onder het oog van een rokende Rofos (de geweldige muurschildering op het balkon) hebben we als koningen gegeten. De loetsos, deels in schijven gesneden en gefrituurd, was uitstekend, de boontjes om je vingers bij af te likken en de feta zout en smakelijk. Zó’n simpel maal, zó lekker: dat vind je alleen nog maar in die kleine tavernes, waar de oma’s achter de toog staan en de zonen de netten uitgooien.
En de loetsos? Na lang en vruchteloos zoeken op internet, ging ik toch maar eens een plaatje van een snoek bekijken: de vis leek sprekend op de loetsos. Bovendien luidt de Latijnse naam van de snoek Esox lucius. Zou het op Lesvos dan zóveel hebben geregend dat er in de baai van Gavathas brak water is ontstaan en er snoeken zwemmen? Nee dus. Een vriend attendeerde me op de barracuda (Sphyraena), ook een vis met een lange spitse snuit, die de Grieken loetsos noemen. Dat is ook een roofvis, maar wel eentje met een slechte reputatie. Vandaar misschien dat hij niet altijd op de Griekse vislijsten voorkomt. Volgens Wikipedia zijn de meeste verhalen over barracuda’s die mensen aanvallen echter broodjeaapverhalen. Maar toch: een barracuda op je bord klinkt heel stoer, en de vis mag wat mij betreft op de delicatessenlijst.